Hier kan ik van smullen:
Bernard-Henri Lévy, voor Fransen kortweg BHL, niet weg te denken uit de Franse media, journalist, cineast, documentalist chroniqueur en bovenal filosoof, zoals hij zich op de flap van een nieuw boek laat aankondigen - (en waar ik er aan zou willen toevoegen: allesweter, poseur, arrogante wijsneus en verdediger van Israël als dat naar zijn mening onterecht wordt aangevallen (en dat is heel vaak) - was bezig een grote slag te slaan. Vandaag, 10 februari kwamen er niet minder dan twee boeken van hem uit, 'Pièces d'identité', een verzameling oudere stukken, en 'De la guerre en philosophie' (Over de oorlog in de filosofie), dat zich aandient als een soort programmaboek van het béhachéliaanse' (BHLse) denken. Volgens de flap:
Een handboek voor barre tijden, waar de auteur er flink tegenaan gaat en al doende de bouwstenen levert voor een metafysiek van de toekomstJawel, een ware come-back dus van BHL als datgene wat hij eigenlijk van huis uit is: filosoof. Voorafgaand aan de feestelijke gebeurtenis waren er tal van stukken, interviews en portretten van en met BHL in de Franse pers. Maar toen verscheen er deze bespreking in het weekblad Le Nouvel Observateur
Il s'en prend tout aussi fougueusement à Kant, « ce fou furieux de la pensée, cet enragé du concept ». Un peu audacieux de la part d'un penseur qui ne peut, somme toute, revendiquer à son actif qu'un brelan de concepts pour news magazines comme le « fascislamisme » ? Même pas peur. (....) A la page 122, il dégaine l'arme fatale. Les recherches sur Kant d'un certain Jean-Baptiste Botul, qui aurait définitivement démontré « au lendemain de la seconde guerre mondiale, dans sa série de conférences aux néokantiens du Paraguay, que leur héros était un faux abstrait, un pur esprit de pure apparence ».
(Hij werpt zich ook vol vuur op Kant, 'deze woeste gek van de gedachte, die bezetene van het concept'. Nogal overmoedig voor een denker die al met al niet meer op zijn conto kan schrijven dan een trits concepten voor nieuwsbladen in de trant van 'fascislamisme' ? Maar geen angst. (...) Op pagina 122 trekt hij zijn dodelijke wapen. Onderzoek naar Kant van een zekere Jean Baptiste Botul, 'die kort na de Tweede Wereldoorlog in een serie lezingen voor de neo-Kantianen in Paraguay aantoonde dat hun held een foute verschijning was, met het karakter van een pure schijngestalte'.
De clou van deze bespreking: de neo-Kantianen van na de oorlog in Paraguay, noch deze Jean-Baptiste Botul hebben - hoe jammer voor BHL - nooit bestaan. Het verhaal van de onbekende denker Botul, schrijft de Nouvel Observateur, is namelijk niets anders dan een tamelijk roemruchte grap, die is ontsproten aan het brein van Frédéric Pagès, afgestudeerd filosoof en journalist bij het satirische weekblad Le Canard Enchainé, waar hij tegenwoordig wekelijks het 'Dagboek van Carla B.' (wie zou daarmee zijn bedoeld?) verzorgt. Dat het Botul-verhaal een potentiële valkuil was, was sinds de verschijning van het boekje 'La vie sexuelle d'Immanuel Kant' in 1999 (en een herdruk in 2004) wellicht wat in de vergetelheid geraakt, aldus het blad, maar wat googelen zou genoeg zijn geweest voor BHL om te ontdekken waar hij mee bezig was. Dan zou hij bij de auteur Botul bijvoorbeeld ook op de veelbelovende titel zijn gestuit: 'Landru, voorloper van het feminisme'....
BHL heeft zijn fout intussen toegegeven en probeert er als een soort 'good sport' mee om te gaan. Hij is vereerd dat hij in zo'n briljante grap is getrapt van iemand die blijk heeft geven 'nog steeds een goede filosoof te zijn'. Maar Le Nouvel Observateur, neemt daar toch niet helemaal genoegen mee. Het blad wijst erop dat BHL bij de presentatie van zijn eerste boek 'Le testament de Dieu' in 1979 ook al eens flink in de fout was gegaan. Hij werd toen ongekend krachtig op zijn nummer gezet door de eminente historicus Pierre Vidal-Naquet, die hem verweet te schrijven op het niveau van een middelmatige eindexamenkandidaat. Vidal-Naquet haalde een grote hoeveelheid grove fouten uit het boek, waaronder het feit dat BHL het had over de getuigenis van Himmler tijdens de nazi-processen in Neurenberg - terwijl Himmler toch zo'n zes maanden voor dat proces zelfmoord had gepleegd.
Maar dan nog laat de Nouvel Obs het er niet bij zitten. Heeft BHL Botul eigenlijk wel gelezen, vraagt de krant zich af. Dat zou het namelijk alleen maar nog erger maken. Zo citeert de krant hilarische scènes uit het boek, waaruit blijkt dat Kant geplaagd werd door een overmatige aandrang tot masturbatie (hij kwam dat alleen te boven door als een mantra voor het inslapen 'Cicero, Cicero, Cicero' te prevelen en zichzelf in te bakeren als een baby. Ook was één van de zogenaamde Paraguyaanse lezingen getiteld 'Coito ergo sum' en een andere 'Jour et Nuit'', nota bene de titel van BHL's eigen (geflopte) 'chef d'oevre' als filmregisseur.
Trouwens, ook Frédéric Pagès, de bedenker van Botul, was verbaasd. 'Het roept vragen op over zijn manier van werken,' aldus Pagès.
[En voor wie dat nog allemaal niet genoeg is, is hier een link naar een artikel van Doug Ireland uit 2006 op de linkse site In These Times, waarop wordt uitgelegd waarom BHL's poging van een aantal jaren geleden om in het voetspoor van De Tocqueville een reisboek over Amerika te schrijven, deed denken aan de oude grap van hiphoppende Amerikanse toeristen in Europa; 'If it's Tuesday today, this must be Belgium'; waarom BHL zich van die dure openhangende witte overhemden kan veroorloven ($ 400 per stuk); hoe hij al sinds 1973 uitgever kan zijn bij Grasset, zijn eigen uitgeverij (en tegenwoordig ook aandeelhouder van het blad Libération, voeg ik eraan toe), hoe twee Franse journalisten hem enkele jaren geleden kraakten in een boek onder de titel 'Une imposture française' (Franse bedriegerij) en hoe teleurgesteld de weduwe van de in Pakistan vermoorde journalist Daniel Pearl was over de nonsens en fouten in BHL's voorlaatste boek 'Who killed Daniel Pearl'. Haar commentaar over Bernard-Henri Lévy luidde toen: 'Hij is een man wiens intelligentie onderuit wordt gehaald door zijn ego'.]
1 opmerking:
Inderdaad een calamiteuze ondergang ware het niet dat de man zoveel invloed heeft weten uit te bouwen in het franse media, politiek en cultuurwereld. Vanwaar die invloed? Vanwege grof geld. De man is miljardair door het twijfelachtig bijeen gekonkelfoesd fortuin en dus erfenis van zijn vader. In deze een schaamteloze plundering van kostbare houtsoorten in Afrika, gevolgd door een politieke lobb-u-ying in politieke en industriële cenakels om duister kredieten toen de er problemen waren en een verkoop van de zaak aan een veelvoud van zijn waarde. Met de buit is hij onophoudelijk bezig invloed te kopen sindsdien. Hij zit bvb in de zeer invloedrijke commissie dat franse filmprojecten financiert, zetelt in tal van raden, supervisiestructuren van de media en audiovisuele sector als de cultuurzender canal+.
De man is dus een blaaskaak cum laude die zijn gelijke niet kent. Hij wordt dan ook door het anarcho-surrealistische gezelschap van Noel Godin "L'internationale pâtissière" oftewel "De taarten internationale", wordt door deze vrolijke bende dus speciaal geviseerd en dus reeds 7 maal bedacht met een feestelijk roomtaart in het gezicht van deze kikkerdenker. Het gebeuren is echt te mooi voor woorden en vervult als je de koldergeschriften van Frederic Pages alias de verzonnen Jean-Baptiste Botul. Het is zo overduidelijk kolder dat iedereen danig geschrokken is dat hij hiermee toch maar eventjes de monumentale Immanuel Kant 'definitief' wou begraven...Behoudens dus de geciteerde werken van Botul heette zijn conceptueel denken, tevens ook een boek: "la métaphysique du mou"... of "de metafysica van weke, het malse" ... Dit is de kleurrijke drol waar deze meesterfilosoof over uitgegleden is. Het bestaan of niet bestaan van Botul heeft in sommige artikels dus de terechte boemerang vraag opgeworpen of BHL wel bestaat, als filosoof welteverstaan. Als comique involontaire is hij nu al inmiddels onsterfelijk.
Een reactie posten