Het ''burgerbestuur'' (de bedriegelijke naam van het militaire bestuur van de Westoever) heeft maandag een huis en restaurant gesloopt op een terrein tussen Beit Jala en het dorp Battir. Beide behoorden aan de familie Qaisiyya en lagen op een terrein met een prachtig uitzicht met de naam al-Makhrour. Vrede Nu, dat de disputen over grond en de bouw van huizen in de nederzettingen nauwgezet volgt, vertelt er het volgende verhaal over:
De familie, die het land al decennia bezit, had al jaren geleden diverse pogingen gedaan een vergunning voor de gebouwen te krijgen, zoals verplicht is voor Palestijnen in ''Area C'' onder de Oslo-akkoorden. De zaak sleepte zich almaar voort, totdat in juni 2017 de organisatie Himanuta, een dochter van het Joods Nationaal Fonds (JNF), zich erin mengde. Himanuta verklaarde eigenaar te zijn van de grond en toonde een document uit 1969. De organisatie, die zich had verzekerd van de diensten van advocaat Avi Segal, een advocaat van diverse nederzettingenorganisaties als Elad en Ateret Cohanim, vroeg op grond daarvan om de gebouwen van de familie te slopen. De familie kon mooi verklaren dat zij de grond nooit aan iemand had verkocht, maar geholpen door het feit dat er in de omgeving van Bethlehem geen kadaster (tabun) bestaat (Israel boorde in 1967 een project de grond in van de Jordaniërs om dat op te zetten) kreeg Himanuta gelijk. Verzoekschriften van de familie Qaissiya bij het hooggerechtshof tegen de beslissing, werden verworpen.
De familie diende vervolgens bij het Gerechtshof een verzoek in om de sloop tegen te houden, tenminste totdat de procedure om te bepalen wie de eigenaar van de grond was was afgerond. Maar een paar dagen geleden verwierp dit hof ook dat verzoek. Met als gevolg dat maandag weer een Palestijns restaurant in een mooie omgeving werd platgewalst, en opnieuw een familie dakloos werd en haar bezit en inkomen verloor.
Een weinig elegante gang van zaken van het JNF. Het had kunnen onderhandelen, of de rechtszaak over het eigendom kunnen afwachten, die nu waarschijnlijk meteen is beslist, omdat het de familie Qaisiya nu aan de inkomsten ontbreekt om zo'n dure rechtszaak te betalen.
Volgens Vrede Nu is het JNF een fonds voor de verdrijving van Palestijnen geworden. In het geval van het dorp Arab ar-Ramadin vroeg het - wegens het bezit van alleen een deel van het land - om het hele dorp te slopen. Dat werd vooralsnog afgewezen. Himanuta verzekerde zich niet lang geleden ook van de diensten van een man die in bezet gebied land voor de organisatie ging kopen. Dat bleek later een lid van de organisatie Regavim te zijn, een dochterorganisatie van diverse nederzettingenorganisaties, die speciaal is opgericht om ''illegale'' Palestijnse bouwprojecten aan te brengen en mensen uit hun huizen te verdrijven. In Silwan was het Himanuta dat een zaak begon om de familie Sumarin uit het huis te procederen waar zij al vóór 1967 had gewoond.
Een leuke organisatie, kortom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten