Kolonisten en het bezettingsleger zorgen voor veel doden, gewonden, branden en diefstallen

Israelische bezettingstroepen hebben donderdagavond twee jongens gedood in de plaatstBeit Ummar ten noorden van Hebron. De twee waren Bilal Baha' Sabarna (16) en Mohammed Mahmoud Abu Ayyash (15). De troepen openden het vuur op de jongens en verklaarden het gbied vervolgens een ''closed military zone''. De lichamen van de twee werden meegenomen. Het leger verklaarde achteraf dat de jongens van plan waren een terreuraanslag te plegen bij de nabijgelegen nederzetting Karnei Tzur. De Hamasbeweging zei dat het uitkiezen van jonge slachtoffers van de Westoever het agressieve karakter van een regering van moord en terrorisme goed weergaf.

Op 7 november werden op de zelfde manier ook twee jongeren door de Israeli's gedood in de plaats al-Judeira ten noorden van Jeruzalem. Het waren Mohammed Abdulah Taym en Mohammed Rashad Qasim, beiden 16 jaar oud. Ze werden door een regen van kogels neergeschoten dichthbij de Aparthdismuur. Ook hun lichamen werden door de bezetters geconfisqueerd.

De moskee bij Salfit

Joodse kolonisten hebben donderdagmorgen heel vroeg brand gesticht in de Hajja Hamida moskee tuseenn de plaatsen Deir Istiyya en Kafr Haris (beide dichtbij Salfit). De aanvallers goten bezine of een andere brandbare stof uit bij de ingang en staken dat aan. Verder schreven ze op de muren zaken als ''Mohammed in een varken"en "We zijn niet bang voor Avi Blut" (de militaire commandant van de Westoever). Ze hadden de bedoeling de hele moskee af te branden, maar dorpelingen die haastig u het geweer kwamen wisten dat tevoorkomen. Desodanks is de schade aan het interieur aanzienlijk. 

Donderdag 13 november overleed een 13-jarige jongen uit de plaats Beita. Ayan Jihad Ma'alla was tijdens een aanval, een paar weken eerder, van kolonisten op boeren die bezig waren met de olijvenoogst, buiten westen graakt door overmatig traangas dat militairen, die de kolonisten te hulp wapen gekomen hadden afgeschoten. De militairen weigerden geruime tijd dat hij hulp kreeg, zodat hij in coma raakte. Donderdag overleed hij. 

Dezelfde dag werd een Bedouien uit Rashayda (bij Jericho) opgenomen in een ziekenhuis met een schedelbasisfractuur die hij opliep bij de bestorming van zijn dorpje. In Qabatia bij Jenin liepen twee mensen schotwonden op. En in Sinjil raakte een jonge man ernstig gewond. In de plaats Duma sloopte de bezetting een huis.

Woensdag werd de Israelische sloopwoede voortgezet met een aantal huizen in de plaats Khirbet Fakhit (in Masafer Yatta ten zuiden van Hebron). Vervolgens werd een huis gesloopt in Silwan (Jeruzalem) en een huis in Walaja (niet ver van Jeruzalem), gevolgd door een huis in  Bethlehem, waar overigens dezelfde week een aantal mensen orders hadden gekregen om hun huis te verlaten zodat er een onderkomen voor soldaten van kon worden gemaakt. 

Eén van de verbrande vrachtauto's 

Dinsdag 11 november werden door kolonisten twee auto's verbrand in de plaats Mikhmash bij Jeruzalem. In Beit Lid vond een grootscheepse pogrom door Joodse kolonisten plaats waarbij vier vrachtauto's van de melkfabriek Junaida afbrandden plus een tweetal personenauto's. Ook liepen twee mensen ernstige hoofdwonden op doordat ze waren bekogeld met stenen. 

Zaterdagavodn 8 november overleed de 26-jarige Abdul-Rahman Ahmed Darawsha uit het Fara' kamp bij Tubas in een ziekenhuis inTubas nadat hij was neergeschoten bij een incursie van het leger in het kamp.  Diezelfde zaterdag raakten zes mensen gewond bij een treffen met kolonisten tijdens een olijvenoogst in de plaats Beita (bij Nablus). Onder de gewonden waren drie journalisten, drie medische hulpverleners en een boer. De Rode Halve Maan die uitrukte maakte bekend dat de meeste slachtoffers verwondingen opliepen doordat ze  waren afgeranseld. Drie van hen moesten opgenomen worden in een ziekenhuis. Onder hen was de Reuter's correspondente Raneen Sawafta die fracturen en kneuzingen opliep. Diezelfde dag stalen de kolonsten ook de opbrengst van de olijvenoogst in de plaats Aqaba (bij Nablus) en werd een huis in Abu Falah (in het centrale deel van de Westoever bij Ramallah) aangestoken. 

Het comite van verzet tegen de kolonisatie en de Muur, meldde dat in oktober een ongekend aantal van 766 aanvallen van kolonisten had plaatsgevonden. De lezer zal begrijpen dat een verslag als dit stukje dus niet meer  dan een fractie van de werkelijke situatie op de Westoever kan bekendmaken. Er gebeurt gewoon veel teveel. Ondertussen is het omerkelijk dat er geen spoor te bekennen is van enige bescherming van de Palestijnen. Er is ook geen enkele arrestatie verricht. De Palestijnse Autoriteit maakte intussen bekend dat sinds het begin van het jaar 238 Palestijnen op de Westoever door het optreden van kolonisten en het leger zijn gedood, waarvan 48 kinderen. En ook dat is een record aantal. 

Een gewonde journalist wordt afgevoerd