Sinds het ontstaan van het politiek zionisme is er gaandeweg een nieuwe loot aan de stam van het antisemitisme bij gekomen: anti-zionisme. Wat antisemitisme is voor Joden en Jodendom, is anti-zionisme voor de staat Israël. Anti-zionisme is de volkenrechtelijke variant van het antisemitisme. Anti-zionisme is niet hetzelfde als kritiek op de staat Israël, zijn regering of zijn bewoners, dat is ieders goed recht; anti-zionisme gaat veel verder: het komt neer op het ontzeggen van het recht van het Joodse volk op een eigen staat.Polaks opmerking is niet zo nieuw. We hebben dit natuurlijk wel vaker gehoord. Maar er zijn een paar opmerkingen over te maken.
Ieder volk heeft recht op een eigen land, dat recht geldt dus ook voor het Joodse volk. Net als voor Tibetanen en Koerden, of Palestijnen. Iemand die beweert dat Joden geen eigen land mogen hebben of dat Israël geen Joods land mag zijn, die verschilt niet principieel van iemand die zegt dat Joden niet Joods mogen zijn of dat Joden vernietigd moeten worden.
1) Voor de oorlog was slechts 3% van de Joodse bevolking van Nederland lid van de Nederlandse Zionistenbond, de zionistische beweging. Maar niet alleen dat: het merendeel van de Nederlandse Joden was ook actief anti-zionistisch. Dat gold bijvoorbeeld voor het NIK (Nederlands Israelietisch Kerkgenootschap) en de LJG (Liberaal Joodse Gemeente). In het buitenland was het niet anders. Waren al die anti-zionistische Joden en Joodse organisaties dan ook antisemiet? Nee, natuurlijk niet. Zij beschouwden zich alleen als burgers 'met het joodse geloof' van de landen waar zij woonden en zagen niets in de stichting van een eigen, Joodse staat..
2) Na de oorlog veranderde, om voor de hand liggende redenen, de houding van een meerderheid van de Joden ten opzichte van het zionisme. De meesten waren toen vóór een zionisme dat leek (ik zeg met nadruk: leek) te zijn voor een compromis met de Arabische wereld en dat verklaarde de gelijkheid van alle burgers van de in 1948 geboren staat Israel na te streven. Een minderheid was echter, ook toen al, heel kritisch over de manier waarop het zionisme in de praktijk uitwerkte en werd soms anti-zionistisch genoemd hoewel ze dat in de strikte zin van het woord niet waren (sommigen van hen noemden zich nog wel zionisten). Onder hen waren Hannah Ahrendt, Albert Einstein, Erich Fromm, Theodor Adorno en vele andere beroemde intellectuelen.
3) De trend van intellectuelen (en niet alleen zij) om kritisch te zijn over Israel en het zionisme zoals dat in de praktijk vorm krijgt, is gebleven. Eigenlijk is het verschijnsel flink toegenomen, sinds de voortrekkers van het huidige zionisme vooral uit de kolonistenbewegingen en hun sympathisanten lijken te bestaan. De critici - onder wie ikzelf - noemen zich, om zich van die kolonisten te onderscheiden en om niet vereenzelvigd te worden met de manier waarop Israelische regeringen in het verleden optraden - of ze nu Jood zijn of niet - nadrukkelijk niet zionistisch. En ja, ook wel vaak anti-zionistisch.
Maar hier is het dus waar verwarring ontstaat. Of liever gezegd: waar door Israel-apologeten als Harry Polak (en erger, hij is nog één van de gematigsten) de verwarring wordt gezaaid. Want of ze nu alleen maar geen zionist zijn of zich anti-zionist noemen, zijn al die mensen tegen het bestaan van de staat Israel? Ontkennen zij het recht van Joden om Joods te zijn? En op het hebben van een eigen staat?
Ik moet zeggen: ik ken eigenlijk ongeveer niemand die Joden dat recht ontzegt, maar wel een heleboel mensen die buitengewoon boos, verdrietig en verontrust zijn over de manier waarop die staat gestalte heeft gekregen en nu - 63 jaar later - nog steeds een ander volk onderdrukt.
Maar op dat punt komen dus de Harry Polaks van deze wereld in het geweer met hun intussen ook al weer behoorlijk belegen strijdkreet 'antizionisme is antisemitisme'. Als ik die uitspraak hoor moet ik altijd denken aan het toneelstuk 'De Rinoceros' van Ionesco, waarin een van de hoofdfiguren, Bérenger, uitlegt wat een syllogisme is: 'Alle katten zijn sterfelijk. Socrates was sterfelijk, dus Socrates was een kat.' Ook de uitspraak 'antizionisme is antisemitisme' is zo'n syllogisme: Een antisemiet is iemand die iets tegen Joden heeft. Een antizionist is iemand die iets tegen Israel heeft. Israel is de staat van de Joden. Dus een antizionist is een antisemiet.
Simpel toch?
Toch nog één opmerking. Harry, hoe kan je in godsnaam een dialoog voeren met moslims, meestal Marokkanen, als je op het standpunt staat dat ze niet anti-zionistisch mogen zijn? Ongeveer niemand in de Marokkaanse gemeenschap die bij zijn gezonde verstand is, is toch pro-zionistisch? Of ben je in staat met ze te praten als ze maar uitdrukkelijk verklaren dat ze niet tegen de staat Israel zijn? Als dat zo is, denk dan nog eens goed na voor je weer zo'n dom en beledigend stukje schrijft. Want ik daag je uit de verschillen op te noemen tussen de Marokkanen waarmee je zegt een dialoog te willen en de mensen die jij nu antisemieten noemt.
3 opmerkingen:
Hoi Maarten,
Het verhaal van heer Polak is inderdaad niet zo nieuw. Het heeft inmiddels een baard van hier tot Jerusalem.
Er verschijnen voortdurend boeken en artikelen over het thema antizionisme = antisemitisme. Ze hebben allemaal tot doel iedereen die een kritische opmerking maakt in de hoek van het antisemitisme te drukken en daardoor te discrediteren. Dan hoef je verder niet meer naar zo'n kritische stem te luisteren.
Vorig jaar heeft Herman van Praag er ook nog een boekje over open gedaan: Joden-haat en Zion's-haat.
De gelijkstelling antizionisme = antisemitisme is van hetzelfde botte en generaliserende kaliber als die andere gelijkstelling: zionisme = racisme.
Polak heeft het over een nieuwe loot die SINDS HET ONTSTAAN van het politieke zionisme gaandeweg aan de stam van het antisemitisme is gekomen. Hij moet daarmee doelen op de periode vanaf Herzl's Judenstaat en het eerste Zionistenkongress van 1897, want toen kreeg het politieke zionisme zijn vaste vorm.
Zoals je zelf al aangaf, had in de veertig jaar na dit startpunt zo'n 97% van de Nederlandse joden, zo'n 95% van de Duitse joden en een wat lager percentage, maar nog altijd een ruime tot grote meerderheid van de Oosteuropese joden niets met het zionisme.
Deze mensen - joden - wordt nu met terugwerkende kracht door Harry Polak gediscrediteerd als antisemiet. Je moet maar durven.
Een tweede pijnpunt waar Polak aan voorbijgaat is dat juist in de genoemde periode het politieke zionisme re-de-lijk welwillend werd bekeken door de toenmalige völkische en later ook de nationaalsocialistische antisemieten.
De verhoudingen lagen daarmee precies omgekeerd aan wat Polak suggereert: niet de antisemieten waren antizionistisch, maar juist de anti-antisemieten, de BESTRIJDERS van het antisemitisme, hadden niet veel op met zionisme.
Antizionisme, als je het zo mag noemen (de term generaliseert teveel), was dus een loot aan de anti-antisemitische stam, niet aan de antisemitische stam.
Over dit moderne 'antizionisme'-discours zijn de laatste jaren diverse artikelbundels verschenen. Ik noem er twee die toevallig bij mij in de kast staan:
[1]
John Bunzl/Alexandra Senfft:
Zwischen Antisemitismus und Islamophobie, VSA-Verlag Hamburg, 2008
[2]
Tel Aviver Jahrbuch für deutsche Geschichte, 2005:
Antisemitismus, Antizionismus, Israelkritik.
Deze jaarboeken worden uitgegeven bij Wallstein Verlag door het Minerva Institut für deutsche Geschichte,
Universität Tel Aviv,
Ramat Aviv.
Ze zijn van hetzelfde niveau als de jaarboeken van het Leo Baeck Institute.
Ik ga er zonder meer van uit dat de liberale Harry Polak, die zo'n stevige mening heeft over het Europese jodendom in de periode 1897-1940, nog nooit van dit Minerva Institut heeft gehoord en nog nooit een publicatie ervan heeft gelezen. Zou hij dat wel hebben gedaan, dan zou hij niet de opmerkingen, enormiteiten, hebben kunnen maken die hij nu heeft gedebiteerd.
Heer Polak staat daarin niet alleen. Het is mij, sinds ik mij zo'n 2,5 jaar geleden in het onderwerp Deutschtum und Judentum begon te verdiepen, opgevallen dat er binnen de joodse gemeenschap in Nederland een raadselachtig gebrek aan kennis is over deze, en daarmee ook de eigen, even aangrijpende als fascinerende geschiedenis.
Ik wil er wel eens een verhaaltje over houden voor EAJG, als men er behoefte aan heeft. Maar eerst staan er nog andere thema's op mijn programma.
Ernesto.
Ernesto en ook Maarten,
Als jullie je afzetten tegen mijn opiniestuk op de site van de Volkskrant willen jullie dan het hele stuk lezen en niet alleen citeren en afgaan op het eerste deel. Dit is wel een hele goedkope manier om iemand af te doen als "dom en beledigend".
Harry Polak
Harry,ik kan moeilijk een heel stuk citeren om aan te geven dat ik er iets tegen heb. Mijn punt is dat je zegt dat kritiek op Isarel mag (zonder te zeggen wat voor kritiek wel een niet geoorloofd is) maar dat anti-zionisme niet mag omdat dat antisemitisme is.
Welnu, ik heb kritiek op Israel en ik ben anti-zionist (geworden doordat ik gezien heb wat de praktijk ervan inhoudt). Maar ik vind niet dat Israel weg moet of zoiets. Ik wil m.a.w. Israel dezioniseren. Vraag: ben ik dan antisemiet? Volgens jouw stukje wel.
Maar hieronder dan nog een citaat uit je stuk. Verandert dat iets aan mijn kritiek?
De voorgaande gradaties van antisemitisme kunnen ook toegepast worden op antizionisme. Antizionisme lijkt minder ingrijpend dan antisemitisme omdat het niet tegen mensen maar tegen een land gericht is. Natuurlijk kunnen Israëli’s als Israël wordt opgeheven, een idee dat in veel kringen inmiddels bon ton is geworden, elders hun heenkomen zoeken. Maar dat konden de Spaanse Joden ook toen ze door de Inquisitie werden vervolgd. Wie zal durven volhouden dat dat niet verwerpelijk was?
Een reactie posten