Human Rights Watch levert scherpe kritriek op rechtspraktijken in de Gazastrook

De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft woensdag een nieuw rapport uitgebracht waarin het scherpe kritiek levert op de juridische praktijken van Hamas, de beweging die de controle heeft over de Gazastrook. Volgens het rapport is sprake van willekeurige arrestaties, het lange tijd in afzondering houden van arrestanten, marteling, en strafprocessen die niet volgens de geldende regels en op een eerlijke wijze worden gevoerd. Bovendien heeft Hamas sinds het 2007 aan de macht kwam, tenminste drie mannen ter dood gebracht op basis van bekentenissen die werden gedaan nadat de verdachte waren gemarteld.

Militaire rechtbank in Gaza (Ma'an Images)

HRW sprak met slachtoffers van mishandeling, hun families, advocaten, rechters, en Palestijnse mensenrechtengroepen in Gaza, en herlas dossiers en vonnissen van de rechtbanken. Getuigen vertelden dat de Interne Veiligheidsdienst, de drugseenheid van de politie en de recherche allemaal verdachten martelen. De 'Independent Commission for Human Rights', een niet-partijgebonden Palestijnse mensenrechtengroep die ook rapporteert over misstanden onder de Palestijnse Autoriteit op de Westoever, meldde dat de groep alleen al in 2011 niet minder dan 247 klachten ontving over marteling door deze drie diensten. Ook drie advocaten vertelden dat zij zonder duidelijk aanklacht waren opgepakt door de veiligheidsdienst, en twee van hen zeiden eveneens te zijn gemarteld.

HRW volgde onder meer de zaak van Abdel-Karim Shrair, die in 2008 werd opgepakt door mannen van de Al-Qassem Brigades van Hamas, die hem drie weken vasthielden en martelden voor zij hem overdroegen aan de politie. Zijn familie en zijn advocaat vertelden dat hij daarna door de militaire aanklager werd overgedragen aan de interne Veiligheidsdienst, die hem opnieuw martelde en wekenlang in afzondering hield. Zijn moeder verteld dat zijn gezicht en benen, toen zij hem eindelijk mocht zien, onder de blauwe plekken zaten, dat zijn voeten gezwollen waren, zijn handen en armen afdrukken van touwen droegen en dat hij brandplekken op zijn borst had.
Shrait werd door de advocaat generaal in staat van beschuldiging gesteld van collaboratie met Israel en hoewel hij tijdens de zitting van het militaire hof volgens zijn advocaat zichtbaar tekenen van mishandeling vertoonde en ook incontinent was, wees het hof klachten dat hij was gemarteld van de hand. Hij werd veroordeeld op basis van bekentenissen die kennelijk onder druk waren verkregen. Een vuurpeloton executeerde hem in mei 2011.
Ook in andere zaken die HRW onderzocht wezen de militaire rechters nimmer zaken terug wegens inbreuken op de procesregels en gingen zij nooit in op geloofwaardige klachten omtrent marteling van verdachten. HRW documenteerde nog twee andere gevallen waarin mannen ter dood werden gebracht op basis van bekentenissen die onder druk van marteling waren gedaan. Daarnaast volgde HRW de zaak van enkele gevangenen die in gevangenschap overleden.
Het volledige rapport van HRW staat hier.
Op 18 september bracht HRW bovendien een rapport uit over het onwettig vasthouden in detentie van gevangenen door zowel Israel als de Palestijnse Autoriteit. Dat rapport is hier te vinden.