Palestijnse inwoners van acht dorpen in provincie Hebron vrezen dat hun verdrijving ophanden is

Gemaskerde soldaten die per helikopter werden gebracht, namen dinsdag foto's en tekenden beschrijvingen op van het dorpje Jinba in de regio Hebron. (Haaretz) 

 Israelische soldaten hebben  dinsdag foto's genomen en situatieschetsen gemaakt van het dorpje Jinba in de regio Hebron, zo meldde Haaretz. De militairen werden afgeleverd in helikopters. Zij richtten een commandocentrum op in een tent buiten het dorpje en lieten twee jeeps en een hummer achter. De activiteiten alarmeerden de bewoners van Jinba, die vrezen dat zij nu op korte termijn zullen worden verdreven.        
De ongewone militaire activiteit komt nadat het Israelische hooggerechtshof op 23 juli te horen kreeg dat minister Ehud Barak van Defensie de afbraak heeft bevolen van acht dorpjes in het gebied bij Jinba omdat het leger het gebied nodig zou hebben als oefengebied. De dorpjes bestaan al tenminste sinds 1830, maar het het leger en het militaire bestuur van de Westoever, the Civil Administration, beschouwen de inwoners als krakers die illegaal in 'Vuurzone 918' wonen. De dorpjes in kwestie - dat zijn behalve Jinba de dorpen Majaz, Tabban, Sfai, Fakheit, Halaweh, Mirkez, en Kharuba -  hebben samen een bevolking van zo'n 1500 mensen. Die zullen volgens de plannen van het leger worden overgebracht naar het op ongeveer 20 kilometer afstand gelegen Yatta, een stad met ongeveer 100.000 inwoners. De verdreven dorpelingen zouden echter wel het recht houden hun grond te bewerken en vee te weiden in weekends en op joodse feestdagen, als het leger niet oefent.
De order van Barak grijpt terug op een eerdere order om de inwoners te evacueren uit 1999 waarbij niet alleen de bovenvermelde acht dorpen, maar ook nog vier andere dorpen, Tuba, Mufaqara, Sarura and Megheir al-Abeid met in totaal nog eens 300 inwoners, tot militair gebied werden verklaard. In de nieuwe plannen worden deze laatste vier dorpjes echter gespaard.
 De plannen uit 1999 werden in 2000 door een uitspraak van het hooggerechtshof bevroren, nadat de Beweging voor Burgerrechten ACRI en een advocaat voor Jinba, Shlomo Lecker, bezwaar hadden aangetekend. Tamar Feldman, een advocaat van ACRI, bevestigde tegenover Haaretz desgevraagd dat de bevriezing door het hooggerechtshof nog steeds van kracht is.


Schoolklas in Jinba voordat het leger de auto in beslag nam die de onderwijzer aanvoerde uit Yatta. 

Het is overigens niet de eerste keer dat het leger de inwoners van Jinba dwars zit. In mei namen de militairen een auto in beslag die werd gebruikt om een onderwijzer vanuit Yatta naar Jinba te transporteren. Daarmee kwam een einde aan de mogelijkheid voor de kinderen in Jinba om onderwijs te genieten. Het leger vaardigde overigens ook een slooporder uit voor het schooltje, dat gebouwd was temidden van de grotwoningen waaruit het dorpje grotendeels bestaat.

Grotwonigen in Jinba.