Waterbron in de buurt van Al-Maleh. (Foto's Palestine Remembered)
Israelische bulldozers hebben dinsdagmorgen vroeg een aantal huizen, waterbronnen en tenten gesloopt in een gebied in de noordelijke Jordaanvallei, melden WAFA en Ma'an News. Aref Daraghmeh, de burgemeester van al-Maleh (in de buurt van Tubas) en de omringende Bedoeïenendorpen, vertelde een verslaggever van Ma'an dat de bulldozers twee waterbronnen in een buurt met de naam Barza vernielden, en tenten in de gebieden met de namen al-Bqaia en al-Adasa, terwijl ook twee huizen werden gesloopt. Daraghmeh zei dat slechts een paar bewoners van wie de eigendommen werden vernield van tevoren een waarschuwing hadden gekregen.
De sloop vond, zoals gewoonlijk, plaats omdat Israel zegt dat er geen vergunning voor de structuren was. Een dag eerder werden 50 Bedoeïenen dakloos in het zuiden van de Jordaanvallei, in de buurt van Jericho, doordat daar vier huizen en een aantal schuren werden gesloopt. Dergelijke sloopacties zijn echter een oorlogsmisdaad onder de Vierde Conventie van Genève.
Landschap bij Al-Maleh.
De Jordaanvallei beslaat ongeveer een derden van het Palestijnse grondgebied en maakt deel uit van de zogenoemde ''Area C'', het gebied dat onder de Akkoorden van Oslo geheel onder Israelisch bestuur valt. Israel is al een tijdje bezig de Bedoeïenen uit diverse plaatsen te verdrijven. De Bedoeïenen in de buurt van Al-Maleh hebben de laatste paar jaar herhaaldelijk ''even'' moeten wijken voor militaire oefeningen. Op 16 september van dit jaar werd in de buurt van Al-Maleh een heel dorpje met 120 inwoners, Khirbet Makhoul, met de grond gelijk gemaakt. De EU, het Rode Kruis en andere instanties probeerden toen de inwoners te hulp te komen, maar Israel hield konvooien tegen, veroorzaakte een diplomatieke rel en de EU liet het erbij zitten. Het ziet ernaar uit dat Israel met het verdrijven van de Bedoeïenen haar gang kan gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten