De opgewonden Israelische minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben Gvir, heeft weer een bezoek gebracht aan de Tempelberg, of beter gezegd het terrein van de Aqsa-moskee in Jeruzalem. Er was een tijd dat premier Netanyahu dat ministers verboden had omdat het slecht viel in het buitenland en spanningen opriep met de Palestijnen, maar ''das war einmal''. In april vertoonde hij zich er ook al, daarna voor de tweede keer in mei, en nu dus voor de derde maal. Het was ter gelegenheid van Tisha beAv, (de negende van de maand Av) waarop de verwoesting van de Tempel wordt herdacht. Voor de gelegenheid werd hij vergezeld door minister Yizhak Wasserlauf van ''de Ontwikkeling van de Negev en Galilea", Likud kamerlid Amit Halevi en rabbijn Shimshon Elboim, die aan het hoofd staat van een groep die zichzelf ''de regering van de Tempelberg'' noemt.
De krant Haaretz meldde dat de Israelische politie aangaf dat ze 16 mensen had opgepakt die zich niet aan de instructies van de politie hielden tijdens het bezoek zonder aan te geven of ze daar nu Palestijnen of Joden mee bedoelden. Het Palestijnse persbureau al-Quds.com hielp ons echter uit de onzekerheid door te vermelden dat de politie voorafgaande aan het bezoek van Ben Gvir alle Palestijnse bezoekers tegenhield en leden van de Murabit, de eigen Palestijnse ordedienst, arresteerde. Bovendien kregen mensen die zich op het terrein bevonden de order te vertrekken.
Ben Gvir zei dat het terrein de belangrijkste plek van Israel was en dat ''we moeten terugkeren om onze overheersing te demonstreren". Hij zei ook iets van dat we ''op deze dag, op deze plek moeten herinneren'' en dat we allemaal broeders zijn of zoiets. In mei was hij duidelijker, toen zei hij: "We zijn de eigenaren van Jeruzalem en het hele land van Israel''.
Er waren uiteraard bezwaren tegen Ben Gvirs bezoek. Het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken maakte `bezwaar tegen de ''voortdurende pogingen de status van de Aqsa-moskee te veranderen''. Hamas noemde het bezoek een ''escalatie van de religieuze strijd tegen Jeruzalem en al-Aqsa''. Verder waren er bezwaren van het Jordaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dat sprak van ''voortdurende Israelische stappen die de spanning verhogen'', van Saudi-Arabië dat de Israelische minister van Nationale Veiligheid veroordeelde ''die met een groep kolonisten de Aqsa-moskee had bestormd'' en van Turkije dat een beroep deed op de Israelische autoriteiten om geen provocaties toe te laten die de heiligheid van al-Aqsa en zijn door internationale wetten gewaarborgde historische status aantastten''.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten