Nieuw rapport documenteert Israelische diefstal natuurlijke rijkdommen van de Dode Zee

Omslag van het rapport van Al Haq 'Plundering van de Dode Zee'

De Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al Haq heeft een nieuwe rapport gepubliceerd over de exploitatie door Israel van de natuurlijke hulpbronnen van de Dode Zee. Onwettige exploitatie, wel te verstaan, want het is een bezettingsmacht volgens het internationaal recht niet toegestaan de natuurlijke hulpbronnen van het bezette gebied ten eigen bate aan te wenden. Zulks is een oorlogsmisdaad.
Het rapport heet dan ook ' “Pillage of the Dead Sea: Israel’s Unlawful Exploitation of Natural Resources in the Occupied Palestinian Territory.”  ('Plundering van de Dode Zee: Israels onwettige exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in de bezette Palestijnse gebieden').
Met name wordt in het rapport de maatschappij Ahava Dead Sea Laboratories genoemd, die gevestigd is in de nederzttetting Mitzpe Shalem, en die voor de vervaardiging van haar prodcuten gebruik maakt van modder die wordt gewonnen in de Dode Zee. De maatschappij is voor 44,5% eigendom van de kolonisten in  Mitzpe Shalem en een zusternederzetting, Kalia.
In een commentaar op het rapport zei Shawan Jabarin, de algemeen directeur van Al-Haq: 'De Israeli's onthouden de Palestijnen overal in de bezette gebieden de toegang tot hun natuurlijke hulpbronnen, maar deze praktijk is vooral heel zichtbaar in het gebied van de Dode Zee. Dit laat ook duidelijk zien hoe Israel economisch profiteert van de bezetting. Gezien het feit dat de kolonisten in het gebied en de Ahava Dead Sea Laboratories rechtstreeks profiteren van het zich toeëigenen van de hulpbronnen van de Dode Zee en van de handel in producten die er in dat gebied uit worden gewonnen, moeten zij als primaire schuldigen aan het bedrijven van de oorlogsmisdaad plundering worden beschouwd.    

Maar niet alleen de kolonisten en de Dead Sea Laboratories Ltd. zijn schuldig. De firma investreert ook veel geld in research en development (R&D) voor wat de betreft de therapeutische effecten van de modder en mineralen uit de Dode Zee op de menselijke huid.  Daarbij werkt de maatschappij nauw samen met Israelische en Europese wetenschappelijke centra. Ook is zij deelnemer in diverse research projecten die worden gesubsidieerd door de EU. In 2011 ontving de maatschappij 1,13 miljoen euro aan financiële bijdragen voor haar deelname aan een aantal projecten die werden gesponsord door het 'Zevende Europese Framework Programma voor Research en Ontwikkeling' (FP7).
Al Haq's rapport  beveelt aan dat Israel stopt met de exploitatie van de rijkdommen van de Dode Zee en de vergunning intrekt die Dead Sea Laboratories in 2004 kreeg voor het mijnen van de zee. Al Haq doet verder een beroep op derde landen om druk op Israel uit te oefenen om de onwettige exploitatie van rijkdommen in bezet gebeid te stoppen en om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen en niet met op enigerlei wijze, met deze onwettige activiteiten samen te werken of commerciële relaties te onderhouden. En op de EU doet Al-Haq tenslotte een beroep om alleen samen te werken in programma met ondernemingen die geregistreerd staan in het eigenlijke Israel en  binnen de groene lijn werkzaam zijn, en om te zorgen dat er restricties komen op de import van goederen die zijn vervaardigd in de nederzettingen, gezien  de ernstige inbreuken op het internationale juridische systeem die de nederzettingenstructuur inhoudt.

Modder voor Ahava in een opslagplaats bij de nederzetting Mitzpe Shalem.