Talal Salman, oprichter en hoofdredacteur van de Libanese krant As Safir tijdens de Kanafani-herdenking in het Babel Theater in Beirut op 11 juli 2012. (Foto Al-Akhbar)
Vorige week werd op veel plaatsen in de Arabische wereld het feit herdacht dat het op 12 juli precies veertig jaar geleden was dat de Palestijnse schrijver Ghassan Kanafani, één van de meest getalenteerde Arabische schrijvers van zijn tijd, in Beirut werd vermoord - naar alle waarschijnlijkheid door de Israelische Mossad.
Kanafani, geboren in Akka als zoon van een advocaat, was toen pas 36 jaar oud, maar had al 18 boeken op zijn naam, waaronder romans, novelles, een kinderboek, een viertal bundels verhalen, literaire kritieken, toneelstukken, en essays. Bij zijn dood waren er fragmenten van drie onvoltooide romans, die posthuum werden gepubliceerd.
Zijn eerste roman, Rejal fi'l shems ('Mannen in de zon, 1963) had hem bij verschijnen op slag in de gehele Arabische wereld beroemd gemaakt. Hte vis het aangrijpende verhaal van drie Palestijnse mannen die illegaal in een tankwagen proberen Kuwait binnen te komen om werk te vinden, maar door oponthoud aan de grens, in de zon, stikken in het binnenste van de tankwagen. De Egyptische filmer Tawfiq Salim maakte een film van het verhaal.
Twee andere romans, het experimentele Ma tabaqqa lakum (All that is left to you, 1966) en Umm Sad, (1969) waren eveneens geënt op Palestijnse thema´s. Kanafani wordt als één van de vaders van de Palestijnse roman beschouwd (met onder meer Emile Habibi).
Afgezien daarvan was hij bekend door zijn politieke engagement en zijn activiteitenj als journalist. Op de universiteit in Damascus, waar hij Arabische literatuur studeerde, was hij lid geworden van George Habash´ Arabische Nationale Beweging, waaruit later het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) zou ontstaan. Hij werd voor het beëindigen van zijn studie uit Syrië verbannen en was daarna een tijd leraar en journalist in Kuwait. Op het moment dat hij werd vermoord, was hij hoofdredacteur van de krant Al Hadaf (Het Doel) van het PFLP, woordvoerder van die beweging en een belangrijke steunpilaar van George Habash. De reden waarom hij werd vermoord had vermoedelijk te maken met een aanslag op het Ben Gurion vliegveld in Israel kort daarvoor, waarbij leden van het Japanse Rode Leger 26 mensen, meest christelijke Amerikaanse pelgrims doodden. De Japanners zouden hebben samengewerkt met het PFLP. Israel beweert dat er een foto bestaat waarop Kanafani staat, samen met één van de Japanse daders.
Dit is het verslag dat Kanafani´s Deense vrouw, Anni, schreef over de ochtend dat hij in zijn auto werd opgeblazen, samen met zijn negenjarige nichtje Lamees:
On the morning of the assassination we all sat longer than usual
drinking our Turkish coffee on the balcony. As always Ghassan had many
things to talk about, and we were always ready to listen. That morning
he was telling us about his comrades in the PFLP (Popular Front for the
Liberation of Palestine) and then him and his sister Fayzeh began to
talk about their childhood in Palestine…Before leaving for his office,
he fixed the electric train for our son Fayez and his two cousins. The
three of them were playing inside the house that morning. Lames,
Ghassan’s niece, was to go down-town with her uncle for the first time
since she had arrived from Kuwait with her mother and brothers one week
before; she was going to visit her cousins in Beirut – she never got
there. Two minutes after Ghassan and Lamees had kissed us good-bye there
was a dreadful explosion.
 |
Ghassan Kanafani |
All the windows in the house were blown out. I ran down, only to find
the burning remains of our small car. We found Lamees a few meters
away, Ghassan wasn’t there. I called his name – then I discovered his
left leg. I stood paralyzed, while Fayez knocked his head against the
wall and our daughter Laila cried again and again: ‘Baba, Baba…’
Still I had a small hope that maybe he was only seriously injured…
They found him in the valley beside our house and took him away – I had
no chance to see him again.
Usamah sat beside the body of his dead sister, telling her, ‘Don’t
worry, Lamees, you’ll be all right and you’ll teach me English again,
like before…’
In the evening our little Laila told me: ‘Mama, I asked Baba to take
me in the car and buy chocolate, but he was busy and gave me a bar he
had in his pocket. Then he kissed me and told me to go home. I sat on
the steps of our house to eat the chocolate, and then there was a big
bang. But Mama, it wasn’t his fault – the Israelis put the bomb in
Baba’s car.
 |
Kanafani in zijn kantoor | | | |
|
|
Kanafani wordt nog steeds veel gelezen. Een vrij goed, uitgebreider portret van hem is te vinden op deze (Engelse) Wikipedia pagina,
hier. Van hem zijn in het Nederland vertaald: Mannen in de zon en Oemm Sad (beide tweedehands nog wel te krijgen).
In het Engels zijn verkrijgbaar:
- Men in the Sun and Other Palestinian Stories (translated by Hilary Kilpatrick, 1978)
- The Slave Fort' in Arabic Short Stories, 1983 (transl. by Denys Johnson-Davies)
- All That's Left to You: A Novella and Other Stories (translated by Jeremy Reed, May Jayyusi, 1990)
- Palestine's Children: Returning to Haifa & Other Stories,
2000 (with others, translated by Barbara Harlow and Karen E. Riley)
Hier is een vertaalde versie te vinden van het verslag dat Kanafani´s schreef toen hij als 12-jarige Palestina moest ontvluchten: ´Jaffa, Land of Oranges´
Opmerkelijk is dat een novelle van hem A´id ila Hayfa (Terugkeer naar Haifa) in Israel voor toneel werd bewerkt door
Boaz Gaon. Het is het verhaal van een Palestijns echtpaar dat indertijd heeft moeten vluchten en hun kind heeft moeten achterlaten. Als ze terugkeren naar hun oude huis in Haifa, blijkt die zoon te zijn geadopteerd door holocaust-slachtoffers.