Ik zei dat er twee inleiders waren. Eigenlijk waren het er drie, maar de derde bewaar ik voor het laatst. Eerst de twee gestaalde Israel supporters. De eerste van de twee was Hans Moll, ex-redacteur van de NRC (maar vergis je niet: nooit buitenland-redacteur, laat staan Midden-Oostendeskundige) die na zijn pensionering een boek schreef ('Hoe de nuance verdween uit een kwaliteitskrant'), waarmee hij de NRC aan de schandpaal nagelde. Ik heb dat boek hier op dit blog afgekraakt en ik ben daarbij - dat zie ik nu ik het weer in mijn handen heb - eigenlijk nog veel te braaf te werk gegaan. Molls - ongeschreven - uitgangspunt is namelijk uiterst curieus. Wat hij in wezen doet is expertise en ervaring bij het schrijven over het Midden-Oosten en de islam in de ban doen en zijn eigen - onwetende - uitgangspunt als uitgangspunt nemen. Niemand zou van een filmredacteur verwachten dat hij zonder kennis van de filmgeschiedenis recensies gaat schrijven, of van een wetenschapsredacteur dat hij er geen alpha of beta specialisatie op nahoudt. Moll daarentegen wrijft de NRC partijdigheid aan als de krant over de Nakba schrijft en de betreffende redacteur daarbij van zijn kennis gebruik maakt en de versie volgt zoals Israelische historici die intussen zo'n 20 jaar geleden boven water kregen. De versie namelijk waarbij de de Palestijnen zijn verdreven en niet - zoals Israel officieel nog steeds volhoudt - vrijwillig even weg waren gegaan tot de Arabische legers hun werk gedaan zouden hebben.
Op dezelfde manier verwijt Moll zijn oude krant dat zij niet steeds bij alles wat er in en om Israel gebeurt - zoals bijvoorbeeld tijdens de Gaza-inval - de Israelische versie volgt. Of dat zij niet voldoende aandacht geeft aan hasbara-instellingen die overduidelijk zijn opgericht om alles wat aan Israelische kant krom is recht te praten. In zijn boek verwijst hij zelfs regelmatig naar zaken die komen uit de koker van instellingen als MEMRI of Palestinian Media Watch, die speciaal zijn opgezet met het doel om Palestijnen (en Arabieren) zwart te maken. Het feit dat een verslaggever op grond van eigen ervaring en wetenschap misschien tot de overtuiging zou hebben kunnen komen dat Israel, en zeker die hasbara-instellingen, de waarheid nogal eens geweld aandoen, is iets waar hij zich geen rekenschap van geeft. Expertise is iets dat voor hem kennelijk op dit terrein uit den boze is.
Op het gebied van de islam spreidt Moll eenzelfde soort dédain voor kennis en ervaring ten toon als hij zich zonder enige schaamte tot pleitbezorger maakt van de meest griezelige islamofoben. Ook zo'n aanpak diskwalificeert iemand voor werk bij een serieuze krant. Maar Moll ziet dat anders. Zondagmiddag bracht hij bijvoorbeeld nog maar eens in herinnering dat hij er bezwaar tegen had gehad dat de NRC John Esposito interviewde, die na 9/11 een studie had gepubliceerd waaruit bleek dat de overgrote meerderheid van de moslims niets anders wil dan een normaal leven leiden. Volgens Moll had de NRC daarbij moeten vermelden dat deze hoogleraar van de Georgetown universiteit 'omstreden' was. Nu is Esposito een erkende expert betreffende de islam, en een man die meer dan tien boeken heeft geschreven. Moll heeft er daarvan niet één gelezen. Sterker: hij moest Esposito googelen om uit te vinden wie dat was. En zo kwam hij er ook achter dat een zekere Steven Emerson vond dat Esposito zich niet kritisch genoeg had uitgelaten over Hezbollah en Hamas.
Ik weet niet of Moll na deze ontdekking nog verder heeft gegoogeld. Maar als hij dat had gedaan had hij kunnen ontdekken dat Steven Emerson op zijn beurt door het Center for American Progress gerangschikt wordt in de categorie van ergste Amerikaanse islam-haters waartoe ook Daniel Pipes, David Horowitz, Frank Gaffney, Brigitte Gabriel en Pamela Geller behoren - zeg maar: de club waar ook Geert Wilders zich bij thuis voelt. Maar hoe dan ook, Moll had NRC-redactrice Carolien Roelants erover aangesproken en die had geantwoord dat Esposito alleen werd aangevochten door 'neocons'. Ook dat woord, dat volgens mij tot de vocabulaire van de gemiddelde middelbare scholier behoort, had Moll moeten googelen om uit te vinden wat het betekende. Maar ja, zei hij zondag, de NRC had dan toch gewoon kunnen melden dat Esposito 'omstreden was bij neocons'? En ja, dat had natuurlijk gekund. Maar dan moet je je wel afvragen wie ermee gediend was geweest om te vermelden dat de gelijken van Geert Wilders Esposito niet zo zien zitten. Was dat nieuws geweest?? Was dat de 'nuance in de NRC ten goede gekomen'? Kortom, Moll kletst maar wat uit zijn nek.
Hij was zijn praatje overigens begonnen met het vertonen van een video van een toespraak van sheikh Yussef Qaradawi op het Tahrir plein in Cairo op 18 februari 2011, vier dagen na de verdrijving van Mubarak. In het fragment (courtesy van MEMRI, wie anders?), sprak Qaradawi de hoop uit dat - nu God hem deze overigens verre van voltooide Egyptische revolutie had laten meemaken, hij ook nog zou mogen beleven dat de Aqsa-moskee in Jeruzalem veroverd zou worden en hij daar vrijuit zou kunnen preken.
Moll noemde de sheikh 'een soort paus van de islam' en karakteriseerde niet zonder pedanterie diens uitspraken als 'een oproep tot Jihad'. Dat deed het in dit gezelschap goed, natuurlijk, maar daarmee was het nog niet waar. Ten eerste is Qaradawi niet echt een paus. De sheikh, die gelieerd is aan de Egyptische Moslim Broederschap, heeft weliswaar een immens populair tv-programma op Al-Jazeera Arabisch, maar zijn enige officiële functie is die van decaan van de islamitische studies aan de universiteit van Qatar. En wat de oproep tot Jihad betreft, daarbij ging de zelfbenoemde deskundige Moll er even aan voorbij dat Qaradawi zijn uitspraak deed aan het einde van een toespraak waarin hij uitgebreid de omwenteling in Egypte had geprezen, en juist ook het geweldloze karakter ervan. Verder vergat Moll even te vermelden dat de Aqsa moskee - tot groot verdriet van miljoenen moslims die er nu al meer dan veertig jaar niet terecht kunnen - door Israel is bezet en dat de sheikh dus misschien niet zozeer aan het oorlogshitsen was, als wel gewoon een onderwerp aansneed dat tot verdriet van een hele grote meerderheid van Egyptenaren in de Mubarak-tijd nooit in het openbaar kon worden besproken. Maar nee, Moll vond dat de NRC tekort was geschoten door deze uiterst gevaarlijke uitspraken van de sheikh niet in het juiste perspectief te plaatsen en in haar kolommen te vermelden. Daaruit sprak het vooringenomen karakter van de krant. Temeer omdat uitspraken van de bejaarde rabbijn Ovadia Yosef van de Israelische Shas-partij, die de Palestijnen allerlei dodelijke ziektes had toegewenst, zelfs de voorpagina hadden gehaald (al vond zelfs Moll dat dit laatste terecht was). .
De tweede inleidster, zondagmiddag, was Ratna Pelle, een ijverige blogster die poseert als een gematigd iemand, maar die in de praktijk eigenlijk altijd door dik en dun Israel verdedigt, ook als wat Israel doet eigenlijk onverdedigbaar is. Ook Pelle heeft wat op haar naam. Zij deed een onderzoek naar de berichtgeving in de NRC, waarbij ze optrad namens de stichting WAAR, een wat schimmige organisatie van mensen die niet tevreden zijn met de Israel-berichtgeving. Zondag kwam ze, zichtbaar verlegen door de eer die de LJG had betoond door haar uit te nodigen, wat over dat al een paar jaar geleden uitgebracht onderzoek vertellen. Ook van haar hoorden we dus dat er weinig deugde van de NRC. Van de 200 onderzochte artikelen was het merendeel gekleurd, zei Pelle. Zo schreef de NRC zonder uitzondering over de illegale nederzettingen (blijkbaar zijn er volgens mevrouw Pelle ook legale nederzettingen). Ook werd, zo herhaalt mevrouw Pelle haar verhaal op haar eigen blog:
de berichtgeving over het conflict (..) bepaald door de visie van de
krant. De keuze van de geïnterviewden, de deskundigen die aan het woord
komen, de plaatsen van waaruit reportages werden gemaakt en de
invalshoek ervan, al deze zaken leken ingegeven door de visie van de
krant, en duwen de lezer duidelijk een bepaalde kant op: 'de Palestijnen
zijn slachtoffer, hun leed wordt door Israel veroorzaakt, en eventueel
Palestijns geweld is een reactie op Israelische misstanden. Israel is
verantwoordelijk voor het falen van het vredesproces en blokkeert door
haar onverzoenlijkheid iedere voortgang daarin.
De laatste jaren wordt ook in de main stream media van de Nakba gesproken, en wordt verhaald hoe de stichting van Israel gepaard zou zijn gegaan met de grootschalige verdrijving van Palestijnen en
verwoesting van hun dorpen. De oorzaken daarvan, de Arabische agressie
en hun wil dit juist de Joden aan te doen, komen veel minder aan bod.
Het is enigszins humoristisch dit te lezen, want er staat in wezen niets anders dan dat de berichtgeving van de krant gekleurd is omdat zij niet voortdurend dezelfde visie op het conflict presenteert als die van mevrouw Pelle. (Die overigens vaak overeenkomt met de officiële Israelische visie). Haarzelf ontgaat deze humor blijkbaar geheel.Zo schrijft ze ook, zonder zich te realiseren dat ze in wezen impliceert dat haar eigen visie de maat aller dingen is en de krant zich daar maar aan te houden heeft:Ook wordt Hamas als een pragmatisch geworden organisatie neergezet die onder voorwaarden bereid zou zijn Israel te erkennen en dit nu al impliciet doet, en die niet langer uitgesloten mag worden van het vredesproces. In haar hoofdredactionele commentaren hekelde de NRC keer op keer de 'boycot' van Hamas en stelde dat dit averechts werkt. Die visie klonk echter op hinderlijke wijze ook door in de nieuwsberichten en achtergrondartikelen. En dat is de kern van het probleem, en van mijn kritiek:
De derde aanwezige was Joep Schaper, een opgewekte jongeman die werkt bij de Nieuwsmonitor en daar een onderzoek heeft gecoördineerd dat ''Context en kleuring over Irael en Palestijnen''heet. De Nieuwsmonitor is een journalistiek onderzoeksinstituut van de Universiteit van Amsterdam, met ondersteuning van andere instanties. Context en kleuring over Israel en Palestijnen ging over twee periodes: de Tweede intifada en de inval in Gaza. Aan de hand van gebruikte bronnen, soort van taalgebruik en aangeboden context, bepaalde het onderzoek van een aantal kranten (NRC, Volkskrant, Telegraaf en - voor een deel - Trouw) de mate van neutraliteit. Volgens Schaper kwam daaruit niet een beeld naar voren dat de NRC minder neutraal zou zijn dan de anderen. (Het hele onderzoek is te vinden via de link die ik hierboven gaf).
Ik vond het opmerkelijk om van dit onderzoek te horen, omdat ik volstrekt niet begrijp waar de Nieuwsmonitor in dit geval mee bezig is geweest. De parameters ervan ontbreken namelijk geheel. Het onderzoek ging volledig uit van datgene wat de kranten haalde, en besteedde geen aandacht aan wat daar niet in verscheen, zodat eigenlijk niet is vast te stellen of de kranten hun werk goed dan wel slecht deden. (Om maar een voorbeeld te geven: zo kan je niet het effect meten van het welbekende feit dat Joodse doden altijd de voorpagina halen, terwijl het overgrote deel van de Palestijnse doden de krant helemaal niet eens haalt).
Het onderzoek over de Tweede Intifada vergelijkt de berichtgeving in de genoemde kranten op geen enkele manier met bronnen waaraan gemeten zou kunnen worden of de kanten accuraat waren en het nieuws ook werkelijk op een goede manier volgden (als vergelijkingsmateriaal zouden hier rapporten van de VN-instanties als het Bureau voor de Coordinatie van Humanitaire Activiteiten, mensenrechtenorganisaties en buitenlandse kranten kunnen dienen).
Bij het onderzoek naar de berichtgeving van de Gaza-inval was er wel vergelijkingsmateriaal gebruikt, namelijk rapporten van Amnesty International en B'tselem, maar ook daar was niet gekeken naar hiaten of algehele accuratesse.
Wat ik echter het opmerkelijkst vind, is dat een instituut dat pretendeert wetenschappelijk te werken, meent aan de hand van tekst en bronnenanalyse te kunnen nagaan of kranten wel neutraal zijn in hun berichtgeving over een conflict zoals tussen de Israeli's en Palestijnen. Misschien dat ik het te scherp stel als ik zeg dat je toch ook geen onderzoek zou kunnen doen naar de objectiviteit van de berichtgeving over de opmars van de geallieerden in 1944-45 door te kijken hoe de kranten aan beide zijden over de tegenstanders spraken en of ze wel bronnen van allebei de kanten hebben gebruikt. Maar laat dat een overdrijving zijn - zonder vergelijkingsmateriaal in de vorm van waarnemingen van 'derden' is geen mens in staat over de berichtgeving in conflictsituaties de juiste conclusie te trekken. Dat gaat op voor Kosovo, de inval in Irak, het NAVO-optreden in Libië en alles wat vergelijkbaar is. En daar valt, zo weet ik uit eigen ervaring, zeker ook de Israelische bezetting onder.
En ach, natuurlijk ontstond er in dat LJG-zaaltje commotie toen bleek dat de Nieuwsmonitor bronnen van Amnesty en B'tselem had gebruikt. Die waren immers niet objectief!!? Die hadden veel slachtoffers als burgerslachtoffers gerekend terwijl ze dat niet waren, zo wist bijvoorbeeld Ratna Pelle. Waarmee nog eens werd onderstreept hoe de deelnemers aan zo'n middag in een zelfgeschapen werkelijkheid leven. Israel doodde aan het begin van de inval in Gaza op één dag 225 politieagenten. Onder meer vielen er die dag tientallen doden bij een bombardement op een parade van juist afgestudeerde verkeersagenten. Volgens Israel maakten de politiemensen deel uit van 'de gewapende arm van Hamas'. In de rest van de wereld worden politieagenten echter als burgers beschouwd. Volgens de internationale jurist John Dugard en volgens alle criteria van het Internationale Humanitaire Recht waren die bombardementen dan ook een oorlogsmisdaad. .
5 opmerkingen:
...Maar je werd nog wel binnengelaten ?...
Nee serieus, het is natuurlijk ten hemel schreiend hoezeer zo'n bijeenkomst van zelfbevlekking aan elkaar hangt maar hoeveel waarde mag je nog hechten aan zo'n klein, vooringenomen clubje ?
Er werd me bij binnenkomst, voor de grap, dat wel, gevraagd of ze in mij de grote of de kleine Satan mochten begroeten.
Maar serieus. Je vraagt hoeveel waarde je nog mag hechten aan zo'n klein clubje. Het antwoord is: vrij veel waarde. In de ogen van de bestuurders van dit land - en van de hele Westerse wereld - vertegenwoordigen Joodse organisaties (dwz de bestuurders die namens die organisaties spreken) een belang dat vele malen groter is dan ze getalsmatig zou toekomen, ook al zijn die joodse organisaties ook binnen de joodse gemeenschap aantoonbaar een kleine minderheid. Zo'n middags heeft daarom in mijn ogen ook iets tragisch. Het is één van de symptomen die aangeven dat we voorlopig nog niet van de de ellende verlost zijn, daar in het heilige land.
Ach die Ratna, de schat, ik zou haar gevraagd hebben naar haar deskundigheid? Ik kan haar geruststellen. Ik was er inderdaad, zoals ze hierboven kan lezen, maar ik heb geen enkele vraag gesteld. Om te kunnen discussiëren is tenslotte een zekere overeenstemming nodig over de feiten waar het over gaat.
En zo'n vraag naar haar deskundigheid? Nou nee hoor. Daar zou ik haar nooooit naar gevraagd hebben, ècht niet.
Wát een vertoning! Het is dat het om zo'n ernstige zaak gaat, maar ik heb weer hartelijk moeten lachen om je beschrijving van deze bijeenkomst.
Nieuwsmonitor baseert conclusies op een onderzoek dat, simpel gezegd, het tellen van bepaalde woorden in artikels inhoudt. Uitsluitend op de vorm dus.
Een reactie posten