Beit Arabiyya zoals het was voor de sloop. (Active stills)
Het Israelische Comité tegen de Sloop van Huizen (ICADH) stelt zich al jaren teweer tegen de politiek van Israel om in groten getale zogenaamd 'zonder vergunning' gebouwde huizen in de bezette gebieden te slopen. Afgelopen week was een aantal huizen doelwit, dat al eerder was gesloopt en vervolgens door het ICADH herbouwd. Jeff Halper, directeur van het ICADH, scheef erover op de blog site +972. Vandaag hier de vertaalde versie van zijn verhaal.
Door Jeff Halper
Het is gemeengoed geworden onder gewelddadige kolonisten van de Westoever om willekeurige Palestijnse moskeeën, huizen, olijfboomgaarden en individuen aan te vallen om een boodschap over te brengen aan andere Israëli's. Ze heten "prijskaart" aanvallen, naar de "handtekening" die de kolonisten achterlaten op de muren van uitgebrande gebouwen. In
het nachtelijke donker van afgelopen maandagnacht 23 januari voerde het Israelische leger zijn eigen Prijskaart-aanval uit op ICAHD, het Israëlische Comité tegen de sloop van huizen.
Om 11:30 uur op die koude, regenachtige avond, kreeg ik een paniek telefoontje van Salim Shawamreh, een Palestijnse man uit Anata op de Westoever, wiens huis vier keer is gesloopt door de Israëlische
autoriteiten en telkens door ICADH is herbouwd als een daad van verzet. "Bulldozers van het leger naderen mijn huis," riep hij. "Nu beginnen ze het te slopen!"
Zoals intussen routine is geworden waarschuwde ik onze activisten, plus journalisten en buitenlandse diplomaten, en we haastten ons naar Anata. We wisten dat we de huizen niet konden redden, maar we konden verzet bieden, solidariteit met de families tonen, die daar doorweekt met hun bezittingen in de regen stonden, vastleggen wat er gebeurde en deze jongste oorlogsmisdaad bekendmaken aan de wereld. Het
was één van die duizenden aanvallen op Palestijnen die zich dagelijks voordoen en de kranten nooit bereiken - waarschijnlijk omdat het er zoveel zijn, en ze zo gewoon zijn geworden dat ze geen nieuws meer zijn.
Tegen de tijd dat we bij Salim's huis kwamen - dat we in 2003 hebben
gebouwd en dat hij Beit Arabiya had genoemd, het 'huis van Arabiya'', de vrouw
van Salim en moeder van hun zeven kinderen - was het weg. Salim zelf was wegens de soldaten te bang om de heuvel af te gaan om het te zien, maar ik liep naar beneden. Zelfs in het donker en de regen kon ik de ruïnes van het huis zien, en de bezittingen van de familie die eruit waren gegooid. Maar ik kon niet blijven. De bulldozer was de heuvel op gereden en was nu bezig een enclave te slopen van Jahalin Bedoeïenen - een onderdeel van de Jahalin stam die wordt verdreven en overgeplaatst naar een plek op de vuilnisbelt van Jeruzalem in de buurt van Abu Dis.
Onze activisten waren er al en waren in de slag met met het leger om te pogen de bulldozer te bereiken en zijn vernietigende werk te belemmeren. De soldaten, die beweerden dat het een "gesloten militaire zone" was maar geen order konden laten zien waaruit zoiets bleek, vielen de activisten fysiek en verbaal aan.Itay Epshtain, ICAHD's mededirecteur, werd met een geweer tegen de grond geslagen. Onderwijl vervloekten de soldaten "de anarchisten en de linksen". Eén van hen riep naar rabbijn Arik Aschermann van Rabbijnen voor de Mensenrechten dat hij zijn keppeltje moest afdoen omdat "hij het jodendom te schande maakte". Maar het waren de vrouwen die het meeste verbale geweld kregen te incasseren."Ik hoop dat de Arabieren hier je verkrachten!" schreeuwde een soldaat tegen een activiste.
Uiteindelijk werden Beit Arabiya, zes huizen van de Jahalin en de meeste van hun stallen gesloopt voordat het leger wegging.De bulldozer, beschermd door tientallen militairen, was eigendom van een aannemer die voor de vernielingen goed was betaald door het 'Burgerbestuur' (Civil Aministration), de naam die het militaire bestuur van Israël op de Westoever gebruikt om haar militaire connecties te verbloemen en om de schijn te wekken dat sloop van "illegale" Palestijnse huizen gewoon een kwestie is van "behoorlijk bestuur".
Salim Shawareh voor zijn gesloopte Beit Arabiyyeh. (Foto Jeff Halper)
Nadat we een tijdje bij de families waren gebleven en hen hadden beloofd alles te zullen herbouwen, gingen we terug om persberichten uit te geven, informatie op onze website en sociale media te zetten en om activisten in het buitenland te activeren en, via hen, overheden en
VN-organen. Pas toen we terug waren, die vroege ochtend, hoorden we dat er nog een ander huis
was afgebroken: dat van de familie Abu Omar, een familie van 17 mensen
die woonden in een huis dat vorig jaar was gesloopt en door ICAHD was herbouwd tijdens ons zomer-wederopbouw kamp van 2011. We
hadden gedacht dat de bulldozer en de soldaten waren vertrokken naar de basis van de grenspolitie op de heuvel tegenover Beit Arabiya en de Jahalin, maar ze waren alleen maar om Anata heen getrokken. Om 3:30 stortten zij zich op de familie Abu Omar, dwongen hen hun huis te verlaten, haalden hun bezittingen eruit, en sloopten het. De familie was zo in beslag genomen door het onverwachte geweld, de terreur, de verwarring, en de noodzaak om zich over hun hun doodsbange kinderen te ontfermen, dat ze er niet aan gedacht hadden ons te bellen.
De aanval van het leger op drie plaatsen die al jaren een band hebben met verzets-activiteiten van ICADH was duidelijk een officiële, door de overheid gesponsorde, gewelddadige prijskaart- aanval op de Palestijnen om een "boodschap af te geven" voor ICAHD. Uit de tienduizenden slooporders die nog uitstaan in de bezette gebieden, kozen ze deze drie. Eigenlijk was de "boodschap" al eerder overgebracht. Al de tweede keer dat Beit Arabiya werd gesloopt in 1999, had Micha Yakhin, degene van het Burgerbestuur die toezicht hield op de sloopactiviteiten in dat deel van de Westoever, tegen me gezegd: "We zullen elke woning slopen die jullie herbouwen."
ICAHD heeft in de afgelopen 15 jaar 185 gesloopte Palestijnse huizen herbouwd, als daden van politiek verzet - niet als humanitaire gebaren - alles gefinancierd door giften. We zullen de maandagnacht gesloopte huizen ook herbouwen. Het samenkomen van Palestijnse gezinnen en leden van de Palestijnse gemeenschap,
Israëlische activisten en internationale vredestichters bij het bouwen van huizen is een van de belangrijkste vormen van verzet, solidariteit en mobilisatie. Maar Israël heeft alleen al het vorige jaar 200 woningen afgebroken op de Westoever en in Oost-Jeruzalem, van de meer dan 26.000 Palestijnse huizen in de bezette gebieden die het gesloopt heeft sinds 1967. Het verzet kan geen gelijke tred houden met de massale Prijskaart-aanval die de Israëlische bezetting is.
Jahalin Bedoeïnen bij Anata kamperen naast de resten van hun gesloopte bezittingen. (Active stills)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Israel werkt in Gaza samen met plunderaars van vrachtauto's
Een intrigerend bericht twee dagen geleden was dat UNRWA en The World Food Program 100 vrachtauto's Gaza hadden binnengereden en dat d...
-
Het is weer het seizoen van de olijven ...en van de gebruikelijke aanvallen op de Palestijnse boerenIsraelische kolonisten in actie bij een aanval op Palestijnse boeren die hun olijven willen oogsten. (Foto Shehab News) Let op: 24x u...
-
De tv-rubriek OP1 haalde Mirjam Bikker "van de ChristenUnie erbij om het demonstratierecht aan de orde te stellen. De Volkskrant cite...
-
Begrafenisprocessie van de gedode leden van de familie Abu Hattab in Gaza (Foto Palestinian Chronicle) De druk op Israel om een bestand aa...
3 opmerkingen:
MaartenJan, dank. Documenteren en bekend maken van deze misdaden is het minste.
Rosenthal zal zeggen dat voor de benadeelden de weg naar de Israëlische rechter openstaat.
Haha.
Dank voor dit bericht - helaas.
Goed dat er zoveel (maar nog te weinig!) mensen zijn die naast de slachtoffers staan. En die het doorgeven.
Ze verdienen veel steun!
Wanneer stelt Groen Links vragen over het optreden van de heer Rostenthal?
Kunnen wij voor de deur demonstreren, werkelijk te grof voor woorden wat er allemaal gaande is.
gr. Jose
Een reactie posten