Delen van Arabisch Jeruzalem komen om in het vuil

 Palestijnen van de bij Oost-Jeruzalem gevoegde buurten/dorpen Qalandia and Kfar Akab komen om in het vuilnis. De twee wijken liggen  weliswaza in Jeruzalem, maar wel aan de ';verkeerde kant' van de Afscheidingsmuur. Volgens het Jeruzalese stadsbestuur wordt er desondanks vier maal per week het vuil opgehaald, maar de bewoners van de wijken zeggen dat ze al acht maanden geen vuilnisauto hebben gezien., meldt Mya Guuarnieri op +972.  En dat resulteert in een ondragelijke stank, muizen, ratten en kakkerlakken.
In Qalandiya proberen bewoners nu de zaak simpel op te lossen door vuilniszakken mee te nemen door het checkpoint en te dumpen in Joods West-Jeruzalem. Maar zoals Haaretz vandaag meldt, lukt dat niet altijd. Soms weigeren de bewakers bij de doorgang het vuilnis door te laten.  Een andere oplossing is vuilnis verbranden, maar ook dat is een slechte (en mileugevaarlijke) oplossing. Zodat Qalandia en Kfar Akab zich nu tot de Verenigde Naties hebben gewend om om hulp te vragen. Tarik Abdallah, hoofd van de plaatselijke gemeenteraad, zei dat de stad, ondanks herhaalde verzoeken, niets doet. 'Zodat we nu geen andere keus hebben dan ons tot de VN te wenden. Zij zullen mensen sturen en dan zullen ze zien dat we in een Derde Wereldland wonen.'
Het vuilophaalprobleem is overigens niet nieuw, de foto boven dit stukje is van 2010. Afgezien daarvan
zijn er nog heel wat andere diensten waar de Oost-Jeruzalemmers niet van profiteren, zoals verbindingen, verlichting, bestrating en trottoirs, parken, sportfaciliteiten en nog wel meer. De Arabische inwoners van Oost-Jeruzalem vormen ruim een derde van de bevolking; Ze betalen net zoveel belasting als alle anderen, maar de gemeente besteedt aan hen niet meer dan 8-10 procent van het totale stedelijke budget, zo meldt Ir Amim. Bij B’Tselem is een statistiek te zien waarop zichtbaar is hoe het feit dat er zo weinig geldt naar de Arabische bevolking van Oost-Jeruzalem gaat, wordt vertaald in gebrek aan diensten.