Net waren we gewend aan JStreet, of ineens was er ook een JCall. En net hadden we dat nieuws tot ons door laten dringen of er was in Amerika weer een oproep: 'For the Sake of Zion'. Je zou je haast gaan afvagen: wie of wat is de volgende die stelling neemt tegen het traditionele Joodse leiderschap.
Door Maarten Jan Hijmans
Toen JStreet aan de deur klopte met zijn conventie in het afgelopen najaar (de organisatie bestond toen al ruim een jaar maar dat was de eerste keer dat zij zich echt manifesteerde), was dat een gebeurtenis. Voor het eerst in ruim 60 jaar werden de officiële lobby-organisaties AIPAC (American Israel Public Action Committee), ADL (Anti-Defamation League) en ZOA (Zionist Organization of America) links ingehaald door een organisatie die net zoals zijzelf een lobby-organisatie wilde zijn en niet zoals eerdere initiatieven een actiegroep (denk aan Americans for Peace Now, The Israel Policy Forum of – veel langer geleden, Ein Breira). JStreet noemde zich een 'pro Israel pro peace' lobby, een lobby die niet meer zoals AIPAC 'right or wrong my country' achter Israel wilde staan en vond dat de Amerikaanse regering met zijn poten van Israël moest afblijven, maar een lobby die kritisch was en vond dat de regering van de VS een actieve rol op zich moest nemen. JStreet stond achter de 'building freeze' in de nederzettingen, maakte zich sterk voor een twee-statenoplossing en deed een beroep op de regering-Obama door te pakken met de vredesbesprekingen.
Menigeen dacht – vooral omdat JStreet de eerste organisatie aan de linkerkant was die vrij snel een massale aanhang verwierf (zo'n 120.000 in het eerste jaar van haar bestaan) – dat dit een breuk betekende met de traditionele verhoudingen, waarin het establishment altijd blind Israël verdedigde en zorgde dat kritische geluiden niet verder dan de zijlijn kwamen. Zij werden in die gedachte gesterkt doordat het officiële Israël flink afstand nam van JStreet. Michael Oren, de Israëlische ambassadeur in de VS, weigerde te spreken op de JStreet conventie en veel Israëlische publieke figuren lieten zich weinig vleiend over JStreet uit, al waren er tijdens de conventie ook boodschappen van onder meer Kadima-leider Tsippi Livni en president Shimon Peres.
Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. De kloof tussen JStreet en het Joodse establishment is wat gedicht. Jeremy Ben Ami, de voorman van JStreet heeft met ambassadeur Oren een 'constructief ' gesprek gehad. JStreet heeft een verklaring uitgegeven waarin het zijn steun uitsprak voor sancties tegen Irans nucleaire politiek. En een JStreet–delegatie onder leiding van Ben Ami heeft Israël en de bezette gebieden bezocht. Onder meer werd gesproken met president Peres. Ook sprak Ben Ami tijdens de trip het vertrouwen uit dat het Netanyahu ernst was met de vredesbesprekingen, terwijl hij het talmen van de Palestijnse leiderschap bekritiseerde om naar de onderhandelingstafel terug te keren.
De delegatie van JStreet (met een aantal leden van het Congres) had tijdens haar trip in februari ook een ontmoeting met de Palestijnse premier Salam Fayyad. Links van Fayyad JStreet voorman Jeremy Ben Ami (Foto JStreet)
Links – dat wil zeggen – echt kritisch links – was niet al te zeer 'amused'. Blogger Richard Silverstein liet dooschemeren dat hij wel enig begrip kon opbrengen voor wat columnist Shmuel Rosner van de Jerusalem Post schreef:
An Israeli familiar with the content of J Street’s meetings in Israel this week had said that “they sounded not much different from the visitors we have in AIPAC delegations”…It raises an old question: Why can’t they just join AIPAC instead of competing with them?…But there’s another way of looking at it: Maybe as a separate organization with more credibility on the left J Street can help Israel more by way of helping curb the wacky initiatives of the far left (like divestment in Berkeley).
JStreet als organisatie die al te linkse avonturen in de kiem smoort? Het gaat wat ver, maar vaststaat dat de blijdschap van het vredeskamp over JStreet op dit moment op een laag pitje staat. Echter, nauwelijks waren we bekomen van die schrik of daar was ineens weer een nieuw initiatief: JCall geheten. Voorlopig is dat JCall - gelanceerd op 3 mei - nog niet veel meer dan een verklaring (Appel à la raison, Oproep tot redelijkheid) opgesteld door een aantal Franse en Belgische Joden, voor een belangrijk deel afkomstig uit het Joodse establishment. Onder de oorspronkelijke ondertekenaars zien we de namen van de filosofen Alain Finkielkraut en Bernard Henry Levy, de leider van de Franse Groenen, Daniel Cohn Bendit, de vroegere Israëlische ambassadeur in Frankrijk, Elie Barnawi, de leider van Vrede nu in Frankijk, David Chemla en de Israëlische historicus Zeev Sternhell. De ondertekenaars (intussen zo'n 6000) maken zich bekend als mensen wier ´binding aan de staats Israël een deel van hun identiteit is'. Zij verklaren dat Israël tegenover 'existentiële bedreigingen' staat. En dat – ook al valt 'de dreiging van externe vijanden' niet weg te cijferen – 'de dreiging ook ligt in de bezetting en de voortdurende nederzettingenpolitiek op de Westoever en in de Arabische wijken van Oost-Jeruzalem. Zij noemen deze aanpak ´politiek en moreel gezien verkeerd´ en roepen de EU op om samen met de VS druk op Israël en de Palestijnen uit te oefenen om een twee-statenoplossing te bereiken, omdat Israël anders zijn Joodse meerderheid dreigt te verliezen. En: 'Systematische steun voor de Israëlische regeringspolitiek is gevaarlijk en dient niet het ware belang van de staat Israël'.
De lancering van JCall in het Europarlement. Links Daniel Cohn-Bendit, midden Alain Finkielkraut, rechts Bernard Henry Lévy.
De JCall mensen zijn nu bezig om gelden te verzamelen om JCall een vergelijkbare institutionele basis te geven als JStreet Ook hebben zij vergelijkbare boze reacties opgeroepen vanuit het traditionele Joodse leiderschap als eerder JStreet. Zo noemde het Europese Joodse Congres de oproep: ´verdeeldheid zaaiend, contraproductief en niet nuttig´. En Richard Prasquier, de leider van het Conseil représentatif des institutions juives de France (CRIF, de koepel van alle Joodse organisaties) zei in een interview met de Amerikaanse Jewish Forward dat de petitie ´onacceptabele taal bevatte´ onder meer door de nederzettingen ´moreel verkeerd´ te noemen.
De discussie is – vooral in Frankrijk met zijn grote Joodse bevolking - nog niet uitgewoed, met name omdat sprake is van een soort schisma onder de Joodse leiders. Een aantal ondertekenaars van het eerste uur is namelijk bestuurder van het CRIF geweest. En één van hen, de advocaat Patrick Klugman, een prominent lid van de Parti Socialiste, gaf tegenover de Forward toe dat een belangrijke reden voor de verklaring een ´ruk naar rechts´van het CRIF is geweest en de automatische steun van dit college voor de Israëlische regeringspolitiek.
Na JCall kwam er half mei weer een Amerikaanse oproep van prominente Joodse liberalen die zich lieten inspireren door JCall. Onder de ondertekenaars van deze verklaring, For the Sake of Zion, stonden onder meer de namen van de socioloog Steven Cohen, de columnist Leonard Fein van de Forward, Samuel Norwich, de hoofredacteur van de Forward en Peter Edelman, een vroegere hoge medewerker van president Clinton In deze For the Sake of Zion-verklaring wordt óók een beroep gedaan op de regering Obama om druk uit te oefenen op Israël en de Palestijnen om de ´nodige concessies´ te doen en steun te geven in wat daar ´de omstreden gebieden´ wordt genoemd. Maar de verklaring is weinig tegemoetkomend naar de Palestijnen op wie een beroep wordt gedaan ´terrorisme af te zweren´en af te zien van hun beroep op het recht op terugkeer. Ook wordt er opgeroepen nederzettingen die illegaal zijn volgen de Israëlische wet´ af te breken, terwijl de andere nederzettingen, die onder internationaal recht net zo illegaal zijn, niet worden genoemd.
Dit soort zaken was onmiddellijk inzet van kritiek van links. Sommige potentiële sympathisanten lieten weten om deze redenen niet te tekenen.
In het algemeen kan trouwens als kritiek op ál deze nieuwe initiatieven van JStreet tot en met For the Sake of Zion worden geuit dat wel heel erg de nadruk ligt op het ´gevaar dat Israël straks geen Joodse meerderheid meer heeft´als er niet gauw wat gebeurt en dat er weinig of helemaal geen oog voor is dat voor een blijvende vrede ook de belangen van de Palestijnen recht dient te worden gedaan. Maar dat is waarschijnlijk niet het belangrijkste element van deze verklaringen. Veel belangrijker is ongetwijfeld dat zij, zoals Zeev Sternhell zei, aangeven dat de Joodse gemeenschappen niet meer vanzelfsprekend tevreden zijn met de manier waarop zij worden vertegenwoordigd. Blijkbaar rommelt het. En wie daar nog een aanvullend bewijs voor nodig heeft , zou een moeten kijken naar de enorme opwinding die een recent essay van Peter Beinart (foto) ´The Failure of the American Jewish Establishment´ in Amerikaans-Joodse kringen veroorzaakte. Beinart´s stuk in de New York Review of Books, dat het lezen meer dan waard is (klik hier) betoogde dat Amerika´s Joden, die van huis uit overwegend liberaal zijn, decennnialang gevraagd is hun liberalisme aan de kapstok te hangen als zij opkwamen voor Israël. Daardoor is een geloofwaardigheidskloof ontstaan tussen wat algemeen over Israëls politiek wordt gedacht en hoe er door organisaties als AIPAC mee wordt omgegaan. Beinart schreef dat als gevolg daarvan met name jongeren zich - zoals onderzoeken aangeven – massaal van Israël afkeren. Maar als je naar JStreet, JCall en For the Sake of Zion kijkt zou je zeggen dat de onvrede niet tot jongeren beperkt blijft. Het blijft de moeite waard deze onvrede in de gaten te houden. . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten