Vooraf waren er de nodige dreigementen geweest, en de gebruikelijke leugens en verdachtmakingen over onze kritiek op Israel en ons ''antisemitisme''. Representatief was bijvoorbeeld de kletskoek van mevrouw Elma Drayer, bekend van eerdere feitenvrije stukken waarin ze onder andere anderen ten onrechte van antisemitisme betichtte en ons van verkeerde bedoelingen. Voor de EO radio (Dit is de Dag) herhaalde ze nog eens uit den treure dat we de Kristallnachtherdenking ''misbruiken'' voor ons anti Israel protest. ''Laat bij die herdenking voorop staan wie er worden herdacht: de gedeporteerde joden. Het is absurd in eenzelfde bijeenkomst joden in het beklaagdenbankje te zetten, ' zei de gevierde columniste van tegenwoordig de Volkskrant.
Tja. Als het waar was geweest had ze gelijk gehad. Maar dat was het dus niet. Mevrouw Drayer is namelijk wel vaker te lui om haar huiswerk te doen. Als ze de jaargangen van onze herdenkingen na had gelezen (hier te zien en wat onbreekt is ook wel op internet te vinden) had ze kunnen zien dat Israel zelfs helemaal nooit ter sprake is gekomen op onze herdenkingen. Behalve dan verleden jaar toen het Palestijnse Israelische parlementslid Haneen Zoabi sprak over de achtergestelde positie van de Palestijnen in Israel. Een kritisch verhaal, ja, maar of het anti Israelisch was, is toch de vraag. Ook lijkt het niet echt antisemitisch om te vragen op voet van gelijkheid met de Joodse bewoners van Israel te mogen worden behandeld.
Maar één ding kan Drayer worden nagegeven. Ze jokte de onzin na van de Joodse leiders van het CJO, van wie er één Netanyahu bewondert en spreekt van ''de betwiste gebieden'' als hij het over de bezette gebieden heeft, een ander Eerste Kamerlid is van de PVV en een derde bestuurslid is van het CIDI. Lekker stelletje. al zou dat nog tot daaraan toe zijn als ze maar geen leugens vertelden en hun rechtse visie lieten doorgaan voor de visie van ''alle Joden''. Goede vertegenwoordigers,kortom, van wat vroeger een volkje van ''twee joden drie meningen'' heette te zijn, in het gezelschap van een echte goede journaliste die alleen de dingen vertelt die ze zelf heel goed heeft gecontroleerd en in hun slipstream nog een legertje sneue rechtse bloggers en kladschrijvertjes op TpO of het NIW, die vergelijkbare ongecontroleerde, tendentieuze, of zelfs regelrecht verzonnen (nietwaar Keesje?) onzin uitkramen.
Het was dus een goede herdenking, onze herdenking. Niet zo saai, denk ik, als die aan de overkant in de snoge van het CJO. Met Rutte die zei dat we moeten blijven herdenken, en CJO voorzitter Van der Wieken die zei dat we nog geen tegengif hebben gevonden voor antisemitisme. (Hij zeker niet, denk ik dan).
Hieronder de tekst van één van de redevoeringen op onze herdenking. Mede als bewijs waar het wél over ging. De rede van Janneke Stegeman, theoloog bij de Nieuwe Liefde en dit jaar uitgeroepen tot ''Theoloog des Vaderlands'':
Janneke Stegeman |
''Kristallnacht 2016
Uilenburger Synagoge
Het risico van
herdenken is dat het vooral een fijn en goed gevoel oplevert: ik sta
aan de goede kant, wij zijn ons bewust van de geschiedenis. Kijk ons
eens de verplichte hoofdstukken herdenken. Ik
groeide op in die geruststellende zekerheid. Iedereen begreep wat er
mis was gegaan in de Tweede Wereldoorlog. Ieder jaar werd het
herdacht, dus dat zat goed. Net
zoals het helder was dat racisme fout is. Als het fout is, dan zullen
we er wel over heen zijn.
Op die manier kan herdenken
bedekkend zijn. Sussend en tegelijk uitsluitend: wij staan aan de
goede kant, want we zijn ons bewust van het kwaad van het verleden.
Wie is de wij over
wie ik heb?
Meestal heb ik de luxe om als individu te kunnen
spreken. Dat is een privilege. Vandaag spreek ik in een synagoge, bij
de herdenking van de Kristallnacht. Ik spreek niet als individu, maar
als witte protestantse Europeaan deze Kristallnacht. Dat voelt
ongemakkelijk. Dat ongemak wil ik hier ter sprake brengen.
Herdenken moet netjes, vinden sommigen. Binnen de
lijntjes. Ik geloof
niet meer in die veilige vorm van herdenken: herdenken zou gevaarlijk
moeten zijn. Het betekent je niet neerleggen bij de status quo. Het
betekent het stellen van gevaarlijke vragen. Het grenst aan protest.
Protesteren is geen keurige
aangelegenheid.
Daar ben ik niet zomaar
achter gekomen. Ik heb bijvoorbeeld door Pesach te vieren in
Jeruzalem geleerd dat herdenken transformerend kan zijn. De joden met
wie ik dat deed vonden dat daar Palestijnen bij hoorden, want Pesach
gaat over bevrijding en Palestijnen leven onder bezetting. Dat is
gevaarlijke herdenking. Het is een vorm van herdenken die mensen kan
transformeren.
Waar zitten voor mij de gevaarlijke vragen? In
mijn eigen traditie.
Na Kristallnacht kwam een
grote vluchtelingenstroom op gang. Heel even leidde dat tot
Nederlandse solidariteit. Maar de meeste joden die na de
Kristallnacht Duitsland uit vluchtten, werden in Nederland aan de
grens geweigerd. Extra grenswachten werden ingezet om hen terug te
sturen. Dat was onder het kabinet Colijn, bestaande uit drie
christelijke partijen – waaronder de ARP, de partij waarvoor mijn
opa in de gemeenteraad van Gramsbergen zat. Zoveel joodse
vluchtelingen zouden misschien het antisemitisme aanwakkeren, was de
paradoxale angst. En het zou de relatie met Duitsland kunnen
verstoren.
Ik geloof dat mijn traditie antisemitisme nog
steeds niet serieus genoeg in de ogen heeft gekeken. Het wordt gezien
als een tijdelijke vergissing, waar de theologie na de Tweede
Wereldoorlog gelukkig grotendeels van is genezen. Inderdaad
kwam er na de tweede wereldoorlog onder Nederlandse christenen een
belangrijke beweging van bewustwording op gang. Helaas meen ik te
zien dat het voor Nederlandse christenen vandaag nog steeds moeilijk
is zich te verhouden tot joden. Dat wil zeggen: tot de levende
realiteit van joden, in plaats van tot een geïdeologiseerd idee van
wat joden zouden moeten zijn. We spreken over een joods-christelijke
traditie alsof er geen jodenvervolging is geweest.
We slagen er ook niet in het christelijke antisemitisme in verband te brengen met een bredere geschiedenis van
christelijke uitsluiting, die joden betrof, maar ook moslims, en
zwarte mensen. Antisemitisme – racisme tegen joden - en Islamofobie
worden niet met elkaar in verband gebracht. Maar de wortels van christelijk
antisemitisme zijn wel verbonden met uitsluiting van Moslims. In 1492
werden Joden en Moslims verbannen uit Spanje. Luther zag jodendom en
Islam als bedreiging voor het Christendom. In dezelfde periode
veroverden christelijke Europeanen koloniale gebieden, ondersteund
door een verhaal dat hen als superieur zag vanwege hun religie en de
kleur van hun huid.
Vandaag werd in de VS een
witte man gekozen, in wiens uitspraken de verbindingen tussen
xenofobie, racisme, Islamofobie en antisemitisme pijnlijk duidelijk
worden. Racisme in de VS behoort nog helemaal niet tot het verleden,
ook niet na acht jaar Obama. De manier waarop islam en moslims hier
worden weggezet duidt op hetzelfde. Die vormen van uitsluiting zijn
een voortzetting van iets ouders.
Herdenken zou geen
onschuldige bezigheid moeten zijn, vandaag zeker niet. Degenen die
zich verzetten tegen deze bijeenkomst voelen dat in ieder geval wel
aan. Ze voelen aan dat het gevaarlijk is Kristallnacht te herdenken
als iets dat over joden gaat en over het gevaar van antisemitisme,
maar ook ons iets vertelt over uitsluiting in het algemeen. Als we
geschiedenissen van uitsluiting met elkaar verbinden, kunnen we niet
langer over antisemitisme spreken als iets dat apart staat. Zo
spreken over antisemitisme werkt vaak versluierend, speelt moslims en
joden tegen elkaar uit, en houdt de Westerse christelijke traditie
buiten schot. We moeten het hebben over hoe racisme tegen joden in verband te brengen met racisme tegen zwarte mensen, racisme
tegen moslims, geweld tegen vrouwen.
Wat staat ons te
doen? Ik spreek eerst het witte christelijke of post-christelijke
wij: we moeten gevaarlijke vragen durven te stellen bij onze eigen
geschiedenis. Weigeren te
accepteren dat wat er nu gebeurt normaal is. Dat Moslims zich gehaat
voelen. Dat politici profiteren van Islamofobie. Dat de politie
etnisch profileert. Dat wie protesteert tegen racisme als de
veroorzaker van het probleem wordt gezien. Het is belangrijk dat we
bereid zijn macht op te geven. Ruimte, tijd, geld over te laten aan
anderen.
En voor ons
allemaal: dingen doen zoals dit nu – herdenken, protesteren, delen.
Ons niet uit elkaar laten spelen. Leren, schrijven, onderwijzen,
liefhebben. Pijn met elkaar delen. Moed vinden. Uitrusten. En hopen:
omdat in een wereld zonder uitsluiting iedereen
floreert.''
Geen opmerkingen:
Een reactie posten