Wie herinnert zich het lot van de jongetjes al-Bakr uit Gaza stad? De vier, Ahed (10), Zakaria (10), Mohammed (11) en Ismail (10) behorend tot de familie van vissers al-Bakr, waren op 16 Juli 2014 op het strand van Gaza stad aan het voetballen, maar werden plotseling door de Israelische luchtmacht neergemaaid met raketten. Nog zes andere jongetjes raakten gewond. De gebeurtenis, die zich afspeelde in het kader van de Israelische operatie ''Protective Edge'', kreeg destijds veel publiciteit, want het gebeurde voor de ogen van een schare internationale journalisten die toekeken vanaf het terras van hun hotel, en trouwens ook van een aantal Palestijnen.
Israel kwam met verklaringen, dat het strand daarvoor ook door mensen van Hamas was gebruikt, en dat door de lage stand van de zon niet goed te zien was geweest dat het om kinderen ging in plaats van volwassenen. Of zoiets. De Palestijnse organisaties Adalah en al-Mezan stuurden twee dagen na de gebeurtenis een brief naar de Advocaat Generaal, de Procureur Generaal en de minister van Defensie waarin ze om een onderzoek vroegen. De Palestijnse organisatie voor de mensenrechten PCHR sloot zich daar later bij aan en gaf ook nieuw bewijsmaterriaal.
Maar op 11 juni 2015 (bijna een jaar later) kwam het bericht dat de zaak was afgedaan. De drie organisaties tekenden daartegen protest aan. Op 20 augustus schreven ze dat ze nog steeds niets hadden gehoord. En op 9 september 2019 (!) kwam dan eindelijk het bericht dat de Advocaat generaal zich volledig had aangesloten bij de beslissing van de Procureur Generaal om geen vervolging in te stellen. Adalah, al-Mezan en PCHR tekenden in 2020 namens de families beroep aan. En deze zondag was er - acht jaar na dato - een uitspraak van het Israelische hooggerechtshof.
Het was een uitspraak van 11 kantjes. geschreven door rechter Ester Hajut en onderschreven door haar twee collega's Alex Stein en Isaac Amit. De uitspraak wimpelt het verzoek om vervolging af, want het besluit van de Procureur Generaal was genomen ''nadat het incident diepgravend en alomvatted was onderzocht, waarbij informatie was gebruikt die voorafgaand eraan en erna was ingewonnen''. Tot die informatie behoorde kennelijk ook ''geheime informatie'' waarvan het hof kennis nam buiten de aanwezigheid van de advocaten die het verzoekschrift hadden ingediend. Daaruit zou zijn gebleken dat de militaire claim gerechtvaardigd was dat het aangevallen gebied eerder was gebruikt door Hamas. Verder had het hof geconstateerd dat de aanval was uitgevoerd ''in overeenstemming met distinctie en proportionaliteit en overeenkomend met militaire procedures''. Het hof wees er bovendien nog eens op dat militaire operaties gecompliceerd zijn en een snelle beslissing rechtvaardigen.
Wat echter in het geheel niet in de uitspraak werd behandeld waren de argumenten die Adalah, al-Mezan en PCHR hadden aangevoerd. Bijvoorbeeld dat de aanval op de kinderen, in strijd met het oorlogsrecht, zonder meer was uitgevoerd zonder identificatie vooraf en zonder enige restrictie of voorzichtigheid. Of het feit dat er in de onderzoeken van de Procureur Generaal veel onduidelijkheden zaten en dat getuigenverklaringen vol tegenstrijdigheden stonden. En dat het ook erg wonderlijk was dat er alleen Israeli's waren gehoord en geen enkele van de buitenlandse journalisten of Palestijnen die de gebeurtenis van nabij hadden meegemaakt.
De uitspraak geeft in wezen een hele reeks algemeenheden als antwoord en tornt geenszins aan de almacht van de Procureur Generaal. Adalah, Al Mezan and PCHR gaven als commentaar: “De uitspraak van het Israelische hooggerechtshof in de zaak van de Bakr jongens maakt opnieuw duidelijk dat Israel niet bereid en in staat is om soldaten en commandanten te onderzoeken en te vervolgen voor oorlogsmisdaden tegen Palestijnse burgers. Het maakt de dringende noodzaak duidelijk van onafhankelijke en effectieve onderzoeken. Deze zaak maakt duidelijk hoe Israel willekeurig dodelijke aanvallen op Palestijnse burgers heeft uitgevoerd tijdens de Gaza-oorlog van 2014, waarin meer dan 550 kinderen werden gedood, en hoe het Israelische juridische systeem gemobiliseerd wordt om de Israelische agressie te verdedigen, waarbij deIsraelische militairen volledig vrijuit gaan. Deze zaak is een bewijs temeer dat internationale actoren nodig zijn om de Israelische leiders verantwoordelijk te houden, waaronder het Internationale Strafhof''.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten