Herdenking op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag, plek waar verzetsstrijders werden gefusilleerd.
Als Auke de Leeuw, een jongen van vijftien, op de Dam een gedicht wil
voordragen waarin hij een oudoom herdenkt die „koos voor een verkeerd
leger”, dan weet het Nederlands Auschwitz Comité dit te voorkomen.
Voordragen van het gedicht zou volgens dit comité strijdig zijn „met
iedere vorm van zindelijk denken en fatsoen”.
Belangenvereniging Federatief Joods Nederland voorkwam via de rechter
dat tijdens de dodenherdenking in Vorden, Gelderland, ook tien Duitse
dienstplichtigen werden herdacht. De voorzitter van Federatief Joods
Nederland, een miniclubje dat een handvol mensen vertegenwoordigt,
noemde dit voornemen „grievend” en „misselijkmakend”.
Een Joodse groepering die zich TOF noemt, een Jiddisch woord voor
‘goed’, maar hier als afkorting van Tradition is Our Future, bestond het
zelfs om een vliegtuigje boven Vorden te laten vliegen met op een
reclamesleep de tekst „Vorden is fout!”
Ik vind dit kwalijke ontwikkelingen. Nederland telt niet één Joodse
gemeenschap, het gaat om een zeer verdeelde groep van zo’n 52.000
mensen. Leden van kleine groepjes eisen buitensporig veel macht op. Zij
doen dit op basis van een vast argument: respect voor het ongekende leed
dat de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is aangedaan.
En:
Als de geschiedschrijving van de laatste decennia ons iets over de
Tweede Wereldoorlog heeft geleerd, dan is het wel dat de tweedeling
tussen goed en fout veel te simplistisch is. (..) Steeds meer mensen zien ook sommige daders als slachtoffers – slachtoffers van de omstandigheden.
......als het aan mij had gelegen, had Auke de Leeuw zijn ontroerende
gedicht voorgelezen op de Dam en had het gemeentebestuur in Vorden
gerust bij de graven van die Duitse dienstplichtigen mogen stilstaan.
Waarom? Omdat de dodenherdenking een nationale herdenking is, geen
Jodenherdenking (die bestaat al en heet Jom Hasjoa). ....(....) De toenemende Joodse monopolisering van de
dodenherdenking wekt wrevel op, merk ik om mij heen. De nationale
ontwikkeling volgen en mededogen opbrengen voor sommige daders zou juist
respect opleveren.
De dodenherdenkingen op 4 mei, het is me wat. Ze leveren al een paar jaar gedonder op. Twee jaar geleden mocht de Duitse ambassadeur niet naar de herdenking op de Dam, een jaar geleden was er stampei over het feit dat Grimbert Rost van Tonningen, zoon van één van de beruchtste Nederlandse nazi's maar zelf wel degelijk ook een slachtoffer, een rede zou houden. Dit jaar was het dus Vorden en de 15-jarige Auke de Leeuw. Volgend jaar is er vast wel weer iets anders aan de hand.
Op 3 mei was er, als voorbereiding op de herdenking - en juist ook omdat er alweer van alles om te doen was geweest - een debat in De Balie in Amsterdam onder de titel `De 2e Wereldoorlog: IJkpunt of zeikpunt? Deelnemers waren onder meer acteurs, de psychoanalyticus en traumadeskundige Wouter Gomperts, de historicus Von der Dunk (sr), en hoogleraar journalistiek Frank van Vree, plus de zaal. (Strafpleiter Bram Moszkowicz zei op het laatst af). Felix Rottenberg leidde en zorgde voor een soort constructieve chaos, waaruit naar voren kwam dat weliswaar ongeveer iedereen die twee minuten stilte op 4 mei wel wil behouden, maar dat de inhoud ervan lang niet meer voor iedereen hetzelfde vertegenwoordigt. Von der Dunk had dat in een inleiding waarmee hij de spits mocht afbijten ook al geconcludeerd. Het was volgens hem de verklaring voor die steeds terugkerende ´´affaires´´ rond 4 mei. De zwart -wit tinten (goed of fout) waarin na de oorlog op de gebeurtenissen werd teruggekeken, hebben plaatsgemaakt voor meer grijs, zei hij, en steeds minder mensen kunnen zich daarom herkennen in - of claimen te spreken vanuit - een soort vanzelfsprekend wij-gevoel.
Als ik de avond in mijn eigen woorden resumeer, kwam eruit dat discussie over de inhoud van de herdenking goed en nodig is om de verschillende visies tot hun recht te laten komen en te zorgen dat er überhaupt, nu de generatie die het heeft meegemaakt aan het uitsterven is, nog wel een inhoud aan gegeven kan worden. De suggestie uit de zaal van de historicus Blom (ex-directeur van het NIOD) om op of rond 4 mei voor debatten over historische onderwerpen te zorgen, klonk wat dat betreft zinvol.
Publiek bij een voorstelling van de Barbaren.
Twee mensen die al een tijdje zorgen voor die extra inhoud - en die ook het debat in De Balie hadden georganiseerd - zijn Jaïr Stranders en Bo Tarenskeen, theatermakers en toevallig ook filosoof. Of misschien is dat laatste niet zo toevallig. Drie jaar geleden begonnen zij met 'Theater na de Dam', dat inmiddels is uitgegroeid tot een uitgebreide onderneming. Afgelopen 4 mei was van alles te doen in diverse theaters, van Toneelgroep Amsterdam en Ramsy Nasser tot theatergroep Nieuw West met ´Lokjoden´. Zelf was ik bij een voorlezing van ´Het vuil, de stad en de dood´van Rainer Werner Fassbinder, door de groep ´Barbaren & Co. die duidelijk maakte dat het achteraf totaal onbegrijpelijk is dat dit stuk zo´n 25 jaar geleden een gigantische rel veroorzaakte en niet mocht worden opgevoerd omdat het antisemitisch zou zijn. Ook dat is een bewijs voor hoe de perspectieven in toch maar enkele jaren tijd radicaal kunnen veranderen. Vandaar ook deze keuze natuurlijk van Barbaren & Co. Wat mij betreft: alle hulde voor Stranders en Tarenskeen voor de manier waarop zij proberen de rituele 4 mei gebeurtenis van een nieuwe inhoud te voorzien en voor wie er dit jaar nog niet heen is geweest een aanrader om het volgend jaar te doen.
4 opmerkingen:
Mijn 9 jarige zoon hoorde ons praten over het gedicht van Auke de Leeuw en ik heb het op zijn verzoek voor hem uitgeprint zodat hij het kon lezen. Als er EEN gedicht is dat kinderen aan het denken zet over de oorlog en de keuzes waarvoor mensen kwamen te staan dan is dit het wel. We hebben het ook gehad over de opmerkelijke keuze van Auke's ouders om hem naar deze oudoom te vernoemen en de redenen die ze daarvoor gehad kunnen hebben. Allemaal dankzij dit 'foute' gedicht.
De voorbeelden die AbuPessoptimist geeft, kunnen aangevuld worden met talloze andere. Het gedoe van enkele jaren terug rond de ‘Boomerangkaart’ waarop Anne Frank met kefiye was afgebeeld, (Cidi: ‘misbruik van de nagedachtenis van Anne Frank’), de opgeklopte ophef over de rede van de toenmalig voorzitter van Een Ander Joods Geluid Max Wieselmann bij het terrein van Westerbork, de uitsluiting door rabbijn Evers van Harry van Bommel bij de Auschwitzherdenking 2009, de trammelant rond de Kristallnachtherdening in Amsterdam in 2010 en 2011 (CJO: ‘de joodse gemeenschap wil niet langer dat de herdenking gekaapt wordt door lieden met een politieke agenda’), en nu in 2012 het gesteggel over de herdenking in Vorden en op de Dam (Cidi, in een –beledigende- brief over ‘het gedicht’ aan het 4-5 mei Comité: ‘zo eindigen we nog met Eichmann als slachtoffer in onze armen te sluiten’): het zijn alle uitingen van een eendere grondhouding.
De zelfbenoemde vertegenwoordigers van ‘de joodse gemeenschap’ gedragen zich als de morele bovenmeesters van de rest van Nederland. Alleen zij en zij alleen zijn gerechtigd te bepalen wie wat waar en wanneer mag zeggen en doen, en hoe, als de Tweede Wereldoorlog in het geding is. De rechtvaardiging hiervoor wordt gevonden in ‘slachtofferschap’, ‘slachtofferschap’ dat inmiddels amper nog historisch beleefd is, maar veeleer verworven, en waaraan met kracht vastgehouden wordt omdat het identiteit en saamhorigheid biedt.
Maar de irritatie en het ongeduld over dit in de ogen van anderen kunstmatig in leven gehouden ‘lijden’, groeit zienderogen. De joodse bovenmeesters zetten de hakken in het zand, ze laten zich hun mooie positie niet zomaar afnemen, maar ze misrekenen zich. Langzaamaan wordt hun opstelling ervaren als morele chantage en de bereidheid van de niet-joodse wereld zich daardoor te laten gijzelen is aan zijn eind.
Ik juich dat toe: het betekent bevrijding voor allen.
Mooi geschreven , complimenten voor een ieder ,
groet Jose
bedankt voor deze mooie teksten, ik woon in Egypte en keek met mijn zonen (15 en 11) vorige week de ontroerende film la vita e bella. In diezelfde week las ik over het gedicht van Auke, vertelde mijn kinderen daarover hoe bijzonder dat is dat dat in Nederland kan. Het vervolg vertelde ik helaas ook , en ik vertelde hun van het aangrijpende getuigenis van Victor Frankl. groet Daniella, Cairo
Een reactie posten