Een jonge Israelische kolonist, die ervan wordt verdacht een jaar geleden een 47-jarige Palestijnse moeder van acht kinderen te hebben vermoord, is vandaag terugkeerd naar de nederzeting, Kokhav Hashahar, ten oosten van Ramallah, waar hij vandaan komt. De jongen, wiens naam onder de Israelische wet niet mag worden genoemd, moet nog worden veroordeeld. Hij heeft een jaar onder huisarrest gezeten bij zijn grootouders binnen het eigenlijke Israel. Nu mag hij van de rechter onder huisarrest terug naar zijn eigenlijke woonplaats in de nederzetting - overigens tegen de wil van de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet en de openbare aanklager.
De rechterlijke uitspraak geeft schrijnend het verschil weer tussen de wetten die gelden voor joden en de discriminerende versies die gelden voor Palestijnen. Als hij een Palestijn was geweest die een joodse moeder zou hebben gedood, zou hij nooit huisarrest hebben gekregen maar voor de rest van zijn verdwenen zijn in een gevangenis. Bovendien zou het huis van zijn familie, nog voordat hij veroordeeld was, zijn verwoest.
De betreffende kolonist/moordenaar werd in oktober 2018 gearretseerd en in januari 2019 in staat van beschuldiging gesteld wegens doodslag. Hij zou met vier anderen Palestijnse auto's met stenen hebben bekogeld. Een van die stenen - van ongeveer twee kilo - ging door de voorruit van een auto die met zo'n 100 km per uur het checkpoint naderde in de nabijheid vanwaar werd gegooid. In de auto zaten de 47-jarige Aisha Mohammed al-Rabi en haar echtgenoot. Aisha werd geraakt aan haar hoofd en overleed na enkele ogenblikken. Haar echtgenoot raakte licht gewond.
De jonge kolonist, die in januari 2019 16 jaar was, werd in staat van beschuldiging gesteld omdat zijn DNA werd aangetroffen op de steen waarmee was gegooid. De vier anderen werden vrijgelaten. Als zij Palestijnen waren geweest zouden zij vermoedelijk tot enkele jaren gevangenisstraf zijn veroordeeld wegens het gooien van stenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten