Succes voor BDS: Pensioenfonds PGGM trekt investeringen terug uit vijf Israelische banken

Reclame voor hypotheken van Bank Leumi in de nederzetting Tzofim (Foto Who Profits)

Een nieuw succes aan het BDS-front: PGGM, een van de grootste Nederlandse pensioenfondsen met een geïnvesteerd vermogen van ongeveer 150 miljard euro, heeft zijn investeringen teruggetrokken uit vijf Israelische banken, omdat zij diensten  verlenen aan de Israelische nederzettingen in bezet gebied, meldt Haaretz.
Volgens de krant heeft PGGM die beslissing genomen op grond van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof uit 2004 (de uitspraak over ´´de Muur´´). Daarin stond dat de nederzettingen illegaal zijn en een schending inhouden van artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève. Dit artikel verbiedt het bezettende land om ´´delen van zijn eigen bevolking te deporteren of over te brengen naar het gebied dat het bezet´´.

PGGM had de banken over deze uitspraak benaderd en gevraagd of zij hun activiteiten ten behoeve van de nederzettingen zouden kunnen staken, maar volgens Haaretz kreeg het pensioenfonds het antwoord dat de banken onder de Israelische wet niet gerechtigd zijn op te houden diensten te verlenen aan de nederzettingen of bedrijven of instituties die werken voor de nederzettingen. En volgens Haaretz, voegden zij eraan toe dat het  gezien de manier waarop de banken werken, ook niet eens mogelijk zou zijn.
Bij de investeringen ging het om Bank Hapoalim,Bank Leumi, First International Bank of Israel, Israel Discount Bank en Mizrahi Tefahot Bank. In totaal bedroegen de investeringen slechts enkele tientallen miljoenen, maar de stap van PGGM heeft vooral ook een grote symbolische waarde omdat het voorbeeld door andere beleggers zou kunnen worden gevolgd.
Wat mijns inziens ook heel belangrijk is aan de beslissing van PGGM, is dat de correspondentie tussen PGGM en de banken duidelijk maakt dat de banken niet alleen rechtstreeks diensten aan de nederzettingen verlenen, maar ook indirect aan andere bedrijven die dat doen, en dat ze daarmee niet kunnen en mogen stoppen. Daaruit kan worden geconcludeerd dat in feite de activiteiten van het totale Israelische bedrijfsleven verweven zijn met de nederzettingen en dat een boycot van producten en diensten die de nederzettingen betreffen dus eigenlijk om effectief te zijn ook zou moeten gelden voor de totale Israelische economie.
PGGM is overigens al de derde Nederlandse instantie in korte tijd die banden met Israelische bedrijven verbreekt. Eerder haakte ingenieursbureau HasKoningDHV af bij een waterzuiveringsproject in Oost-Jerzuzalem waar de Palestijnse Autoriteit scherp tegen gekant was. En onlangs verbrak het waterbedrijf Vitens een voorgenomen samenwerking met het Israelische bedrijf Mekorot, omdat dit op grote schaal water onttrekt aan de bezette Westoever, ten koste van de daar wonende Palestijnen.