dinsdag 21 november 2023

"Israel wilde de Palestijnen al lang uit Gaza weg hebben - mijn vader zag het al vroeg''

Door Raja Shehadeh

Zesenvijftig jaar geleden, na Israels overwinning in de Zesdaagse oorlog van 1967, vond er in het land een intensief debat plaats over de toekomst van de zojuist bezette Westoever en Gaza. De mogelijkheden varieerden van de regelrechte annexatie van het gebied door Israel, de teruggave van de Westoever aan Jordanië, of de stichting van een Palestijnse staat. Mijn vader, Aziz Shehadeh, was een voorstander van het laatste. Als advocaat en activist voor de rechten van vluchtelingen stelde hij een Palestijnse staat voor die zij aan zij met Israel zou bestaan. Washington oefende in die tijd druk uit of Israel om zijn ongedefinieerde positie voor een regeling te vertalen in concrete termen.

Nu, tijdens Israels brute aanval op Gaza oefent de Verenigde Staten opnieuw druk uit op Israel om met een plan te komen voor als het allemaal voorbij is. Maar net als in 1967 zijn Israels ambities er nu op gericht om zoveel mogelijk land te behouden met zo weinig mogelijk Palestijnen als maar mogelijk is. In 1967 waren de Israelische plannenmakers er volmondig voor om de Gazastrook te behouden. Al op 8 juni 1967 verklaarde Golda Meir, de toen secretaris-generaal was van de regerende Mapai-partij, tijdens een bijeenkomst van het politieke comité van de partij dat ze er ervoor was maar ''zonder zijn Arabieren''. In resolutie 563 van het Israelische kabinet van 19 juni 1967 werd bepaald dat ''volgens de internationale grens de Gaza-strook is gelegen binnen het territorium van de staat Israel''. 

Maar door de grote Palestijnse bevolking van Gaza was annexatie,  zoals was gebeurd met Oost-Jeruzalem, geen realistisch optie. Massale verdrijving van de Palestijnen was ook niet eenvoudig als de wereld toekeek. Daarom werden andere strategieën aangewend. De eerste daarvan was het leven ondraaglijk maken, door een ijzeren vuist te hanteren en de levensstandaard erg laag te houden. De tweede was het aanmoedigen van emigratie. Die strategie, die persoonlijk werd overzien door de premier, Levi Eshkol, hing af van financiële prikkels. Tegen het midden van 1968 hadden tienduizenden de Strook verlaten, de meesten gingen naar Jordanië. Maar Jordanië besloot hun toelating te stoppen, dus voerde Israel zijn pogingen op om emigratie te vergroten naar niet-Arabische landen als Brazilië of andere Zuid-Amerikaanse staten, of ook naar Canada en Australië, maar met gering succes. Uiteindelijk was geen van deze strategieën erg succesvol, wat Eshkol deed klagen, ''Ik weet nog steeds niet hoe ik van ze af moet komen.''

Na een periode van meer dan 50 jaar en zelfs met het opleggen aan de Strook van een beleg van 16 jaar, is het duidelijk dat geen van deze strategieën heeft gewerkt. De Palestijnse bevolking, die voor het grootste deel bestaat uit vluchtelingen van 1948, toen Israel werd gesticht, bleef waar ze was en zwol aan van 400.000 tot 2,2 miljoen. Nu, tijdens de oorlog in Gaza, lijkt Israel de gelegenheid te baat te nemen om uit te voeren wat al de voorafgaande jaren onmogelijk was.  

In de nasleep van de moorden van 7 oktober lanceerde Israel een massale aanval op Hamas, ogenschijnlijk om de militaire kracht van de beweging te breken, waarbij het gesteund werd door de sympathie van het publiek. Maar zoals mijn collega, de mensenrechtenactivist Raji Sourani, die in Gaza-stad woont, me een paar dagen geleden via de telefoon vertelde, de oorlog die hij meemaakt wordt niet gevoerd tegen Hamas. In plaats daarvan vallen de bommen op plaatsen die dicht bevolkt zijn door burgers.

De gebeurtenissen verwijzen naar Israels strategie om het noorden van zijn Palestijnse bevolking te ontdoen, zowel door de massale bombardementen die tenminste 222.000 wooneenheden hebben beschadigd, als door de weigering een staakt-het-vuren te accepteren zodat essentiële levensreddende goederen niet kunnen aangeleverd. Beide onderstrepen de massale druk die op de Palestijnen wordt aangewend om naar het zuiden te vertrekken, wat neerkomt op een etnische schoonmaak van het noorden. Er is weinig uitzicht op dat deze strategie de bedoeling heeft om de burgers te ontzien, zoals Israel had aangekondigd, of dat zij zal worden teruggedraaid nadat de vijandelijkheden zijn gestopt. Als de gevechten ophouden zullen er maar weinig gebouwen in het noorden nog overeind staan voor mensen die terug willen, om hun huis op te knappen en hun leven weer op  te pakken.  

Vandaag, bijna zestig jaar nadat mijn vader er niet in slaagde om de Israelische regering over te halen om vrede met de Palestijnen te sluiten op basis van het delen van het land, voel ik de vreselijke consequenties van deze mislukking. De dood van 11.000 mensen door de Israelische strijdkrachten, de aanvallen op de Westoever door zowel het Israelische leger als de Joodse kolonisten die hebben geleid tot de dood van (meer dan) 200 Palestijnen en het feit dat de wereld die excessen niet heeft kunnen tegenhouden, hebben tot een diepe angst in mijn eigen leven geleid. 

De kreten van de man met de dubbele Iers-Palestijnse nationaliteit die woonde in Gaza's Beach Camp aan de kust van de Middellandse Zee klinken nog steeds in mijn oren. Hij zei tegen een verslaggever van Al-Jazeera dat zijn kamp van alle kanten werd gebombardeerd door Israel en dat hij zich afvroeg of hij het zou overleven. Hij was in het donker met alleen een lichtje dat zijn gezicht toonde. Hij vroeg hoeveel meer lijden we hadden te ondergaan voordat de wereld dit zou stoppen, om daarna de kijkers recht op de man te vragen: "Vinden jullie dit leuk?" Ik weet niet of hij de Israelische beschietingen heeft overleefd. Of een andere man, die  tegen de verslaggever had gezegd dat ze het kamp onafgebroken bombardeerden, en daarna zei ''We verlaten ons huis, we gaan naar het Shifa-ziekenhuis''. Hij eindigde met de smeekbede ''Doe iets, doe iets''. Ik dacht aan hem toen het hospitaal werd omringd door het leger. 

Alles dat me de hoop gaf dat Israel zou worden gestopt als het geweld een buitensporig punt zou bereiken en excessieve inbreuken op de mensenrechten zouden plaatvinden is nu de bodem ingeslagen. Ik had het vertrouwen dat we beschermd zouden worden door het internationale humanitaire recht of door kreten van afschuw van het Israelische publiek over de excessen van hun regering - maar op dit punt zie ik hoop in geen van beide. Evenmin lijkt het erop dat Israel zal ontwaken uit zijn waanidee dat oorlog en geweld jegens de Palestijnen en zijn onneembare militaire kracht het vrede en veiligheid zal opleveren. Dit laat ons Palestijnen in de bezette gebieden kwetsbaar achter en in ernstig gevaar voor ons leven en onze toekomstige aanwezigheid  in dit land.    

En toch, ondanks alles merk ik dat ik Raji Sourani, een vriend met wie de afgelopen tientallen jaren het nodige heb meegemaakt, hier napraat. Vorige week schreef hij in het blad Jacobin: ''Wij hebben recht op rechtvaardigheid en we hebben recht op vrijheid. Wij geloven dat we ons aan de goede kant van de geschiedenis bevinden en dat we de stenen van de vallei zijn. Ondanks de enormiteit van de uitdagingen waar we tegenover staan geven de mensen hier het niet op.''    

Vertaald uit The Guardian 20-11.2023. Raja Shehadeh is advocaat en oprichter van de mensenrechtenorganisatie Al-Haq. Hij is ook de schrijver van diverse boeken, waarvan zijn laatste, ''We Could Have Been Friends, My Father and I: A Palestinian Memoir'' één van de kanshebbers is voor de National Book Award,   


1 opmerking:

Anoniem zei

Als je tijd hebt moet je dit eens bekijken. Wat een bewonderenswaardige man. Vanaf de 55e minuut.
Listen to Dr. Mads Gilbert in Cape Town – 20 November 2023 vanaf 50e minuut
https://www.youtube.com/watch?v=5iMmKVqq9xY

Een afdeling van de WZO speelt sleutelrol in Israels nederzettingenprogram

Nederzetting Ofra zou eigenlijk afgebroken moeten worden.  Ik vermoed dat de leden van de Zionistische Wereldorganisatie raar zullen opkijke...