Het Arabische gedeelte van Galilea in Noord Israel, de Arabische kusstteden en de dorpen en steden in de Negev zijn woensdag in staking die wordt nageleefd door het gehele openbare leven, inclusief scholen. Tot de staking is dinsdag opgeroepen door het ''Arabische Follow up Comité" na de sloop van 11 huizen in het Palestijnse stadje Qalansawe.
Tijdens een spoedvergadering waaraan werd deelgenomen door leden van de ''Gezamenlijke (Arabische) Lijst'' in de Knesset, plaatselijke bestuurders en vakbondsbestuurders, verklaarde het comité dat de sloop een anti Arabische maatregel betrof, waarschijnlijk om een tegenwicht te vormen tegen het gedwongen vertrek van kolonisten uit de ''illegale outpost'' Amona.
De sloop ging gepaard aan onlusten in het grote dorp (ruim 20.000 inwoners), toen tientallen inwoners probeerden de bulldozers tegen te houden. Volgens één inwoner waren er wel 20 bulldozers bij de sloop betrokken. Een grote politiemacht verspreidde de protesterende menigte. Sommigen noemden de sloopactie een ''ongekende barbaarse daad''.
De burgemeester van Walansawe, Abd al-Basit Mansour, bezocht de plek van de sloop en maakte bekend dat hij aftrad. ''We wachten al 20 jaar op de goedkeuring van een masterplan voor Qalansawe,"zei hij. "Maar op verzoeken wordt niet gereageerd. Als hoofd van de gemeente heb je niet de macht ook maar iets te veranderen. Ik heb besloten mijn ontslagbrief naar het ministerie van Binnenlandse zaken sturen.
De sloop van de huizen in Qalansawe was overigens niet de enige actie waarbij Israel dinsdag vernielzuchtig te werk ging. In het noorden van de Jordaanvallei (op de Westoever) vernielden militairen ook een waterleiding die vier dorpen van water voorzag. Muataz Bisharat, die de gebeurtenissen samenhangend met de nederzettingen volgt in de noordelijke Jordaanvallei, vertelde Ma'an dat bulldozers in het gezelschap van soldaten een gedeelte sloopten van een 11-kilometer lange waterpijplijn die de dorpen al-Ras al-Ahmar, al-Hadidiya, Khirbet Makhul, en Khirbet Humsa van water voorzag. Bisharat voegde eraan toe dat de aanleg van de pijplijn vier jaar geleden betaald was door de NGO Action Against Hunger. Een woordvoerder van COGAT, de militaire organisatie die voor de uitvoering van activiteiten in de bezette gebieden verantwoordelijk is, gaf geen commentaar. In Augustus sloopten de Israeli's een andere door Action Against Hunger aangelegde pijplijn in het noorden van de Jordaanvallei. Ongeveer 200,000 Palestijnen op de Westoever hebben niet de beschikking over stromend water, volgens Amnesty International.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten