Israelische militairen hebben donderdag een huis vernield in het dorp Deir Abu Mashal (district Ramallah) van de familie van Adel Hassan Ahmad Ankoush, een man die met twee anderen in juli in Jeruzalem een aanval uitvoerde op leden van de grenspolitie waarbij een vrouwelijke agente werd gedood.
Een dag eerder werd in het dorp Kobar het huis vernield van de familie van Omar al-Abed, die in juli drie Israelische kolonisten vermoordde in de nederzetting Halamish, als reactie op de spanningen rond de Aqsa moskee wegens het plaatsen van elektronische controlepoortjes.
Eerder deze week werd op dinsdag een gebouw van twee verdiepingen gesloopt in de wijk Issawiya van Jeruzalem en gingen in Jeruzalem in Beit Hanina een was inrichting voor auto's tegen de vlakte en in Jabal al Mukabbir een ongenoemd commercieel gebouw. En npg weer eend ag eerder, op maandag, gingen twee door de EU betaalde huizen in een dorp in Zuid Hebron tegen de vlakte.
De sloop van het huis van Adel Ankoush in Deir Abu Mashal was de laatste van drie. Ankoush pleegde de aanslag in Jeruzalem met twee anderen. De huizen van de familieleden van deze twee anderen waren al gesloopt. Het huis van Ankoush was aanvankelijk alleen afgesloten, maar gespaard omdat het temidden van andere huizen lag. Nadat het donderdag was opgeblazen brak een brand uit, die echter door Palestijnse brandweermannen werd geblust. Met de sloop van de drie huizen zijn 22 familieleden van de drie aanvallers dakloos geworden. De drie aanvallers zelf werden al in juli ter plekke door de Israeli's doodgeschoten.
De sloop woensdag van het huis van de familie van Omar al-Abed bestond eruit dat de tweede verdieping totaal werd vernield en de eerste verdieping grotendeels. Omar al Abed zelf zit gevangen in Israel maar is nog niet aangeklaagd. Zijn moeder die eerder wegens ophitsing werd opgepakt en afgelopen zondag opnieuw werd gearresteerd, zit eveneens vast, evenals diverse andere familieleden, onder wie Omars vader, een oom en zijn twee broers. Zij kunnen een vervolging verwachten wegens het feit dat ze van Omars plannen zouden hebben geweten en hem niet hebben tegengehouden. De sloop ging woensdag gepaard met het nodige geweld in het dorp, dat sinds de aanval door Israel van de buitenwereld is afgesloten. Terwijl troepen pamfletten uitdeelden die de inwoners vertelden dat ze op gelijke wijze zouden worden aangepakt als ze aanvallen op Israeli's zouden willen uitvoeren braken onlusten uit tussen de militairen en jongeren. Medewerkers vaan de Rode halve Man vertelden Ma'an News dat 12 mensen werden getroffen door ''rubberkogels'', onder wie de fotojournalist Muhammad Radi, die van dichtbij in zijn gezicht zou zijn geschoten. Dertien mensen moesten worden behandeld voor ademhalingsproblemen door overmatig traangas, vier mensen werden naar een ziekenhuis vervoerd.
In Isssawiya betrof het een huis van twee verdiepingen waar op de tweede verdieping een aantal families woonde en beneden een aantal winkels was gevestigd. Het gebouw was tien jaar oud en eigendom van Abdullah Hamdan. In Beit Hanina ging het om een wasinrichting van de familie Badr voor auto's, in Jabal Mukabbir was het een onbekend commercieel gebouw. In al deze laatste gevallen zou Israel geen bouwvergunningen hebben verleend. Maandag werden in het dorpje Khashem al-Daraj, in Zuid Hebron, twee huizen gesloopt van Mustafa Salim Awwad en Moussa Ahmad Awwad. De huizen waren geschonken door de Europese Unie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten