Ziedaar een staalkaart van de gebruikelijke ''verhoormethodes'' in het Shikma ondervragingscentrum van de Israelische geheime dienst Shin Bet in Ashkelon. De Israelische mensenrechtenorganisaties Hamoked en B'tselem hebben die nog eens onder de aandacht gebracht in een nieuw rapport dat is gebaseerd op verklaringen en getuigenissen van 116 Palestijnen die ''om veiligheidsredenen'' in Sikma gevangen zijn gehouden tussen augustus 2013 en maart 2014.
Vrijwel elke gevangene was
blootgesteld aan één, of meerdere van deze maatregelen, zoniet allemaal. Een derde van hen was door militairen en/of politie geslagen en uitgescholden in de loop van hun arrestatie, en tenminste 14 van hen waren voor zij in Shikma belandden, ook al gevangen gehouden en gemarteld door de Palestijnse Authoriteit.
B'tselem en Hamoked concluderen dat de manier waarop gevangenen in en buiten de ondervragingsruimtes worden behandeld gelijkstaan aan inhumane behandeling en mishandeling en soms marteling. Zij zijn een schending van het internationaal recht en zelfs van de richtlijnen van het Israelische hooggerechtshof dat 16 jaar gelden marteling verbood (zij het met uitzondering van ''tikkende tijdbommen'', die mogen namelijk nog wel aan ''milde fysieke druk'' - lees: marteling- worden blootgesteld). Hamoked en B'tselem concluderen dat de verhoormethodes in Shikma van boven af zijn geautoriseerd en niet een kwestie zijn van ''enkele rotte appels''.
Echt opmerkelijk is het rapport overigens niet. Het is al lang algemeen bekend dat er door de Shin Bet wordt gemarteld. Het zou pas nieuws zijn geweest als het rapport bekend had gemaakt dat dit niet het geval was. Wèl opmerkelijk in het rapport is dat de twee mensenrechtenorganisaties onthullen dat Israel zich ook ''indirect'' aan marteling schuldig maakt. Namelijk door gegevens en getuigenissen tegen gevangenen te gebruiken die eerder zijn verkregen doordat de Palestijnse Autoriteit Palestijnse gevangenen via marteling tot bekentenissen heeft gedwongen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten