Uit: Kol Mokum,kwartaalblad van de LJG-Amsterdam, december 2005

Eli Content 1943 - 2022. Herdrukt ter gelegenheid van Eli's overlijden op 19 mei 2022
Maarten Jan Hijmans
Hoe wordt iemand schilder? Soms op een heel vanzelfsprekende manier. Hij/zij kon altijd al goed tekenen, ging na de middelbare school naar de academie. Werd schilder. En soms op een veel minder voor de hand liggende manier. Als iets dat pas veel later langzaam vorm krijgt, een soort roeping die zich langzaam aandient.
Eli Content werd schilder op een minder voor de hand liggende manier. Een véél minder voor de hand liggende manier. Content, geboren in 1943 in Zwitserland, waar zijn ouders in de oorlog naar toe waren gevlucht, en opgegroeid in Hilversum, leek voor iets anders voorbestemd: 'Nee, ik kwam helemaal niet uit een intellectueel milieu. Hoewel de schilder David Blanes in Antwerpen en verre oom schijnt te zijn geweest. En ook was er een andere Blanes die voorzanger is geweest bij de Portugees Israëlitische Gemeente. Dus misschien dat er wel iets in de genen zat, maar mijn familie zal toch vooral in het vlees.'
In het vlees. Dat leek ook het voorland van de kleine Eli. Hij moest dus slager te worden en ging voor dat doel na de lagere school naar de Lagere technische school. Maar eigenlijk wilde hij dat niet. Eigenlijk wilde hij wat anders. Eigenlijk wilde hij zelfs weg uit Nederland, waar de schaduw van de Tweede Wereldoorlog nog over alles hing en waar hij volop met resten antisemitisme werd geconfronteerd. 'In Hilversum was het heel gewoon dat ik op straat door jongetjes voor vuile rotjood werd uitgescholden. En later op de slagersopleiding ging het er nog wel erger aan toe, kan ik je vertellen. Daar waren ze niet kinderachtig. Ik had toen ook nog een opvallende kop met donker haar. Ik was er ontzettend gefrustreerd over. Ik wilde weg. Eigenlijk wilde ik naar Israël op alijah, maar dat mocht niet voor mijn 18e.'
Dus werd het wat anders. Dus ging Content, de 16-jarige jongen wiens ouders braaf lid waren van de Joodse gemeente, varen. Twee jaar lang zat hij op schepen, eerst als koksmaat - als je op de slagersopleiding hebt gezeten, ligt zoiets misschien wel voor de hand - en later als kok. Tot hij 18 was en alsnog op alijah ging naar Israël. 'Ja, het was waarschijnlijk een soort vlucht, een vlucht voor het antisemitisme waar ik natuurlijk op die schepen ook weer mee werd geconfronteerd. Maar in Israël had ik gauw door dat dat ook niet de plaats was waar ik moest zijn.'
Hoezo?
'Daar werd ook volop gediscrimineerd, maar anders.'
Hoe dan? Arabieren?
Ja, wat niet? Arabieren, Roemenen, Marokkanen, noem het maar op. En het was een hele harde maatschappij.