Nederzetting Ofra zou eigenlijk afgebroken moeten worden. |
Ik vermoed dat de leden van de Zionistische Wereldorganisatie raar zullen opkijken als ik schrijf dat hun organisatie een belangrijke schakel is in het nederzettingenprogram van de Israelische regering. Met name leden van ARZA, de zionistische organisatie die is gelieerd aan de Liberaal Joodse Gemeente, zullen verbaasd zijn. Trouwens ook leden van andere met de ZWO verbonden organisaties die net als ARZA voor een zogenoemde twee-statenoplossing zijn. Ze zijn mogelijk ook meteen beducht voor hun ANBI-status, waarmee ze hun contributieafdracht en giften af kunnen trekken van de belasting. Immers het nederzettingenprogram van Israel is volstrekt illegaal. Hun ANBI-status staat op termijn waarschijnlijk op de tocht.
Hun verbazing is echter wel begrijpelijk, want dat de Israelische regering al in 1971 het beheer over het staatsland in de bezette gebieden heeft toevertrouwd aan de ''Settlements Division'' (de Afdeling Nederzettingen) van de Wereld Zionistische Organisatie (WZO) was ook in Israel heel lang nagenoeg onbekend. Israel heeft dat gedaan om alle machinaties en bedrog rond de vestiging van nederzettingen zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken. Een andere belangrijke reden was dat staatsland in bezet gebied volgens het internationaal recht alleen gebruikt mag worden ten behoeve van de oorspronkelijke bewoners van het gebied. En omdat Israel dat natuurlijk helemaal niet van plan was, werd het management van de tot staatsland bestemde grond - honderdduizenden dunams (tienduizenden hectares) - toevertrouwd aan de Settlement Division, een organisatie die buiten het zicht van de publiciteit haar gang kon gaan. De uitvoering werd zo toevertrouwd aan een organisatie als onderdeel van de ZWO als het ware ''namens het Joodse volk'' zou beheren.
Uiteraard gebeurde dat grotendeels in het geheim. En eigenlijk is dat nog steeds zo, al werd in 2005 via een rapport van de door de Israelische regering ingestelde Commissie Sasson al vastgesteld dat de Settlement Division erg betrokken was geweest bij het vestigen en financieren van de (ook volgens de Israelische wet) illegale ''outposts''. Vaak losse vestigingen zonder vergunning van één boerderij of één caravan die later uitgroeiden tot meer volwassen nederzettingen. Het huidige beleid voorziet er overigens in al die nederzettingen alsnog te legaliseren tot volwaardige nederzettingen. In de tussentijd zijn het vooral de ''outposts'' die voor de overvloed aan wandaden van kolonisten verantwoordelijk zijn.
Door activiteiten van de ''State comptroller'' (een functie te vergelijken valt met onze rekenkamer) werd in de loop der tijd echter geleidelijk meer over de rol van de Settlement Division van de WZO bekend. In 2017 gaf, als een reactie daarop, een rapport van een juridisch adviseur van de regering aan dat de staat niet zomaar allerlei functies kan overhevelen naar een niet-overheidsinstantie. Vervolgens werd in de Knesset de wet op de ''World Zionist Agency en de Jewish Agency'' zodanig gewijzigd dat het tóch kon. En daarop tekende de regering overeenkomsten met de Afdeling Nederzettingen va de WZO, waarbij werd vastgelegd dat een minister de plannen per jaar moest goedkeuren. Tegenwoordig is dat minister Strook van Nederzettingen. Vervolgens werd ook de wet op de openbaarheid van bestuur zodanig gewijzigd dat ook transparantie van financiële transacties nodig was. Maar niet van alle transacties, (G'd verhoede het). Minister van Financiën Bezalel Smotrich merkte bij die gelegenheid op dat het beheren van staatsland (dat wil zeggen land dat Israel tot staatsland heeft verklaard) een gevoelige zaak is. ''Ik zou niet willen dat de Europese Unie te weten komt op welke stukken land we aan het bouwen zijn,'' zei hij.
Beit El |
Het is dan ook nog steeds vrijwel onbegonnen werk om een volledig overzicht van de werkzaamheden van de Afdeling nederzettingen te krijgen (een afdeling met zo'n 70 werknemers, een derde van de WZO). Er zijn wel budgetten bekend voor het beheer van naar schatting 400.000 tot 500.000 dunam (60% van het 'staatsland'), maar de manier waarop ze worden besteed is vooral erg onduidelijk door de wijze waarop ze worden gepubliceerd. Wat wel duidelijk is geworden dat dit jaar een bedrag van 78 miljoen shekel (20,5 miljoen euro) werd besteed aan ''outposts''. Een jaar geleden was dat dat nog maar 23 miljoen shekel. Ook is bekend dat er talloze contracten zijn tussen Israelische ministeries en nederzettingen waarmee bedragen gemoeid zijn die niet binnen het budget vallen. Verder worden veel gelden als subsidie verstrekt aan derden die ze tevoren hebben nagevraagd. Hiervoor worden alleen getallen getoond. Zo werd in de periode 2017-2023 aan subsidies 373, 5 miljoen shekel (ongeveer 98 miljoen euro) aan subsidies betaald.
Wat echter absoluut duidelijk is, is dat de Settlement Division geen geld int voor de gronden die het aan derden least. Over verstrekte leningen worden bovendien ook nooit of aflossingen geïnd. Volgesn Dror Etkes, die vroeger voor de organisatie Vrede Nu de zaak van de nederzettingen volgde, is de staat hierdoor miljoenen misgelopen. Ook blijkt dat er diverse lease overeenkomsten intussen zijn verlopen. De nederzettingen in kwestie, bijvoorbeeld Itamar, gaan echter gewoon door met het maken van nieuwe plannen.
Wat ook gebleken is, is dat de Afdeling in de afgelopen 20 jaar vele hypotheken heeft vertrekt aan kolonisten die zich bezighielden met landdiefstal of illegale bouw. Volgens de organisatie Kerem Navot waren daar tientallen miljoen mee gemoeid. De Afdeling heeft de vrije hand bij het verstrekken van papieren die recht geven op een plot land, waarmee bij een bank een hypotheek kan worden aangevraagd. Het enige dat daarvoor vereist is, is een overeenkomst met de Settler Divison waarbij de kolonist zegt te goeder trouw te hebben gehandeld. Er is daarbij geen controle van enigerlei staatsorgaan (zoals bijvoorbeeld in Israel de Israel Land Authority). De kolonist krijgt vervolgens van de Settler Division een Certificaat van Autorisatie waarmee hij de grond - gratis - als zijn eigendom kan laten registreren en een verklaring dat hij een hypotheek kan aanvragen bij een bank. In feite krijgt hij een hypotheek voor het huis en de grond erbij als cadeau.
Waar dit toe leidt werd in 2009 duidelijk in het Spiegel rapport, een onderzoek onder leiding van generaal Baruch Spiegel opdracht van de regering. Analyse van de date gaf aan dat in 75% van alle nederzettingen (niet de 'outposts', daarover gaf het Sasson-rapport uit 2005 al bijzonderheden) van alles is gebouwd zonder de vereiste vergunningen, of in strijd met de verleende vergunningen. Bovendien was in 30% van de nederzettingen veel infrastructurele bouw, zoals wegen synagogen, scholen en zelfs politiebureaus gebouwd op privé grond van Palestijnen. Zo bleek uit het -geheime - rapport dat van één van de oudste nederzettingen, Ofra een nederzetting van Gush Emunim, het grootste gedeelte te zijn gebouwd op privé grond van Palestijnen. Een rapport van de mensenrechtenorganisatie B'tselem schreef destijds dat Ofra in feite afgebroken diende te worden. Beit El, eveneens een oude nederzetting, blijkt eveneens voor het grootste deel te zijn neergezet op privé grond. Elon Moré, één van de oudste nederzettingen werd in de begintijd na een rechtszaak deels afgebroken. Het afgebroken deel werd later elders weer opgebouwd, maar dat gebeurde helaas op privé grond. Ariël is ook deels opgetrokken op Palestijns gebied en in strijd met de plannen. De nederzetting Argaman was naar uit het Spiegel-rapport bleek, opgetrokken op basis van een order om land toe te eigenen die helemaal niet aangaf waar dat precies was. En Mevo Horon in het gebied van Latrun, was blijkbaar in 1995 aan de WZO overgedaan op een terrein dat volstrekt bestond uit privé bezit van Palestijnen, maar kennelijk was dat genegeerd om politieke redenen. We zouden nog meer namen van nederzettingen kunnen noemen, de lijst is veel langer. Uit de database blijkt ook dat de staat in de meeste gevallen koos uit twee instanties om bouwplannen te maken: de WZO of het Ministerie van Huisvesting. Die gaven het land vervolgens uit aan de instanties die de bouwplannen verwezenlijkten. In veel gevallen werd de bouw gedaan door Amana, het fonds van de nederzettingen van Gush Emunim, in andere gevallen was het het Nationale Fonds van Gush Emunim.
Wat uit de veelheid aan feiten duidelijk naar voren komt is dat alleen het budget voor de administratie van de Settlement Divisie vaststaat. Die is 40 miljoen shekel (ruim10,5 miljoen euro). De rest van de bestedingen is onduidelijk. Zo is voor het project Tkuma betreffende de herbouw van op 7 oktober 2023 verwoeste nederzettingen vlak naast de Gazastrook een miljard shekel toegekend, maar is er aan bijvoorbeeld tenders maar een enkele uitgeschreven. De kans dat de openheid zal verbeteren is waarschijnlijk gering. Minister Smotrich heeft 2025 als het jaar aangekondigd waarin de Westoever zal worden geannexeerd. Als dat inderdaad gebeurt zal de boekhouding vermoedelijk als de firma List & Bedrog van de WZO de geschiedenis ingaan.