zaterdag 16 maart 2013

Yunus, en het (kennelijk vergeten) verhaal van de Joodse oorlogspleegkinderen

Het is een beetje een pijnlijke zaak. Maar omdat niemand het naar voren brengt doe ik het maar: de affaire van het Turkse jongetje Yunus (9). Die werpt licht op een aspect van de jeugdzorg in Nederland waar kennelijk geen oog voor is. Yunus werd in 2008 aan de ouderlijke macht onttrokken en bij een pleeggezin geplaatst, een lesbisch gezin. Het was de bedoeling dat de twee broertjes van Yunus ook bij dit paar zouden worden ondergebracht, maar de ouders van Yunus wisten dit te voorkomen door met de kinderen naar Turkije te vluchten.
De biologische moeder van Yunus, Nurgül Azeroğlu, wil Yunus weer terug. Zij verscheen eerder deze maand op de Turkse televisie om een beroep te doen op de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan om tussenbeide te komen. Het was een uitgelezen moment, want Erdoğan komt volgende week een dag op bezoek in Nederland. En de hartenkreet van de moeder had weerklank in Turkije, want daar is volop begrip voor het feit dat het schrijnend is, dat zo'n islamitische jongetje nu net terecht moet komen bij een christelijk paar, dat bovendien ook openlijk lesbisch is.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft fel op de geluiden uit Turkije gereageerd en het 'aanmatigend en ongepast' genoemd dat een buitenlandse mogendheid zich met het Nederlands beleid op dit punt bemoeit. Nederland kijkt niet naar de religie of de geaardheid van pleeggezinnen in zulke gevallen en de pleegouders van Yunus, die intussen voor alle zekerheid maar even zijn ondergedoken, verdienen volgens hem bewondering 
En nu mijn punt. In Nederland wordt er zoals Asscher doet zo fel gereageerd omdat er Turkse vooroordelen (de islam!) jegens homoseksuelen in  het geding zouden zijn. Dat is vast ook het geval. Maar er speelt nog wat anders mee dat eigenlijk veel belangrijker is: hier is namelijk - wat in de context van het Midden-Oosten ondenkbaar is - een islamitisch kind toevertrouwd aan een christelijk gezin. Volgens Asscher mogen we daar niet moeilijk over doen en wordt op zulke dingen in Nederland niet gelet. Maar dan wil ik hem - en al die andere Nederlanders die nu zo verontwaardigd reageren op de geluiden uit Turkije - toch even wijzen op een pijnlijke Nederlandse erfenis van Tweede Wereldoorlog die kennelijk - met hetzelfde gemak als waarmee we onze misdaden in Nederlands-Indië of de schande van Srebrenica wegpoetsen  - nu al in het vergeetboek is geraakt.
 Die zaak betreft de oorlogspleegkinderen. Veelal waren dat Joodse kinderen die ondergedoken hadden gezeten bij pleeggezinnen. Hun ouders waren vaak omgekomen in de kampen, maar soms ook niet en ook waren er vaak nog overlevende familieleden. Een commissie met de naam Voogdijcommissie Oorlogspleegkinderen, waarin met name de gereformeerde verzetsheldin Gezina van der Molen een leidende  rol vervulde, ontfermde zich over hen. Om conflicten tussen overlevende familieleden en tijdelijke pleegouders te voorkomen, maar ook - en vooral -  om te voorkomen dat dergelijke Joodse kinderen alsnog een Joodse opvoeding zouden krijgen in plaats van een nette christelijke, kreeg deze voogdijcommissie het voor elkaar dat alle nog levende ouders van die Joodse pleegkinderen uit de ouderlijke macht werden ontzet. De voogdijcommissie kon daarna beslissen over hun lot en zich uitleven in haar zendingsdrang. Dat leidde ertoe dat de Joodse gemeenschap het nakijken had en dat veel van die Joodse kinderen als gevolg van hun christelijke opvoeding totaal van hun familie zijn vervreemd. Mijn eigen twee oudste kinderen, bijvoorbeeld, hebben dankzij het zegenbrengende werk van mevrouw Van der Molen achternichten en neefjes die zij nooit hebben gezien en van wie ze de naam niet eens kennen. Het zijn kinderen van een volle nicht van hun moeder, mijn eerste vrouw, die ondanks allerlei pogingen van haar Joodse familie om de zorg over haar terug te krijgen, katholiek is opgevoed en nooit meer iets van haar biologische familie heeft willen weten. Haar pleegouders hebben zelfs geen brief ooit beantwoord. 
Dit pijnlijke hoofdstuk in de afwikkeling van de erfenissen van de Tweede Wereldoorlog is uitstekend beschreven in het boek 'Om het joodse kind' van Elma Verheij (Nijgh en Van Ditmar, 1991) waarvan hier een recensie is te lezen in de NRC. Het is een verhaal van bevoogdend gedrag jegens een Joodse gemeenschap waarvan toen blijkbaar het recht op het hebben van een eigen godsdienst en eigen gebruiken even moest wijken voor de zendingsdrift in naam van het veel beschaafder geachte christendom.
Vele jaren later werd door de meeste mensen erkend dat het optreden van de Voogdijcommissie uitermate beschamend  was geweest. Maar kennelijk hebben we er in dit land niet veel van geleerd. Nu speelt het feit dat de ongetwijfeld liefdevolle opvoeding van de lesbische christelijke moeders van Yunus wel ongeveer gedoemd is hem totaal van zijn achtergrond te vervreemden, opnieuw geen enkele rol. Het màg geen rol spelen, want de islam is achterlijk en ziet lesbische moeders niet zo zitten. En wij zijn progressief en hebben dus - net als Van der Molen destijds - een beschavende rol. 
Ik ben zo vrij om dat een schandalig standpunt te vinden. Lesbische moeders, best. Maar niet voor de islamitische Yunus. Christelijke ouders, OK, maar niet voor een islamitisch kind. Het Nederlandse jeugdrecht hoort met dit soort dingen rekening te houden, anders is het een beschaafd land onwaardig. En trouwens, stel je de kreten eens voor als het omgekeerd zou zijn geweest. Niet Yunus, maar de christelijke Johan, zoon van gelovige ouders die wordt ondergebracht bij Turkse-islamieten.... 

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Abu, ik heb of had ook ernstige bedenkingen over de Turkse familie. Ik bedacht mij later dat als men mijn zoon bij een extreem rechts of gelovig gezin zouden plaatsen, ik dit ook niet prettig zou vinden. Maar berichten op sites over ongelovigen etc vind ik ernstig. Het belang van een kind zou voorop moeten staan en deze ouders schijnen naar Turkije op vakantie te gaan en naar de moskee. Mij stoort het dat je religie of het ontbreken ervan een struikelblok zou zijn. Waar was men toen het kind werd verwaarloost?
Jose

Anoniem zei

Dank voor het verwoorden van wat ik als moslim niet eens onder woorden weet te brengen.

Ina Hartgers

Anoniem zei

Abu dank voor dit stuk historie en je ongezouten mening erg leerzaam. groet Daniella

Anoniem zei

Ik wist niet dat Ascher gezegd heeft dat "we" (bij Jeugdzorg) geen rekening houden met de culturele en religieuze achtergronden van een pleegkind. In mijn beperkte ervaring is dit niet waar. Ik weet dat Jeugdzorg actief aan voorlichting doet, in elk geval deed, een aantal jaren geleden, in Groningen. Zowel bij zelforganisaties als bij acties voor generaal pardon waren mensen van Jeugdzorg actief contacten aan het leggen.
Ik leerde hieruit dat er nauwelijks moslimfamilies zijn die zich als pleeggezin aanmelden.

Niet kunnen is niet hetzelfde als niet willen, dat geldt ook voor Jeugdzorg.

Fennie Stavast

Abu Pessoptimist zei

Fennie Stavast, ik ben zo vrij te veronderstellen dat Jeugdzorg, of de overheid in bredere zin, hier toch een forse steek heeft laten vallen,want anders was er wel actiever nar pleeggezinnen gezocht onder islamitische families. Ik bedoel: het kan toch niet dat een probleem als dat rond Yunus een nieuw fenomeen is, als we al zoveel jaren hier ongeveer een miljoen moslims hebben wonen?

Elisabeth zei

Ik dacht dat Joodse weeskinderen juist wel in Joodse kring werden geplaatst na de oorlog. Er zijn toch processen gevoerd door onderduik ouders die hun pleegkinderen graag wilden houden (Anneke Beekman e.d.)? Naar ik heb begrepen verloren ze die, en een vriendin van mijn moeder is daarom tot haar 12e in een orthodox weeshuis ipv een gezin opgegroeid tot er een joods pleeggezin voor haar gevonden werd. Maar misschien was dat later, en juist een reactie op de praktijken van die mevrouw van der Molen?

Abu Pessoptimist zei

Elisabeth, Anneke Beekman en een proces om een meisje Milhado zijn inderdaad 'causes célèbres'geweest van familieleden die processen verloren waarin zij de voogdij opeisden over deze meisjes.
De oorlogswezen werden door de Commissie OPK veelal gelaten bij de onderduikouders bij wie ze zaten, of er nu nog familie in leven was of niet. Er was ook nog een categorie van kinderen die in (Joodse) weeshuizen terecht kwamen (een kleine groep). Een deel daarvan is mogelijk later bij families ondergebracht. Daarover weet ik geen details. Waarschijnlijk staat dit wel in het boek van Verheij.

Elisabeth zei

Ik zat er dus helemaal naast!

Een afdeling van de WZO speelt sleutelrol in Israels nederzettingenprogram

Nederzetting Ofra zou eigenlijk afgebroken moeten worden.  Ik vermoed dat de leden van de Zionistische Wereldorganisatie raar zullen opkijke...