dinsdag 31 maart 2009
Mad Brother Muammar
It’s Arab League summit in Doha, and the Qatari Emir is just finishing his opening address when - khhzzzrrk, Brother Leader Qadhafi grabs the mike. As the assembled stare in wonder, he goes off on a long garbled rant accusing the king of Saudi Arabia of being a British-American puppet on his way to the grave, as a belated follow-up to a public spat they had six years ago. Then in the next second he changes his mind and declares that, well, that’s all in the past and he’s now ready to make up. During the whole monologue, the Qatari chairman can be heard chirping in the background: “Oh, Brother Muammar? Brother Muammar! Brother Mouammar, a point of order please? A point of order!”
Since Brother Mouammar clearly isn’t listening, the organizers resort to cutting his mike instead. Qadhafi angrily remarks that this is no way to treat the foremost Arab leader, the King of Kings of Africa and Imam of the Muslims; he then storms out of the meeting, and apparently somehow ends up spending his afternoon at the Islamic Art Museum of Qatar. All in a good day’s work.
People sometimes ask, is Qadhafi crazy or is he just acting? There’s something to be said for the theory that he is playing up his eccentricity for political purposes — that he must be, considering how long he’s been in power and how much influence he still has in the neighbourhood. But moments such as these lead me to believe that, granting a certain ruthless instinct of self-preservation, he’s just mad as a hatter.
Het bovenstaande heb ik 'geleend' van Maghreb Politics Review (zie mijn lijst van intessante sites). Ik sluit me er bij aan. Zelf heb ik Broeder Muammar maar één keer ontmoet, na afloop van een top in Casablanca in 1988. Hij gaf rond twee uur 's nachts een persconferentie, een performance waar een stand up comedian een puntje aan had kunnen zuigen. De in bruine abaja gehulde en met een soort kalotje getooide Akh al Aqid (broeder kolonel, zoals zijn Libische aanspreektitel luidt) hield een inleidend praatje waarin hij zei dat hij bij voorkeur nooit Arabische toppen bezocht, maar daar eigenlijk ook nooit iets aan had gemist, zoals hem steevast duidelijk was geworden uit wat hem achteraf was verteld. Maar naar deze top was hij dan toch gekomen en dit was een uitzondering, zei hij, 'werkelijk een heel bijzondere top'. Daarbij haalde hij heel bestudeerd een rol papier uit zijn binnenzak, knoopt omstandig het lint dat eromheen zat los, en begon op gedragen toon een aantal besluiten van de top voor te lezen, met name die besluiten waarin de top het voornemen van de Amerikanen had veroordeeld om in de (Libische) Golf van Sirte marine-oefeningen te gaan houden.
Vervolgens beantwoordde Qadhafi vragen. De meeste kwamen van Afrikaanse en Arabische journalisten. Ze maakten het hem niet lastig. Met enige moeite kon ik - door over wat stoelen te klauteren - ook de microfoon grijpen en hem vragen wat hij vond van het besluit van de Egyptische president Mubarak om wel het luchtruim met Libië open te houden, maar de grenzen te sluiten uit vrees dat Libië terroristen naar Egypte zou sluizen. Dat speelde toen en Mubaraks besluit was nogal beledigend voor Qadhafi. Eigenlijk was het een pijnlijke vraag voor de broeder kolonel. Qadhafi keek me - terwijl mijn vraag vertaald werd - wat glazig aan, ging verzitten, vouwde de handen met de vingertoppen tegen elkaar en zei nuffig naar het plafond blikkend: 'Ik kan het maar niet begrijpen. Waarom wel vliegtuigen? En waarom niet ook kamelen??'
Het was overigens een hele slechte top, deze laatste in Doha. Qadhafi's escapade, de belachelijke vertoning dat de Arabische wereld zich schaart achter Al Beshir van Sudan tegen wie het Internationale Strafhof een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd, de afwezigheid van Mubarak van Egypte (uit boosheid over de berichtgeving van het in Qatar gebaseerde Al-Jazeera tijdens de Gaza-crisis, waarbij Egyptes afzijdigheid zwaar werd bekritiseerd?)- het kon niet op. Eigenlijk was er maar één besluit dat het waard was gememoreerd te worden: de top besloot te laten weten dat het vredesvoorstel aan Israël uit 2002 niet veel langer van kracht zal blijbven als Israël er niet op ingaat. Waarvan acte. Al is onduidelijk wat het alternatief is.
woensdag 25 maart 2009
Barak, vijgenblad of redder van het vaderland?
Met opzet heb ik ruim een maand geleden niet geschreven over de Israëlische verkiezingen. Want wat was daar voor spannends aan? Kiezen tussen rechts, nog rechtser en ultra-rechts. Of in vertaling: een keuze tussen Tzipi Livni, Bibi Netanyahu, Barak of Lieberman.
Livni die met haar Kadima medeverantwoordelijk was geweest voor twee nutteloze en uiterst destructieve oorlogen, de bouw van de Muur, een gigantische uitbreiding van de nederzettingen en vier jaar onderhandelen met de Palestijnen met 0,00 resultaat. Bibi Netanyahu die in het verleden heeft bewezen voor meer nederzettingen te zijn, tegen een Palestijnse staat en eigenlijk ook tegen een akkoord. Zijn strijdkreet luidt nu dat er 'economische vrede' met de Palestijnen moet komen, kennelijk als vervanging van een echte regeling. Vervolgens Ehud Barak van de Arbeid, die net als Livni in hoge mate verantwoordelijk was voor de velslagen in Libanon en Gaza. Een man die op zijn minst medeverantwoordelijk was voor het mislukken van de onderhandelingen in 2000 van Camp David, die later opzettelijk de misleidende kreet de wereld in stuurde dat 'er geen partner voor de vrede is', die kei- en keihard de tweede intifada liet onderdrukken en die 13 Israelische Palestijnen liet doodschieten tijdens een sympathie-betoging met de intifada - iets wat de Arbeid misschien wel voorgoed de stemmen van veel Arabieren heeft gekost en haar tot tweederangs partij heeft gereduceerd. En tenslotte was er dan Avigdor Lieberman, een racistische griezel die Israëls Arabische inwoners een een loyaliteitsverklaring wil laten tekenen op straffe van uitwijzing, die ooit een bom wilde gooien op de Egyptische Aswan dam en vertelde dsat Mubarak van Egypte 'naar de hel kon lopen' omdat hij nooit naar Israël kwam.
Natuurlijk was er ook links. Maar links - Meretz - so wie so al niet zo gewichtig - had zichzelf gediskwalificeerd door de aanval op Gaza aanvankelijk goed te keuren - en niet voor het eerst, want bij de inval in Libanon in 2006 was het ook al mis. En dan nog de Arabische partijen, die - helaas - nooit meetellen in Israël, behalve als stemmen die in voorkomende gevallen links voor verdrinking kunnen behoeden. Maar de Arabische partijen zijn tenminste een authentiek geluid van een onderdrukte minderheid die de strijd aanbindt met ondemocratische tendensen. Ik zou op één ervan hebben gestemd. Deze blog heet niet voor niets Abu Pessoptimist.
Maar wat een keuze dus. En waar maken al die kranten zich vervolgens druk om als Tzipi 29, Bibi 28, Lieberman 15 en Barak 13 zetels gehaald blijken te hebben. 'Israël maakt ruk naar rechts' en dat soort koppen. Terwijl het toch allemaal al lang voorspeld was. En uiteraard is het erg - heel erg - dat een Joodse versie van Wilders, de Winter, Hayder of Le Pen het in Israël zo goed doet. Israël zou toch als weinige andere landen moeten weten wat racisme kan betekenen. Maar eerlijk gezegd is Lieberman niet veel meer dan een soort uiterste consequentie van een proces dat daar al jaren aan de gang is. Wie veertig jaar nederzettingen gedoogt en hun vaak moorddadige inwoners de hand boven het hoofd houdt, een bezetting laat voorduren en de Palestijnen al die jaren als rechteloze non-mensen behandelt, die kweekt racisme. En laten we eerlijk zijn, zijn die andere partijen zo veel beter? Is er een van die partijen, Kadima, Likud, of Arbeid die er een duidelijk vredesplan op na houdt dat perspectief op een vrede met de Palestijnen biedt? Dat uitzicht biedt op een Palestijnse staat, met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, met een grondgebied dat niet beduidend minder is dan de 22% van Palestina 'aan gene zijde van de groene lijn' en met een compensatieregeling voor de vluchtelingen van 1948 en '67?
Enfin, toen kamen er coalitiebesprekingen. Netanyahu, als de man die de meeste kans had een kabinet te formeren, kreeg de opdracht. Zijn poging Kadima mee te krijgen mislukte meteen, want Tzipi vroeg hem heel moedig zich vast te leggen op het streven naar een twee -statenoplossing en dat wilde Bibi niet. (Dat die twee-statenoplossing er volgens Livni's plannen ook heel vreemd uit zou komen te zien, en volstrekt onaanvaardbaar zou zijn voor welke Arabier dan ook, omdat de grens het traject van de Muur zou volgen, laten we nu maar even buiten beschouwing).
Vervolgens sloot Bibi een coalitie-akkoord met Lieberman, dat deze laatste het ministerschap van buitenlandse zaken (!) opleverde en nog aan handvol andere ministeries voor zijn partij, maar wel de weg blokkeerde voor de vorming van een regering met de ultra-orthodoxie. Lieberman, wiens achterban voor een belangrijk deel uit Russn bestaat van wie er velen niet halachisch Joods zijn, had weliswaar niet zoals gevraagd de invoering van een burgerlijk huwelijk losgekregen, maar wel een vereenvoudigde vorm van giur (de procedure van het Joods worden). De wijziging was onaanvaardbaar voor de ultra-gelovigen van United Torah Judaism (5 zetels) en daarmee had Netanyahu net geen meerderheid.
Maar ziet, toen de zaak leek te zitten haalde Netanyahu opeens een kaart uit zijn mouw: een kaart met de maskerachtige grijns van Ehud Barak, een joker zogezegd. Heel slim had Bibi achter de schermen met hem overlegd, gebruik makend van Baraks angst dat het - gezien de zware verkiezingsnederlaag die hij had geleden - in de oppositie binnenkort weleens gedaan zou kunnen zijn met zijn politieke leven. Het was een voor beiden heel profijtelijke deal. Barak kon minister van defensie blijven en kreeg er nog een handzaam aantal andere ministeries bij, wat handig is als je nog wat andere partijgenoten over de streep wilt trekken. En voor Bibi was het twee vliegen in één klap: met steun van Barak kon hij net aan een - magere - meerderheid in de Knesset komen, maar bovendien voorzag hij zich zo van een 'links randje' aan zijn kabinet, heel handig als hij straks in mei voor het eerst in Washington oog in oog staat met Obama.
Barak heeft voor zijn deal nogal wat op het spel gezet. De helft van Arbeid was fel tegen - zowel in het Centrale Comité als in de Knesset waar zeven van de 13 afgevaardigden van Arbeid niet mee zullen doen. De splitsing zou weleens het einde kunnen gaan betekenen van de partij. Barak verkocht zijn geste met het argument dat Arbeid een matigende invloed kon gaan uitoefenen waar heel Israël baat bij zou hebben. Netanyahu had tenslotte ook een akkoord met hem getekend, waarin hij beloofde 'alle tot dusver gesloten akkoorden met de Palestijnen te respecteren', de vredesonderhandelingen voort te zetten en een alomvattend plan voor vrede uit te werken. Jawel, heel mooi. Maar een dag nadat dit bekend werd, meldde de radio in Israël dat Netanyahu nòg een akkoord heeft gesloten: met Lieberman dit keer. Dat akkoord was geheim, maar uitgelekt was dat het een afspraak behelsde om te beginnen met bouwen in de zogenoemde sector E1 van Ma'ale Adumim, plannen die tot dusver door de VS waren tegengehouden omdat daarmee de Westoever definitief in een Noord- en Zuidgedeelte zou worden gedeeld.
Kortom: Barak heeft dan wel dat akkoord binnengehaald, maar het ziet er naar uit dat zijn tegenstanders in Arbeid terecht roepen dat hij niet alleen Netanyahu de gelegenheid geeft te gaan regeren, maar dat zijn aanwezigheid in het kabinet ook niet meer zal zijn dan een vijgenblad voor een onvervalst rechts beleid. Jofele man, die Barak. Maar dat wisten we natuurlijk al sinds Camp David en zijn heldhaftige optreden tijdens de 'intifadat al-Aqsa'.
Oorlosgmisdaden - en wat nu?
En toen waren er - vrijwel gelijktijdig - twee rapporten die bij de VN in Genëve werden ingediend over de jongste Israëlische inval in Gaza. Allebei de rapporten maakten melding van ernstige schendingen van de Geneefse Conventies en van het internationale recht (anders gezegd: van oorlogsmisdaden). Beide deden aanbevelingen tot verder onderzoek en zo mogelijk vervolging.
Het ene rapport kwam van Richard Falk. Falk, Joods, emeritus hoogleraar internationaal recht van Princeton, was de opvolger van John Dugard (Zuidafrikaan, emeritus hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Leiden) als speciaal VN-rapporteur over de mensenrechten in de bezette gebieden. Falk werd kort voor de inval in Gaza de toegang tot de gebieden ontzegd, dat wil zeggen hij werd in december bij aankomst op Ben Gurion Airport 30 uur vastgehouden en weer op een vliegtuig richting Genève gezet.
Falk stelt in zijn rapport dat de Geneefse Conventie eist dat oorlogvoerende partijen onderscheid maken tussen militaire en civiele doelen. 'Als dat niet mogelijk is, dan is het uitvoeren van aanvallen zonder meer onwettig. Mogelijk staat dat dan gelijk aan oorlogsmisdaden van de ernstigste soort onder de internationale wettelijke regels.' Falk noemde de Israëlische aanvallen 'massale aanvallen op een dichtbevolkt, stedelijk gebied' waarbij de gehele burgerbevolking werd onderworpen aan een 'onmenselijke vorm van oorlogsvoering die doodt, verminkt en geestelijke schade toebrengt'. Het feit dat de grenzen dicht waren de burgerbevolking nergens heen kon vluchten was mogelijk eveneens een 'misdaad tegen de menselijkheid', aldus Falk.
Enkele dagen na Falks 26 pagina's tellende rapport, kwam op 24 maart ondersecretaris-generaal van de VN Radhika Coomeraswamy met een rapport van 43 pagina's. Volgens haar bevatte dat 'slechts een paar van de honderden gevallen' die waren vastgelegd door VN-stafleden die tijdens de inval ter plekke waren. 'Er werden dagelijks schendingen opgetekend, er waren er teveel om op te noemen,' aldus Coomeraswamy. Ze gaf enkele voorbeelden: een 11-jarige Palestijnse jongen die door Israëlische soldaten als menselijk schild was gebruikt en voor de troepen uit moest lopen toen ze beschoten werden. (Ook het dagblad The Guardian heeft drie van dat soort gevallen opgespoord. Een beetje ironisch, waar het juist Israël was dat de Palestijnen nu net van dit soort praktijken betichtte - maar dat terzijde). Andere zaken die Coomeraswamy noemde waren gevallen dat soldaten Palestijnse kinderen doodschoten, het plat bulldozeren van een huis met daarin nog een moeder en haar kind, en het met granaten bestoken van een huis waarin zich burgers bevonden die daar een dag eerder door de militairen heen waren gestuurd.
Daar kan Israël het mee doen. Weliswaar heette Falk in Jeruzalem en Tel Aviv ook al voor dit rapport 'a self hating Jew' - en mogelijk zal blijken dat Coomeraswamy al langer een Srilankese antisemiet was - maar toch, helemaal van tafel vegen lijkt lastig. Beide rapporten bevelen verder onderzoek aan - ook naar wandaden bedreven door Hamas, zoals gevallen waarin Hamas menselijke schilden zou hebben gebruikt (waarvoor tot nu toe geen bewijzen zijn gevonden).
En stel dat dit verdere onderzoek er zou komen (wat lang niet zeker is, want Israël kan het makkelijk tegenhouden), tja wat dan?
Falk vindt de wandaden zo ernstig dat hij voorstander is van een speciaal tribunaal à la Joegoslavië of Ruanda, immers Israël erkent het Internationale Strafhof niet. Maar dat kan hij vergeten, dat komt nooit door de Veiligheidsraad. Maar ook andere veroordelingen lijken niet echt haalbaar. Veel meer dan een veroordeling door de VN-mensenrechtencommissie in Genève of desnoods de Algemene Vergadering lijkt er niet in te zitten. En dat zou treurig zijn. Dat zou betekenen dat Israël er net als 1982, 1996 en 2006 mee weg zou komen en de talloze supporters van Israël, onder wie ook onze mensrechtenkampioen Maxime Verhagen, kunnen dan blijven volhouden dat behoudens enkele incidenten dit een acceptabele en noodzakelijke oorlog was. Laten we dus vertrouwen op Human Rights Watch, Amnesty, B'tselem, Al-Haq en het Palestinian Centre for Human Right bij het documenteren van de misdaden, en op individuele landen die een wetgeving hebben waaronder ook elders bedreven oorlogsmisdaden strafbaar zijn - zoals Spanje en het Verenigd Koninkrijk - om in actie te komen. Wellicht zijn er nu al feiten genoeg vastgelegd. En ook de daders zijn bekend: Olmert, Barak en Livni, mogelijk alle leden van het kabinet, en de commandanten ter plaatse: Kolonel Herzi Levy van de Parachutistenbrigade, kolonel Avi Peled van de Golani Brigade, kolonel Ilan Malka van de Givati Brigade en kolonel Yigal Slovick van de 401ste Pantserbrigade. Ook brigade-generaal Eyal Eizenberg, de commandant van de Gaza Divisie was ter plekke. Van de artilleriesectie heb ik geen namen, maar ze zullen niet moeilijk te vinden zijn.
Uiteraard is ook de generale staf schuldig, met name stafchef Gabi Ashkenazi, luchtmachtcommandant generaal-majoor Ido Nechushtan en marine-commandant admiraal Eliezer Marom. Daarnaast natuurlijk ook de plaatsvervangend chefstaf, de chef operaties, de chef van de inlichtingensectie, de chef planning, de chef van het hoofdkwartier en de chef personeel, de generaals-majoor Dan Harel, Tal Russo, Amos Yedlin,Amir Eshel, Avi Mizrahi en Avi Zamir.
Het ene rapport kwam van Richard Falk. Falk, Joods, emeritus hoogleraar internationaal recht van Princeton, was de opvolger van John Dugard (Zuidafrikaan, emeritus hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Leiden) als speciaal VN-rapporteur over de mensenrechten in de bezette gebieden. Falk werd kort voor de inval in Gaza de toegang tot de gebieden ontzegd, dat wil zeggen hij werd in december bij aankomst op Ben Gurion Airport 30 uur vastgehouden en weer op een vliegtuig richting Genève gezet.
Falk stelt in zijn rapport dat de Geneefse Conventie eist dat oorlogvoerende partijen onderscheid maken tussen militaire en civiele doelen. 'Als dat niet mogelijk is, dan is het uitvoeren van aanvallen zonder meer onwettig. Mogelijk staat dat dan gelijk aan oorlogsmisdaden van de ernstigste soort onder de internationale wettelijke regels.' Falk noemde de Israëlische aanvallen 'massale aanvallen op een dichtbevolkt, stedelijk gebied' waarbij de gehele burgerbevolking werd onderworpen aan een 'onmenselijke vorm van oorlogsvoering die doodt, verminkt en geestelijke schade toebrengt'. Het feit dat de grenzen dicht waren de burgerbevolking nergens heen kon vluchten was mogelijk eveneens een 'misdaad tegen de menselijkheid', aldus Falk.
Enkele dagen na Falks 26 pagina's tellende rapport, kwam op 24 maart ondersecretaris-generaal van de VN Radhika Coomeraswamy met een rapport van 43 pagina's. Volgens haar bevatte dat 'slechts een paar van de honderden gevallen' die waren vastgelegd door VN-stafleden die tijdens de inval ter plekke waren. 'Er werden dagelijks schendingen opgetekend, er waren er teveel om op te noemen,' aldus Coomeraswamy. Ze gaf enkele voorbeelden: een 11-jarige Palestijnse jongen die door Israëlische soldaten als menselijk schild was gebruikt en voor de troepen uit moest lopen toen ze beschoten werden. (Ook het dagblad The Guardian heeft drie van dat soort gevallen opgespoord. Een beetje ironisch, waar het juist Israël was dat de Palestijnen nu net van dit soort praktijken betichtte - maar dat terzijde). Andere zaken die Coomeraswamy noemde waren gevallen dat soldaten Palestijnse kinderen doodschoten, het plat bulldozeren van een huis met daarin nog een moeder en haar kind, en het met granaten bestoken van een huis waarin zich burgers bevonden die daar een dag eerder door de militairen heen waren gestuurd.
Daar kan Israël het mee doen. Weliswaar heette Falk in Jeruzalem en Tel Aviv ook al voor dit rapport 'a self hating Jew' - en mogelijk zal blijken dat Coomeraswamy al langer een Srilankese antisemiet was - maar toch, helemaal van tafel vegen lijkt lastig. Beide rapporten bevelen verder onderzoek aan - ook naar wandaden bedreven door Hamas, zoals gevallen waarin Hamas menselijke schilden zou hebben gebruikt (waarvoor tot nu toe geen bewijzen zijn gevonden).
En stel dat dit verdere onderzoek er zou komen (wat lang niet zeker is, want Israël kan het makkelijk tegenhouden), tja wat dan?
Falk vindt de wandaden zo ernstig dat hij voorstander is van een speciaal tribunaal à la Joegoslavië of Ruanda, immers Israël erkent het Internationale Strafhof niet. Maar dat kan hij vergeten, dat komt nooit door de Veiligheidsraad. Maar ook andere veroordelingen lijken niet echt haalbaar. Veel meer dan een veroordeling door de VN-mensenrechtencommissie in Genève of desnoods de Algemene Vergadering lijkt er niet in te zitten. En dat zou treurig zijn. Dat zou betekenen dat Israël er net als 1982, 1996 en 2006 mee weg zou komen en de talloze supporters van Israël, onder wie ook onze mensrechtenkampioen Maxime Verhagen, kunnen dan blijven volhouden dat behoudens enkele incidenten dit een acceptabele en noodzakelijke oorlog was. Laten we dus vertrouwen op Human Rights Watch, Amnesty, B'tselem, Al-Haq en het Palestinian Centre for Human Right bij het documenteren van de misdaden, en op individuele landen die een wetgeving hebben waaronder ook elders bedreven oorlogsmisdaden strafbaar zijn - zoals Spanje en het Verenigd Koninkrijk - om in actie te komen. Wellicht zijn er nu al feiten genoeg vastgelegd. En ook de daders zijn bekend: Olmert, Barak en Livni, mogelijk alle leden van het kabinet, en de commandanten ter plaatse: Kolonel Herzi Levy van de Parachutistenbrigade, kolonel Avi Peled van de Golani Brigade, kolonel Ilan Malka van de Givati Brigade en kolonel Yigal Slovick van de 401ste Pantserbrigade. Ook brigade-generaal Eyal Eizenberg, de commandant van de Gaza Divisie was ter plekke. Van de artilleriesectie heb ik geen namen, maar ze zullen niet moeilijk te vinden zijn.
Uiteraard is ook de generale staf schuldig, met name stafchef Gabi Ashkenazi, luchtmachtcommandant generaal-majoor Ido Nechushtan en marine-commandant admiraal Eliezer Marom. Daarnaast natuurlijk ook de plaatsvervangend chefstaf, de chef operaties, de chef van de inlichtingensectie, de chef planning, de chef van het hoofdkwartier en de chef personeel, de generaals-majoor Dan Harel, Tal Russo, Amos Yedlin,Amir Eshel, Avi Mizrahi en Avi Zamir.
dinsdag 24 maart 2009
'Ze waren vergeten de scherpschutter op het dak te zeggen dat het OK was'
'Eén van onze officieren, een compagniescommandant, zag dat er iets aankwam op een weg, een vrouw, een oude vrouw. Ze liep nog vrij ver weg, maar dichtbij genoeg om haar te kunnen uitschakelen. Of ze verdacht was of niet verdacht weet ik niet. Uiteindelijk stuurde hij mensen het dak op om haar met hun wapens uit te schakelen. Van wat ik hoorde van dit verhaal vond ik dat het simpelweg moord in koelen bloede was.'
'Dat is wat kennelijk zo fijn gevonden wordt van Gaza. Je ziet een persoon lopen op een weg of op een pad. Hij hoeft geen wapen te hebben,je hoeft hem niet te op enigerlei wijze thuis te brengen, je kan hem gewoon doodschieten. In ons geval was het een vrouw bij wie ik geen enkele wapen zag. De order was haar uit te schakelen, die vrouw, zodra je haar zag.'
'Zelfs al voor we erin gingen maakte de bataljonscommandant aan iedereen duidelijk dat een erg belangrijke les van de Tweede Libanon oorlog de manier was waarop we erin gingen - met een heleboel vuurkracht. De bedoeling was met vuurkracht de levens van de soldaten te sparen. Bij de operatie waren de veerliezen van de IDF dan ook behoorlijk laag. En de prijs was dat een heleboel Palestijnen werden gedood.'
'Ik dien in een compagnie van de Givati Brigade. Nadat we de eerste huizen binnen waren gegaan was er een huis met een familie erin. we gingen er vrij rustig naar binnen, we openden niet het vuur, we riepen gewoon dat iedereen naar beneden moest komen. We zetten ze in een kamer en verlieten het huis. Een paar dagen daarna kwam de order de familie te laten gaan. Er waren boven posities opgezet, er was een scherpschutterspositie op het dak. De pelotonscommandant liet de familie gaan en zei ze naar rechts te gaan. Een moeder met twee kinderen begreep het niet en ging links, maar ze waren vergeten de scherpschutter op het dak te vertellen dat ze hen lieten gaan en dat het OK was en dat hij niet moest schieten en hij ... hij deed wat er van hem verwacht werd, hij volgde zijn orders.'
'Er gaapte een groot gat tussen wat de Educatieve Dienst ons stuurde en wat het rabbinaat van de IDF ons stuurde. Het Educatieve Corps publiceerde een pamflet voor commandanten - iets over de historie van Israëls gevechten in Gaza sinds 1948 tot nu. Het rabbinaat bracht een heleboel boekjes en artikelen en ...hun boodschap was erg duidelijk. Wij zijn het Joodse volk, we kwamen naar dit land door een wonder, God bracht ons terug naar dit land en nu moeten we vechten om de goyiem te verdrijven die ons hinderen bij onze verovering van dit heilige land. Dat was de belangrijkste boodschap en het idee dat veel soldaten hadden van deze operatie was dat van een religieuze oorlog. Ik probeerde te praten over politiek - de verschillen in de Palestijnse maatschappij, dat niet iedereen in Gaza van Hamas is en niet iedere inwoner ons wil overwinnen. Ik wilde uitleggen aan de soldaten dat het geen oorlog was voor de heiliging van de Naam maar om de Qassams te stoppen.'
Dit waren, voor de goede orde, uittreksels uit wat soldaten vertelden tijdens een training aan het Oranim College in Kiryat Tivon, waarvan een transcript in Haaretz stond van 22 maart 2009. Er stond nog meer in: over achtergelaten rotzooi in huizen, graffiti,. over hoe op het nippertje een order om bij huiszoekingen iedere inwoner af te schieten werd omgebogen, en hoe sommigen daar niet blij mee waren omdat 'iedereen die hier is een terrorist is, dat is toch algemeen bekend'. Maar nieuw was het allemaal niet. Iedereen die een beetje goed gevolgd had wat er in Gaza is gebeurd, The Guardian heeft gelezen, Al Jazeera, de BBC, Electronic Intifada en de divesre mensenrechtensites om maar zo wat te noemen, wist dit allemaal al wekenlang. De waarde ervan zit hem dan ook in het feit dat het in Haaretz stond en uit de mond van de soldaten zelf kwam. Weliswaar gaf Ehud Barak, minister van Defensie, onmiddellijk het commentaar dat hij, Barak, wist hoe het er in Kosovo en Irak een toe was gegaan en dat de IDF 'the most moral army was in the world'. En weliswaar gaf stafchef Gaby Ashkenazi te kennen dat over het algemeen genomen de morele standaarden van het leger nog steeds heel hoog waren, toch zullen nu sommigen die tot dusver hadden geloofd dat het allemaal zo humaan en netjes was gedaan, misschien gaan twijfelen. Misschien. Nadat ze eerst hun bewondering hebben uitgesproken voor een land waar deze kritiek toch maar zo openlijk in de krant staat.....
'Dat is wat kennelijk zo fijn gevonden wordt van Gaza. Je ziet een persoon lopen op een weg of op een pad. Hij hoeft geen wapen te hebben,je hoeft hem niet te op enigerlei wijze thuis te brengen, je kan hem gewoon doodschieten. In ons geval was het een vrouw bij wie ik geen enkele wapen zag. De order was haar uit te schakelen, die vrouw, zodra je haar zag.'
'Zelfs al voor we erin gingen maakte de bataljonscommandant aan iedereen duidelijk dat een erg belangrijke les van de Tweede Libanon oorlog de manier was waarop we erin gingen - met een heleboel vuurkracht. De bedoeling was met vuurkracht de levens van de soldaten te sparen. Bij de operatie waren de veerliezen van de IDF dan ook behoorlijk laag. En de prijs was dat een heleboel Palestijnen werden gedood.'
'Ik dien in een compagnie van de Givati Brigade. Nadat we de eerste huizen binnen waren gegaan was er een huis met een familie erin. we gingen er vrij rustig naar binnen, we openden niet het vuur, we riepen gewoon dat iedereen naar beneden moest komen. We zetten ze in een kamer en verlieten het huis. Een paar dagen daarna kwam de order de familie te laten gaan. Er waren boven posities opgezet, er was een scherpschutterspositie op het dak. De pelotonscommandant liet de familie gaan en zei ze naar rechts te gaan. Een moeder met twee kinderen begreep het niet en ging links, maar ze waren vergeten de scherpschutter op het dak te vertellen dat ze hen lieten gaan en dat het OK was en dat hij niet moest schieten en hij ... hij deed wat er van hem verwacht werd, hij volgde zijn orders.'
'Er gaapte een groot gat tussen wat de Educatieve Dienst ons stuurde en wat het rabbinaat van de IDF ons stuurde. Het Educatieve Corps publiceerde een pamflet voor commandanten - iets over de historie van Israëls gevechten in Gaza sinds 1948 tot nu. Het rabbinaat bracht een heleboel boekjes en artikelen en ...hun boodschap was erg duidelijk. Wij zijn het Joodse volk, we kwamen naar dit land door een wonder, God bracht ons terug naar dit land en nu moeten we vechten om de goyiem te verdrijven die ons hinderen bij onze verovering van dit heilige land. Dat was de belangrijkste boodschap en het idee dat veel soldaten hadden van deze operatie was dat van een religieuze oorlog. Ik probeerde te praten over politiek - de verschillen in de Palestijnse maatschappij, dat niet iedereen in Gaza van Hamas is en niet iedere inwoner ons wil overwinnen. Ik wilde uitleggen aan de soldaten dat het geen oorlog was voor de heiliging van de Naam maar om de Qassams te stoppen.'
Dit waren, voor de goede orde, uittreksels uit wat soldaten vertelden tijdens een training aan het Oranim College in Kiryat Tivon, waarvan een transcript in Haaretz stond van 22 maart 2009. Er stond nog meer in: over achtergelaten rotzooi in huizen, graffiti,. over hoe op het nippertje een order om bij huiszoekingen iedere inwoner af te schieten werd omgebogen, en hoe sommigen daar niet blij mee waren omdat 'iedereen die hier is een terrorist is, dat is toch algemeen bekend'. Maar nieuw was het allemaal niet. Iedereen die een beetje goed gevolgd had wat er in Gaza is gebeurd, The Guardian heeft gelezen, Al Jazeera, de BBC, Electronic Intifada en de divesre mensenrechtensites om maar zo wat te noemen, wist dit allemaal al wekenlang. De waarde ervan zit hem dan ook in het feit dat het in Haaretz stond en uit de mond van de soldaten zelf kwam. Weliswaar gaf Ehud Barak, minister van Defensie, onmiddellijk het commentaar dat hij, Barak, wist hoe het er in Kosovo en Irak een toe was gegaan en dat de IDF 'the most moral army was in the world'. En weliswaar gaf stafchef Gaby Ashkenazi te kennen dat over het algemeen genomen de morele standaarden van het leger nog steeds heel hoog waren, toch zullen nu sommigen die tot dusver hadden geloofd dat het allemaal zo humaan en netjes was gedaan, misschien gaan twijfelen. Misschien. Nadat ze eerst hun bewondering hebben uitgesproken voor een land waar deze kritiek toch maar zo openlijk in de krant staat.....
De slachtoffers volgens het PCHR
Het offensief dat Israël uitvoerde tussen 27 december 2008 en 18 januari 2009 heeft 1434 levens geëist, meldde het Palestinian Centre for Human Rights (PCHR, Gaza) op 13 maart. Het aantal is gebaseerd op een minutieus samengestelde lijst met namen, die intussen ook is gepubliceerd.
Van de 1434 waren er volgens het PCHR 960 burgers, onder wie 288 kinderen en 121 vrouwen. Onder de doden waren ook 239 politiemensen, van wie de meesten (235) direct op de eerste dag van bombardementen werden gedood. Slechts 235 van de slachtoffers waren strijders.
Volgens cijfers van het Palestijnse ministerie van Gezondheid werden nog eens 5303 mensen gewond, van wie 1606 kinderen en 828 vrouwen. Medische bronnen melden dat er rekening mee wordt gehouden dat ruim 1000 van deze gewonden blijvend invalide zullen zijn.
Het PCHR klaagt dat Israël op meerdere manieren het Internationale Humanitaire Recht schond. Ten eerste door geen onderscheid te maken tussen strijders en burgerbevolking, ten tweede door het gebruik van 'excessief en niet-gericht (indiscriminate) geweld'. Ook de manier waarop onderscheid behoort te worden gemaakt, werd door Israël geschonden. Onder meer bleek dat 'uit haar illegale classificatie van dienaren van de wet als strijders'.
Volgens het PCHR vragen het uitzonderlijk disproportionele aantal slachtoffers onder de burgerbevolking, de uitgebreide vernieling van eigendommen, de manier waarop doelen zijn uitgekozen, het gebrek aan voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van de aanvallen, het excessieve gebruik van geweld en het gebruik van wapens als witte fosfor in burgergebieden om effectieve juridische maatregelen.'Veel van de door het PCHR gedocumenteerde gevallen vormen ernstige inbreuken op de Conventies van Genève en oorlogsmisdaden. De wijdverbreide en klaarblijkelijk systematische schendingen van het geaccepteerde Internationale Humanitaire Recht die in de Gaza strook zijn geconstateerd, zijn mogelijk ook te classificeren als misdaden tegen de menselijkheid.'
Van de 1434 waren er volgens het PCHR 960 burgers, onder wie 288 kinderen en 121 vrouwen. Onder de doden waren ook 239 politiemensen, van wie de meesten (235) direct op de eerste dag van bombardementen werden gedood. Slechts 235 van de slachtoffers waren strijders.
Volgens cijfers van het Palestijnse ministerie van Gezondheid werden nog eens 5303 mensen gewond, van wie 1606 kinderen en 828 vrouwen. Medische bronnen melden dat er rekening mee wordt gehouden dat ruim 1000 van deze gewonden blijvend invalide zullen zijn.
Het PCHR klaagt dat Israël op meerdere manieren het Internationale Humanitaire Recht schond. Ten eerste door geen onderscheid te maken tussen strijders en burgerbevolking, ten tweede door het gebruik van 'excessief en niet-gericht (indiscriminate) geweld'. Ook de manier waarop onderscheid behoort te worden gemaakt, werd door Israël geschonden. Onder meer bleek dat 'uit haar illegale classificatie van dienaren van de wet als strijders'.
Volgens het PCHR vragen het uitzonderlijk disproportionele aantal slachtoffers onder de burgerbevolking, de uitgebreide vernieling van eigendommen, de manier waarop doelen zijn uitgekozen, het gebrek aan voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van de aanvallen, het excessieve gebruik van geweld en het gebruik van wapens als witte fosfor in burgergebieden om effectieve juridische maatregelen.'Veel van de door het PCHR gedocumenteerde gevallen vormen ernstige inbreuken op de Conventies van Genève en oorlogsmisdaden. De wijdverbreide en klaarblijkelijk systematische schendingen van het geaccepteerde Internationale Humanitaire Recht die in de Gaza strook zijn geconstateerd, zijn mogelijk ook te classificeren als misdaden tegen de menselijkheid.'
De IDF en de andersoortige waarheid
Eind februari hield een zekere baroness Deech in het Britse House of Lords een toespraak waarin ze Israëls optreden in Gaza verdedigde en de berichtgeving erover aanviel. Vooral opmerkelijk was haar mededeling dat inmiddels gebleken was dat de drie dochters en het nichtje van de - in Israël redelijk bekende - Palestijnse arts Ezzedin Abul-Aish die op de laatste dag van het Israëlische offensief werden gedood door een Israëlische tankgranaat, helemaal niet waren gedood door een Israëlische tankgranaat maar door eigen - Palestijns - vuur.
Ik kreeg het verhaal door in een mailwisseling met rabbijn Menno ten Brink van de LJG, die steeds stijf en strak had volgehouden dat de IDF zijn uiterste best had gedaan zoveel mogelijk burgers te sparen. 'Het is maar wat je gelooft,' schreef ik terug. 'Zowel de voltreffer op de VN-school als dit geval van die dochters en het nichtje van Ezzeddin Abulal-Aish trokken nogal de aandacht. En in dat soort gevallen gaat het Israëlische leger gewoonlijk op zoek naar een ander soort waarheid. Als je niet gelooft dat ze bij de IDF nogal flink kunnen liegen, moet je niet verder lezen, maar uit ervaring weet ik wel beter. Tijdens de Libanese inval van 1982 - om maar iets te noemen - werd me, toen ik daar aan de hand van de IDF rondtrok, ook steeds wijsgemaakt dat alle vernielingen afkomstig waren van de Libanese burgeroorlog (alsof het verschil niet te zien was). En herinner je je nog dat het Libanese verzet (Hezbollah avant la lettre) in 1982 het Israëlische hoofdkwartier in Tyrus opblies met als resultaat tientallen doden? Dat heette ook twee jaar na dato nog steeds het gevolg van een gasontploffing.'
Ik had nog wel andere voorbeelden kunnen noemen: het ook in 1982 al steeds herhaalde mantra dat de PLO tijdens die oorlog gebruik maakte van menselijke schilden en zich verstopte in dichtbevolkte gebieden, of het verhaal uit 2002 van het jongetje Al-Dura dat tijdens een vuurgevecht in Gaza stierf in de armen van zijn vader. Nadat de dramatische tv-beelden hiervan de wereld rondgegaan waren, kwam er een Franse rechtszaak. Daarin stelde een rechter vast dat niet zonder meer vastgesteld was dat de kleine Mohammed was gedood door Israëlische kogels. Wowww.
Maar ik schreef iets anders. 'Als je ook maar een beetje kan geloven dat ze wel eens iets anders dan de waarheid en niets dan de waarheid vertellen daar in Tel Aviv, bedenk dan 1) dat die dokter Abul-Aish zelf op kanaal 10 van de Israëlische tv (hij kwam kort na het gebeurde rechtstreeks in de uitzending omdat dat van tevoren toevallig zo gepland was) huilend en schreeuwend van ellende vertelde dat het een Israëlische tank was geweest, 2) dat de IDF kort daarna ook toegaf dat het twee tankgranaten waren geweest, en dat ze dan nu 3) met een andere versie komen. Ook die versie heb ik gezien: een legerwoordvoerster die op tv vertelt dat er bij de autopsie een vreemd stukje metaal - een kogeltje - in een van de in stukken geschoten lijken is aangetroffen en een wapendeskundige die vervolgens komt zeggen dat dit soort kogeltjes niet in Israëls wapens voorkomt, zodat het zou wijzen op een Grad raket. Let wel: dat is dan de eerste keer dat er een Grad is neergekomen in de zitkamer van een huis in het grensgebied van Gaza zelf. Wat een ongelukkig toeval!'
'De VN-school was een vergelijkbaar verhaal. Eerst werd gezegd dat er een schutter op het gebouw was gesignaleerd en dat er toen was teruggeschoten. Vervolgens werd een video vertoond waarop dat was te zien. Deze versie werd weer ingetrokken toen de video al in 2007 bleek te zijn opgenomen. Vervolgens werd - enige tijd later - bekend gemaakt dat er sprake was geweest van een verdwaalde mortiergranaat. En opnieuw enige tijd daarna werd ontkend dat het gebouw zelf zou zijn geraakt. Vervolgens werd ook het aantal slachtoffers door Israel teruggebracht van 43 naar 12. De VN geeft daar als reactie op dat ze nooit hebben gezegd dat het gebouw zelf was getroffen, maar wel dat er 43 slachtoffers waren gevallen van mensen die er schuilden, hetzij op 'de speelplaats' van de school, hetzij in de onmiddellijke omgeving. Die 43 mensen zijn, volgens de VN, nog steeds wel gedood door Israëlisch vuur dat ze hoopten te ontlopen door naar die school toe te gaan.'
Tot zover mijn antwoord aan rabbijn ten Brink. Wat is nu het belang van dit soort - doorzichtige - verhaaltjes van de beroepsleugenaars van het ministerie an Defensie in Tel Aviv? Het belang is dat er hele grote groepen mensen zijn die bereid zijn die onzin voor zoete koek te slikken en al het andere af te doen als 'anti-Israëlische (of zelfs antisemitische) propaganda. Ten Brink - die het mijns inziens niet slecht bedoelt maar zich eenvoudigweg niet kan voorstellen dat ze liegen daar op dat ministerie - heeft vele volgelingen in zijn synagoge die ook zo denken. Er is het CIDI dat dit verhalen als door een megafoon herhaalt en er zijn websites, ingezonden briefschrijvers en bloggers actief (ene Radna Pelle bijvoorbeeld, de schat). Het is een van de redenen waarom een normale, feitelijke discussie over alle aspecten van de inval in Gaza eigenlijk steeds onmogelijk wordt gemaakt of in gehakketak over bijzaken ontaardt. Er moet een partij zijn die daar baat bij heeft. Enig idee welke??
Ik kreeg het verhaal door in een mailwisseling met rabbijn Menno ten Brink van de LJG, die steeds stijf en strak had volgehouden dat de IDF zijn uiterste best had gedaan zoveel mogelijk burgers te sparen. 'Het is maar wat je gelooft,' schreef ik terug. 'Zowel de voltreffer op de VN-school als dit geval van die dochters en het nichtje van Ezzeddin Abulal-Aish trokken nogal de aandacht. En in dat soort gevallen gaat het Israëlische leger gewoonlijk op zoek naar een ander soort waarheid. Als je niet gelooft dat ze bij de IDF nogal flink kunnen liegen, moet je niet verder lezen, maar uit ervaring weet ik wel beter. Tijdens de Libanese inval van 1982 - om maar iets te noemen - werd me, toen ik daar aan de hand van de IDF rondtrok, ook steeds wijsgemaakt dat alle vernielingen afkomstig waren van de Libanese burgeroorlog (alsof het verschil niet te zien was). En herinner je je nog dat het Libanese verzet (Hezbollah avant la lettre) in 1982 het Israëlische hoofdkwartier in Tyrus opblies met als resultaat tientallen doden? Dat heette ook twee jaar na dato nog steeds het gevolg van een gasontploffing.'
Ik had nog wel andere voorbeelden kunnen noemen: het ook in 1982 al steeds herhaalde mantra dat de PLO tijdens die oorlog gebruik maakte van menselijke schilden en zich verstopte in dichtbevolkte gebieden, of het verhaal uit 2002 van het jongetje Al-Dura dat tijdens een vuurgevecht in Gaza stierf in de armen van zijn vader. Nadat de dramatische tv-beelden hiervan de wereld rondgegaan waren, kwam er een Franse rechtszaak. Daarin stelde een rechter vast dat niet zonder meer vastgesteld was dat de kleine Mohammed was gedood door Israëlische kogels. Wowww.
Maar ik schreef iets anders. 'Als je ook maar een beetje kan geloven dat ze wel eens iets anders dan de waarheid en niets dan de waarheid vertellen daar in Tel Aviv, bedenk dan 1) dat die dokter Abul-Aish zelf op kanaal 10 van de Israëlische tv (hij kwam kort na het gebeurde rechtstreeks in de uitzending omdat dat van tevoren toevallig zo gepland was) huilend en schreeuwend van ellende vertelde dat het een Israëlische tank was geweest, 2) dat de IDF kort daarna ook toegaf dat het twee tankgranaten waren geweest, en dat ze dan nu 3) met een andere versie komen. Ook die versie heb ik gezien: een legerwoordvoerster die op tv vertelt dat er bij de autopsie een vreemd stukje metaal - een kogeltje - in een van de in stukken geschoten lijken is aangetroffen en een wapendeskundige die vervolgens komt zeggen dat dit soort kogeltjes niet in Israëls wapens voorkomt, zodat het zou wijzen op een Grad raket. Let wel: dat is dan de eerste keer dat er een Grad is neergekomen in de zitkamer van een huis in het grensgebied van Gaza zelf. Wat een ongelukkig toeval!'
'De VN-school was een vergelijkbaar verhaal. Eerst werd gezegd dat er een schutter op het gebouw was gesignaleerd en dat er toen was teruggeschoten. Vervolgens werd een video vertoond waarop dat was te zien. Deze versie werd weer ingetrokken toen de video al in 2007 bleek te zijn opgenomen. Vervolgens werd - enige tijd later - bekend gemaakt dat er sprake was geweest van een verdwaalde mortiergranaat. En opnieuw enige tijd daarna werd ontkend dat het gebouw zelf zou zijn geraakt. Vervolgens werd ook het aantal slachtoffers door Israel teruggebracht van 43 naar 12. De VN geeft daar als reactie op dat ze nooit hebben gezegd dat het gebouw zelf was getroffen, maar wel dat er 43 slachtoffers waren gevallen van mensen die er schuilden, hetzij op 'de speelplaats' van de school, hetzij in de onmiddellijke omgeving. Die 43 mensen zijn, volgens de VN, nog steeds wel gedood door Israëlisch vuur dat ze hoopten te ontlopen door naar die school toe te gaan.'
Tot zover mijn antwoord aan rabbijn ten Brink. Wat is nu het belang van dit soort - doorzichtige - verhaaltjes van de beroepsleugenaars van het ministerie an Defensie in Tel Aviv? Het belang is dat er hele grote groepen mensen zijn die bereid zijn die onzin voor zoete koek te slikken en al het andere af te doen als 'anti-Israëlische (of zelfs antisemitische) propaganda. Ten Brink - die het mijns inziens niet slecht bedoelt maar zich eenvoudigweg niet kan voorstellen dat ze liegen daar op dat ministerie - heeft vele volgelingen in zijn synagoge die ook zo denken. Er is het CIDI dat dit verhalen als door een megafoon herhaalt en er zijn websites, ingezonden briefschrijvers en bloggers actief (ene Radna Pelle bijvoorbeeld, de schat). Het is een van de redenen waarom een normale, feitelijke discussie over alle aspecten van de inval in Gaza eigenlijk steeds onmogelijk wordt gemaakt of in gehakketak over bijzaken ontaardt. Er moet een partij zijn die daar baat bij heeft. Enig idee welke??
Geinig zo'n T-shirtje
Het is een manier om de saamhorigheid te vergroten, zo verklaarde een soldaat tegenover Haaretz. Israëlische militairen hebben de gewoonte om nadat de opleiding is afgelopen - of nadat een karwei is gedaan - per eenheid of bataljon een T-shirt te laten maken. Een firma in Tel Aviv heeft zich in de vervaardiging ervan gespecialiseerd. De soldaten leveren vaak zelf het ontwerp. Hierboven twee voorbeelden van zo'n bewijs van kameraadschap, gemaakt na de Gaza-inval: links een zwangere moeder getekend in een roos met het opschrift '1 shot two kills', rechts een Palestijns kind met een geweer met in het Hebreeuws het opschrift: 'hoe kleiner - hoe moeilijker' (om te raken).
Er zijn veel meer van dit soort T-shirts in omloop. 'We kwamen, zagen en vernielden' is er één die een wapen toont, een boze Palestijn en een dorp met in het midden een vernielde moskee. 'Better use Durex' is een andere met daarop een dode Palestijnse baby, een huilende moeder en een teddybeer.
Geinig toch?
maandag 23 maart 2009
Poep van 'the most moral army in the world'
The soldiers left plastic bottles of urine and many closed bags - in some houses olive colored ones - of excrements. Other houses had excrement smeared on the walls. They pissed on clothes, in washing machines. In Jabaliya they discovered pots of urine and excrement in their refrigerator.
Dat schreef schreef Amira Hass op 8 maart in Haaretz. En op 17 maart beschreef ze de graffiti achtergelaten op de muren van huizen die - soms als enige in een hele wijk - waren blijven staan omdat ze gebruikt waren als tijdelijke legerpost: We came to annihilate you. Death to the Arabs. Kahane was right. No tolerance, we came to liquidate.
Op Electronic Intifada schreef de Canadese journaliste Eva Bartlet al zes weken voor Amira Hass dat 'het leger creatief (was) bij zijn vernielingen, zijn beschadiging van eigendommen, zijn beledigingen. Creatief in de manier waarop zij poepten in kamers, en hun poep bewaarden in kasten en op onverwachte plaatsen. Maar eigenlijk was hun creativiteit niet op zo'n breed terrein gericht. De rest was routine: verniel het huis van onder tot boven, gooi om of verniel iedere klerenkast, keukenaanrecht, tv, computer, ruit en water tank'.
'Het eerste huis dat ik bezocht was van vrienden met wie ik avonden had doorgebracht voor de invasie begon. (..) Ik deed een tour van beneden naar boven. De begane grond was het minst geschonden. Aarde opgeworpen door bommen lag bij de ramen, matrassen over de grond verspreid, (..) Het appartement op de eerste verdieping, volledige rotzooi. Poep op de grond, alles kapot, open blikken van Israëlische legerrantsoenen, kogelgaten in de muren, stank.'
'Naar de tweede verdieping, de volgende twee appartementen, van de zoons van de extended familie en hun vrouwen en kinderen. Nog meer rommel, ergere stank. Dit was het hoofdverblijf van de soldaten, getuige de blikken voedsel, voorverpakte maaltijden, noedels, blikken chocola en in plastic gewikkelde sandwiches - en de kleren die zijn achtergelaten door de bezetters. Een broek in de badkuip, bevuild met stront.'
'F. vertelt me: de stank was afgrijselijk. Het voedsel was overal, een intens vieze lucht. Ze hadden gepoept in de gootsteen, ze hadden overal gepoept. Onze kleren lagen door het huis verspreid. De laatste keer dat ze een invasie pleegden (in maart 2008) was het makkelijk. Ze hebben toen alles kapot gemaakt en we hebben alles weer gerepareerd. Maar deze keer zat overal poep: in kasten. op bedden - mijn bed is vol stront.(.. ) Een minuut geleden deed Sabreen een kast open: er zal een schaal vol poep in. Ze gebruikten onze kleren voor het toilet.'
Er zijn legio van dit soort verhalen over de beschaafde opstelling van 'the most moral army in the world'. Amira Hass confronteerde de legerwoordvoerder in Tel Aviv met haar bevindingen en kreeg ten antwoord dat zulks niet strookt met de richtlijnen en dat klachten zullen worden onderzocht. Dat is bullshit. Ook in 2002 bij de vernieling en gedeeltelijke bezetting van de Muqaddama (Arafats hoofdkwartier in Ramallah) meldde Hass al dit soort taferelen. Vernielingen waren trouwens bij het antwoord van Israël op het uitbreken van de Tweede intifada ook allang de norm: lees bijvoorbeeld het cynische boekje 'And the birds stopped singing' van advocaat Raja Shehadeh over de tijdelijke bezetting van Ramallah in 2002 en je haren gaan overeind staan bij verhalen van hoe tanks met opzet over auto's reden, hoe particuliere huizen werden geransacked, archieven van ministeries en overheidsgebouwen dooreen werden gegooid en harde schijven uit pc's werden gekraakt en meegenomen.
Het gaat trouwens nog verder terug. Ikzelf maakte tijdens de inval in Beiroet in 1982 - op gezag van onder meer de New York Times, ik was op dat moment zelf nog niet in Libanon - melding in Het Parool van de klachten van Sabri Jiryes, toen het hoofd van de Institute of Palestine Studies in Beiroet. Jiryes vertelde dat niet alleen het hele hebben en houden van het Palestijnse Instituut was ontvreemd en in Israëlische trucks naar Israël afgevoerd, maar dat ook zijn huis bezet was geweest en dat de militairen niet de wc hadden gebruikt, maar op zijn dure Perzische tapijten hadden gepoept. Een nieuw verschijnsel is het dus allemaal niet. Al lijkt het ditmaal misschien (nog) meer regel dan uitzondering te zijn geweest.
Dat schreef schreef Amira Hass op 8 maart in Haaretz. En op 17 maart beschreef ze de graffiti achtergelaten op de muren van huizen die - soms als enige in een hele wijk - waren blijven staan omdat ze gebruikt waren als tijdelijke legerpost: We came to annihilate you. Death to the Arabs. Kahane was right. No tolerance, we came to liquidate.
Op Electronic Intifada schreef de Canadese journaliste Eva Bartlet al zes weken voor Amira Hass dat 'het leger creatief (was) bij zijn vernielingen, zijn beschadiging van eigendommen, zijn beledigingen. Creatief in de manier waarop zij poepten in kamers, en hun poep bewaarden in kasten en op onverwachte plaatsen. Maar eigenlijk was hun creativiteit niet op zo'n breed terrein gericht. De rest was routine: verniel het huis van onder tot boven, gooi om of verniel iedere klerenkast, keukenaanrecht, tv, computer, ruit en water tank'.
'Het eerste huis dat ik bezocht was van vrienden met wie ik avonden had doorgebracht voor de invasie begon. (..) Ik deed een tour van beneden naar boven. De begane grond was het minst geschonden. Aarde opgeworpen door bommen lag bij de ramen, matrassen over de grond verspreid, (..) Het appartement op de eerste verdieping, volledige rotzooi. Poep op de grond, alles kapot, open blikken van Israëlische legerrantsoenen, kogelgaten in de muren, stank.'
'Naar de tweede verdieping, de volgende twee appartementen, van de zoons van de extended familie en hun vrouwen en kinderen. Nog meer rommel, ergere stank. Dit was het hoofdverblijf van de soldaten, getuige de blikken voedsel, voorverpakte maaltijden, noedels, blikken chocola en in plastic gewikkelde sandwiches - en de kleren die zijn achtergelaten door de bezetters. Een broek in de badkuip, bevuild met stront.'
'F. vertelt me: de stank was afgrijselijk. Het voedsel was overal, een intens vieze lucht. Ze hadden gepoept in de gootsteen, ze hadden overal gepoept. Onze kleren lagen door het huis verspreid. De laatste keer dat ze een invasie pleegden (in maart 2008) was het makkelijk. Ze hebben toen alles kapot gemaakt en we hebben alles weer gerepareerd. Maar deze keer zat overal poep: in kasten. op bedden - mijn bed is vol stront.(.. ) Een minuut geleden deed Sabreen een kast open: er zal een schaal vol poep in. Ze gebruikten onze kleren voor het toilet.'
Er zijn legio van dit soort verhalen over de beschaafde opstelling van 'the most moral army in the world'. Amira Hass confronteerde de legerwoordvoerder in Tel Aviv met haar bevindingen en kreeg ten antwoord dat zulks niet strookt met de richtlijnen en dat klachten zullen worden onderzocht. Dat is bullshit. Ook in 2002 bij de vernieling en gedeeltelijke bezetting van de Muqaddama (Arafats hoofdkwartier in Ramallah) meldde Hass al dit soort taferelen. Vernielingen waren trouwens bij het antwoord van Israël op het uitbreken van de Tweede intifada ook allang de norm: lees bijvoorbeeld het cynische boekje 'And the birds stopped singing' van advocaat Raja Shehadeh over de tijdelijke bezetting van Ramallah in 2002 en je haren gaan overeind staan bij verhalen van hoe tanks met opzet over auto's reden, hoe particuliere huizen werden geransacked, archieven van ministeries en overheidsgebouwen dooreen werden gegooid en harde schijven uit pc's werden gekraakt en meegenomen.
Het gaat trouwens nog verder terug. Ikzelf maakte tijdens de inval in Beiroet in 1982 - op gezag van onder meer de New York Times, ik was op dat moment zelf nog niet in Libanon - melding in Het Parool van de klachten van Sabri Jiryes, toen het hoofd van de Institute of Palestine Studies in Beiroet. Jiryes vertelde dat niet alleen het hele hebben en houden van het Palestijnse Instituut was ontvreemd en in Israëlische trucks naar Israël afgevoerd, maar dat ook zijn huis bezet was geweest en dat de militairen niet de wc hadden gebruikt, maar op zijn dure Perzische tapijten hadden gepoept. Een nieuw verschijnsel is het dus allemaal niet. Al lijkt het ditmaal misschien (nog) meer regel dan uitzondering te zijn geweest.
vrijdag 20 maart 2009
Het leger dat zoveel deed om levens te sparen
Een van de verhalen die Israël tijdens de inval in Gaza de wereld in bracht was dat de IDF zijn best heeft gedaan burgerslachtoffers zoveel mogelijk te vermijden.Tienduizenden sms-jes zouden zijn verstuurd om mensen te waarschuwen dat hun huizen of buurten zouden worden aangevallen. Huizen zouden eerst zijn bestookt met een waarschuwingsraket of -granaat voordat de echte raketten of bommen vielen, buurten zouden zijn geëvacueerd. Kortom Israël was voorzichtig te werk gegaan, had het gemunt op militaire doelen en de 'infrastructuur' van Hamas en had zoveel mogelijk levens gespaard.
De werkelijkheid ziet er anders uit. Om te beginnen is het natuurlijk zonneklaar dat dit soort waarschuwingstactieken nooit effectief kunnen zijn bij aanvallen op een enclave ter grootte van de Haarlemmermeer, waarin een bevolking is samengeperst van 1,5 miljoen mensen die de Strip niet verlaten mogen en dus ook geen kant op kunnen. Vervolgens was er de vraag: welke militaire doelen en welke 'infrastructuur van Hamas' wilde Israël vernietigen? Welnu,dat waren alle ministeries, het parlementsgebouw, de universiteit,60 politiebureaus, de elektriciteitsvoorzieningen, de gouvernementsgebouwen, tientallen scholen en moskeeën, tientallen particuliere bedrijven en bedrijfjes met name in de bouw. Dan waren er natuurlijk de verhalen van de aanvallen op VN-scholen, het gebruik van 'witte fosfor' en een nieuwe technologie, de zogenoemde DIME-raketten met een enorme explosieve kracht maar binnen een erg kleine actieradius, die leidden tot verwondingen die heel vaak - vaker dan gebruikelijk - amputaties van armen en benen nodig maakte. Maar daarnaast zijn er dus ook nog tientallen verhalen waaruit blijkt dat Israël helemaal niet zorgvuldig te werk ging of zijn best deed om levens te sparen.
Een kleine bloemlezing, afkomstig van sites als Electronic Intifada, Al-Haq en the Palestinian Center for Human Rights:
Dr Ehab Jasir al-Shaer, een jonge dermatoloog in Rafah, ging op 27 december 2008, de dag waarop de aanval begon, om 10 uur 's morgens met zijn broer Raja, zijn oom Yasir, en zijn neven Haitham en Tamer naar de burgerlijke stand in het gouvernementsgebouw in Rafah City. Om omstreeks 11.30 waren er luide explosies te horen: de Israeli's waren hun aanval op Gaza begonnen met luchtaanvallen. Het gouvernemenstgebouw behoorde tot de doelen. De lichamen van dr El-Shaer en zijn familieleden werden later die ochtend gevonden tussen de puinhopen. Niemand had de moeite genomen om de bezoekers van het gebouw te waarschuwen. Hetzelfde gebeurde met bezoekers van de ministeries en andere regerinsgebouwen en natuurlijk met de politiekadetten die tijdens hun afstudeerparade werden bestookt, waarbij tientallen van hen werden gedood en gewond.
Amer el Helo
Op 4 januari 's morgens om 5.30 uur bestormden soldaten de poort van het huis van de 29-jarige Amer al-Helo in de wijk Zeitoun van Gaza-City. De 14 man tellende familie sliep nog, onder de trap omdat dat de veiligste plaats leek, gezien de voortdurende beschietingen door tanks en F-16s. Een dag eerder was Amers oudere broer Mohammed nog gedood door raketten afgevuurd door een onbemand vliegtuigje. Amers 55-jarige vader Fouad opende de achterdeur en stapte naar buiten om te kijken wat het lawaai van de soldaten betekende. Hij werd meteen doodgeschoten. De soldaten gaven de familie daarna opdracht weg te gaan. Als ze bleven zouden ze ook worden gedood. De familie liep naar buiten en klopte, niet wetende waar naartoe te gaan, radeloos en tevergeefs op deuren van buren. Na een honderdtal meters werden ze door Israëli's onder vuur genomen. Amers één jaar oude dochtertje Farah werd geraakt in de buik, haar ingewanden hingen eruit. Zijn andere dochter, Sejah (6), werd geraakt in de schouder, zijn broer Abdullah (23)in de rug, waarbij een long werd doorboord. De familie zocht en vond een schuilplaats achter een aarden wal die Israëlische bulldozers hadden opgeworpen. De dodelijk gewonde Farah stierf daar pas enkele uren later na hevige pijn te hebben geleden, die haar moeder probeerde te verlichten door haar de borst te geven.
Tegen acht uur 's avonds werd de familie gevangen genomen door een Israëlische legereenheid met honden, die hen nog eens acht uur vasthield achter een tank, voordat ze de volgende morgen, zo'n 23 uur nadat ze hun huis uit waren gegaan, een ambulance doorliet om de twee gewonden op te halen. De rest van de familie werd weggestuurd, maar Amer werd geboeid en geblinddoekt afgevoerd naar een plaats in Israël. Hij mocht daar de eerste dag niets drinken en geen gebruik maken van een wc en werd er vijf dagen lang ondervraagd met vragen als 'waar is Gilad' en 'vanwaar wordt er op Israël geschoten?' Na die vijf dagen werd hij teruggebracht naar de grens. Pas twee weken later, na het staakt-het-vuren, was hij in staat terug te keren naar zijn deels verwoeste huis om het lichaam van zijn vader te bergen.
De familie Samouni
Eveneens in de wijk Zeitoun speelde zich het drama af van de (extended) familie Al Samouni. Op 5 januari, toen de bombardementen in hevigheid toenamen, zochten Ibrahim el-Samouni en zijn familie (12 mensen), Rashad (11 mensen) en Nafiz (10) hun toevlucht in het huis van Hilmi (16 mensen). Later die dag klopten Israëlische soldaten op de deur en vroegen alle Samouni's naar het huis van Wael (11 mensen) te gaan. De in totaal 60 leden van de familie Al-Samouni zaten daar 24 uur zonder water (en zonder elektriciteit,die was al uitgevallen bij het begin van de aanval op de Strip). Maar een dag later werd het kalm. De Samouni's dachten dat de Israëli's verder waren getrokken en éen van de leden van de familie liep naar buiten om voor de kinderen water te gaan halen uit een tank voor de voordeur. Tot zijn verbazing zag hij dat de solaten er nog waren. Hij ging gauw weer naar binnen. Vijf minuten later vuurde een tank een raket af die zeven mensen verwondde. Kort daarna werd een tweede raket afgeschoten die 26 leden van de familie doodde, van wie 10 kinderen en zeven vrouwen. Tweeëntwintig overlevende familieleden, van wie er velen gewond waren, gingen vervolgens met witte vlaggen gewapend en met de lichamen van vier dode familieleden op pad om te proberen ambulances te bereiken. Die werden door de Israëli's geweerd uit de wijk, zodat een wandeling van anderhalve kilometer nodig was voordat bij een kruispunt de gewonden konden worden opgepikt. In het huis bleven temidden van de 26 doden nog 13 overlevenden achter. Acht van hen waren kinderen, sommigen van hen waren gewond. Het duurde drie dagen voordat het Rode Kruis tot hen werd toegelaten. Enkele van de overlevenden waren er toen zo slecht aan toe dat zij voor behandeling naar België, Egypte en Saoedi-Arabië werden gestuurd.
De familie al-Daya
Op 6 januari om 6 uur 's ochtend bombardeerde een Apache helikopter een huis van vier verdiepingen in (alweer) de wijk Zeitoun in Gaza-City. Het huis werd volledig vernield. Daarbij kwamen alle 30 leden van de (extended) familie Al-Daya om. Fayez al-Daya en zijn vrouw Khitam, de grootouders, hadden al hun kinderen en kleinkinderen juist naar hun huis gehaald om hen te behoeden voor de talloze bombardementen vanuit de lucht en vanuit zee. Ongelukkigerwijs werd echter op deze manier de gehele familie Al-Daya - inclusief 18 kinderen - van de aardbodem weggevaagd.
Drie zusters
Op 7 januari beschoten Israëlische tanks het vluchtelingenkamp Jabaliya. Verschillende granaten troffen het huis van Mohammed Munib Faraj Abed-Rabbo. De familie zocht in paniek een schuilplaats onder de trap. De grootmoeder ging daarop met in haar hand een witte vlag naar buiten om de Israëli's te laten zien dat er mensen in het huis zaten. Haar drie kleindochters volgden haar. Vervolgens openden Israëlische soldaten het vuur. De zevenjarige Suad werd getroffen door 12 kogels en stierf onmiddellijk. Haar zusje Amal van drie kreeg een kogel in haar nek en stierf eveneens ter plekke. De derde zus, Samar van vijf, kreeg een kogel in haar rug. Haar vader droeg haar daarna - te voet - twee kilometer naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Samar heeft het overleefd, wel is ze nu gedeeltelijk verlamd.
Zwanger
De 40-jarige, hoogzwangere Wafa al-Masri liep met haar 26-jarige zuster Raghada naar het Kamal Odwan Ziekenhuis om te bevallen, toen zij op een kruising in Beth Lahiya werden getroffen door een raket uit een onbemand vliegtuigje. Wafa werd meters weggeslingerd en ook Raghada werd omvergeworpen. Wafa's benen waren verbrijzeld, ze had een zware verwonding aan haar borst. Ze werd naar het Shifa ziekenhuis gebracht voor een amputatie van haar benen vanaf de heup. Ze bracht er ook, wonderlijk genoeg, een gezonde zoon ter wereld. Later bleek een van haar benen toch nog te kunnen worden gered. Ook Raghada's voet, die eerst leek te moeten worden geamputeerd, zal waarschijnlijk genezen.
Dr Ezzedin Abul-Aish
Dr Ezzedin Abul-Aish is geen onbekende in Israël. Hij is gyneacoloog, deskundig op het gbied van IVF (reageerbuisbevruchting) en werkt in een ziekenhuis in Beer Sheba. Hij woont echter in de Gaza-strook, in het noorden niet ver van de Erez-grensovergang. Tijden de inval in Gaza was Abul-Aish regelmatig te horen in het programma van de Israëlische tv-zender kanaal 10. Ook de BBC-radio interviewde hem, onder meer over zijn angst voor de tanks die op korte afstand van zijn huis stonden. Een van die tanks vuurde op de laatste dag van het Israëlische offensief twee granaten af in de huiskamer van Abul-Aish, toen de dokter net even weg was. Ik heb de scène gezien toen hij - even tragisch als absurd - daarna uitzinnig van ellende in de uitzending aan de telefoon kwam, net nadat hij had ontdekt dat de granaten drie van zijn dochters en een nichtje in stukken hadden geschoten.
Het zijn maar een paar voorbeelden. Maar er rijst niet het beeld uit op van een leger dat tot het uiterste gaat om levens van onschuldige burgers te sparen. Hier lijkt veeleer een oorlogsmachine aan het werk met de kennelijke taak zoveel mogelijk schade toe te brengen aan de infrastructuur, een leger dat erop losschiet zonder aanzien des persoons.
De werkelijkheid ziet er anders uit. Om te beginnen is het natuurlijk zonneklaar dat dit soort waarschuwingstactieken nooit effectief kunnen zijn bij aanvallen op een enclave ter grootte van de Haarlemmermeer, waarin een bevolking is samengeperst van 1,5 miljoen mensen die de Strip niet verlaten mogen en dus ook geen kant op kunnen. Vervolgens was er de vraag: welke militaire doelen en welke 'infrastructuur van Hamas' wilde Israël vernietigen? Welnu,dat waren alle ministeries, het parlementsgebouw, de universiteit,60 politiebureaus, de elektriciteitsvoorzieningen, de gouvernementsgebouwen, tientallen scholen en moskeeën, tientallen particuliere bedrijven en bedrijfjes met name in de bouw. Dan waren er natuurlijk de verhalen van de aanvallen op VN-scholen, het gebruik van 'witte fosfor' en een nieuwe technologie, de zogenoemde DIME-raketten met een enorme explosieve kracht maar binnen een erg kleine actieradius, die leidden tot verwondingen die heel vaak - vaker dan gebruikelijk - amputaties van armen en benen nodig maakte. Maar daarnaast zijn er dus ook nog tientallen verhalen waaruit blijkt dat Israël helemaal niet zorgvuldig te werk ging of zijn best deed om levens te sparen.
Een kleine bloemlezing, afkomstig van sites als Electronic Intifada, Al-Haq en the Palestinian Center for Human Rights:
Dr Ehab Jasir al-Shaer, een jonge dermatoloog in Rafah, ging op 27 december 2008, de dag waarop de aanval begon, om 10 uur 's morgens met zijn broer Raja, zijn oom Yasir, en zijn neven Haitham en Tamer naar de burgerlijke stand in het gouvernementsgebouw in Rafah City. Om omstreeks 11.30 waren er luide explosies te horen: de Israeli's waren hun aanval op Gaza begonnen met luchtaanvallen. Het gouvernemenstgebouw behoorde tot de doelen. De lichamen van dr El-Shaer en zijn familieleden werden later die ochtend gevonden tussen de puinhopen. Niemand had de moeite genomen om de bezoekers van het gebouw te waarschuwen. Hetzelfde gebeurde met bezoekers van de ministeries en andere regerinsgebouwen en natuurlijk met de politiekadetten die tijdens hun afstudeerparade werden bestookt, waarbij tientallen van hen werden gedood en gewond.
Amer el Helo
Op 4 januari 's morgens om 5.30 uur bestormden soldaten de poort van het huis van de 29-jarige Amer al-Helo in de wijk Zeitoun van Gaza-City. De 14 man tellende familie sliep nog, onder de trap omdat dat de veiligste plaats leek, gezien de voortdurende beschietingen door tanks en F-16s. Een dag eerder was Amers oudere broer Mohammed nog gedood door raketten afgevuurd door een onbemand vliegtuigje. Amers 55-jarige vader Fouad opende de achterdeur en stapte naar buiten om te kijken wat het lawaai van de soldaten betekende. Hij werd meteen doodgeschoten. De soldaten gaven de familie daarna opdracht weg te gaan. Als ze bleven zouden ze ook worden gedood. De familie liep naar buiten en klopte, niet wetende waar naartoe te gaan, radeloos en tevergeefs op deuren van buren. Na een honderdtal meters werden ze door Israëli's onder vuur genomen. Amers één jaar oude dochtertje Farah werd geraakt in de buik, haar ingewanden hingen eruit. Zijn andere dochter, Sejah (6), werd geraakt in de schouder, zijn broer Abdullah (23)in de rug, waarbij een long werd doorboord. De familie zocht en vond een schuilplaats achter een aarden wal die Israëlische bulldozers hadden opgeworpen. De dodelijk gewonde Farah stierf daar pas enkele uren later na hevige pijn te hebben geleden, die haar moeder probeerde te verlichten door haar de borst te geven.
Tegen acht uur 's avonds werd de familie gevangen genomen door een Israëlische legereenheid met honden, die hen nog eens acht uur vasthield achter een tank, voordat ze de volgende morgen, zo'n 23 uur nadat ze hun huis uit waren gegaan, een ambulance doorliet om de twee gewonden op te halen. De rest van de familie werd weggestuurd, maar Amer werd geboeid en geblinddoekt afgevoerd naar een plaats in Israël. Hij mocht daar de eerste dag niets drinken en geen gebruik maken van een wc en werd er vijf dagen lang ondervraagd met vragen als 'waar is Gilad' en 'vanwaar wordt er op Israël geschoten?' Na die vijf dagen werd hij teruggebracht naar de grens. Pas twee weken later, na het staakt-het-vuren, was hij in staat terug te keren naar zijn deels verwoeste huis om het lichaam van zijn vader te bergen.
De familie Samouni
Eveneens in de wijk Zeitoun speelde zich het drama af van de (extended) familie Al Samouni. Op 5 januari, toen de bombardementen in hevigheid toenamen, zochten Ibrahim el-Samouni en zijn familie (12 mensen), Rashad (11 mensen) en Nafiz (10) hun toevlucht in het huis van Hilmi (16 mensen). Later die dag klopten Israëlische soldaten op de deur en vroegen alle Samouni's naar het huis van Wael (11 mensen) te gaan. De in totaal 60 leden van de familie Al-Samouni zaten daar 24 uur zonder water (en zonder elektriciteit,die was al uitgevallen bij het begin van de aanval op de Strip). Maar een dag later werd het kalm. De Samouni's dachten dat de Israëli's verder waren getrokken en éen van de leden van de familie liep naar buiten om voor de kinderen water te gaan halen uit een tank voor de voordeur. Tot zijn verbazing zag hij dat de solaten er nog waren. Hij ging gauw weer naar binnen. Vijf minuten later vuurde een tank een raket af die zeven mensen verwondde. Kort daarna werd een tweede raket afgeschoten die 26 leden van de familie doodde, van wie 10 kinderen en zeven vrouwen. Tweeëntwintig overlevende familieleden, van wie er velen gewond waren, gingen vervolgens met witte vlaggen gewapend en met de lichamen van vier dode familieleden op pad om te proberen ambulances te bereiken. Die werden door de Israëli's geweerd uit de wijk, zodat een wandeling van anderhalve kilometer nodig was voordat bij een kruispunt de gewonden konden worden opgepikt. In het huis bleven temidden van de 26 doden nog 13 overlevenden achter. Acht van hen waren kinderen, sommigen van hen waren gewond. Het duurde drie dagen voordat het Rode Kruis tot hen werd toegelaten. Enkele van de overlevenden waren er toen zo slecht aan toe dat zij voor behandeling naar België, Egypte en Saoedi-Arabië werden gestuurd.
De familie al-Daya
Op 6 januari om 6 uur 's ochtend bombardeerde een Apache helikopter een huis van vier verdiepingen in (alweer) de wijk Zeitoun in Gaza-City. Het huis werd volledig vernield. Daarbij kwamen alle 30 leden van de (extended) familie Al-Daya om. Fayez al-Daya en zijn vrouw Khitam, de grootouders, hadden al hun kinderen en kleinkinderen juist naar hun huis gehaald om hen te behoeden voor de talloze bombardementen vanuit de lucht en vanuit zee. Ongelukkigerwijs werd echter op deze manier de gehele familie Al-Daya - inclusief 18 kinderen - van de aardbodem weggevaagd.
Drie zusters
Op 7 januari beschoten Israëlische tanks het vluchtelingenkamp Jabaliya. Verschillende granaten troffen het huis van Mohammed Munib Faraj Abed-Rabbo. De familie zocht in paniek een schuilplaats onder de trap. De grootmoeder ging daarop met in haar hand een witte vlag naar buiten om de Israëli's te laten zien dat er mensen in het huis zaten. Haar drie kleindochters volgden haar. Vervolgens openden Israëlische soldaten het vuur. De zevenjarige Suad werd getroffen door 12 kogels en stierf onmiddellijk. Haar zusje Amal van drie kreeg een kogel in haar nek en stierf eveneens ter plekke. De derde zus, Samar van vijf, kreeg een kogel in haar rug. Haar vader droeg haar daarna - te voet - twee kilometer naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Samar heeft het overleefd, wel is ze nu gedeeltelijk verlamd.
Zwanger
De 40-jarige, hoogzwangere Wafa al-Masri liep met haar 26-jarige zuster Raghada naar het Kamal Odwan Ziekenhuis om te bevallen, toen zij op een kruising in Beth Lahiya werden getroffen door een raket uit een onbemand vliegtuigje. Wafa werd meters weggeslingerd en ook Raghada werd omvergeworpen. Wafa's benen waren verbrijzeld, ze had een zware verwonding aan haar borst. Ze werd naar het Shifa ziekenhuis gebracht voor een amputatie van haar benen vanaf de heup. Ze bracht er ook, wonderlijk genoeg, een gezonde zoon ter wereld. Later bleek een van haar benen toch nog te kunnen worden gered. Ook Raghada's voet, die eerst leek te moeten worden geamputeerd, zal waarschijnlijk genezen.
Dr Ezzedin Abul-Aish
Dr Ezzedin Abul-Aish is geen onbekende in Israël. Hij is gyneacoloog, deskundig op het gbied van IVF (reageerbuisbevruchting) en werkt in een ziekenhuis in Beer Sheba. Hij woont echter in de Gaza-strook, in het noorden niet ver van de Erez-grensovergang. Tijden de inval in Gaza was Abul-Aish regelmatig te horen in het programma van de Israëlische tv-zender kanaal 10. Ook de BBC-radio interviewde hem, onder meer over zijn angst voor de tanks die op korte afstand van zijn huis stonden. Een van die tanks vuurde op de laatste dag van het Israëlische offensief twee granaten af in de huiskamer van Abul-Aish, toen de dokter net even weg was. Ik heb de scène gezien toen hij - even tragisch als absurd - daarna uitzinnig van ellende in de uitzending aan de telefoon kwam, net nadat hij had ontdekt dat de granaten drie van zijn dochters en een nichtje in stukken hadden geschoten.
Het zijn maar een paar voorbeelden. Maar er rijst niet het beeld uit op van een leger dat tot het uiterste gaat om levens van onschuldige burgers te sparen. Hier lijkt veeleer een oorlogsmachine aan het werk met de kennelijke taak zoveel mogelijk schade toe te brengen aan de infrastructuur, een leger dat erop losschiet zonder aanzien des persoons.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Israel omarmt Wilders die ook voor annexatie van de Westoever is
Geert Wilders heeft dinsdag laten zien wat hij waard is. De leider van de grootste Nederlandse politieke partij en de ''officieuz...
-
Het is weer het seizoen van de olijven ...en van de gebruikelijke aanvallen op de Palestijnse boerenIsraelische kolonisten in actie bij een aanval op Palestijnse boeren die hun olijven willen oogsten. (Foto Shehab News) Let op: 24x u...
-
De tv-rubriek OP1 haalde Mirjam Bikker "van de ChristenUnie erbij om het demonstratierecht aan de orde te stellen. De Volkskrant cite...
-
Begrafenisprocessie van de gedode leden van de familie Abu Hattab in Gaza (Foto Palestinian Chronicle) De druk op Israel om een bestand aa...