woensdag 11 juni 2014

Jansen, De Ruiter en de zionistische mythe van de mufti met bloed aan zijn handen


Mufti Haj Amin al-Husseini op audiëntie bij Adolf Hitler, 1941. 

Wie bedacht de Holocaust? Wie heeft bedacht dat de Joden moesten worden uitgeroeid? Waren dat Hitler, Himmler, Heydrich en de hunnen, of kregen ze de tip van een ander? Hans ''Arabist '' Jansen, kersvers lid van het Europarlement (hoewel Wilders daar alsnog een stokje voor lijkt te gaan steken), suggereerde kort geleden in een tv-optreden bij Knevel en Van den Brink dat de nazi's het niet zelf hadden bedacht, maar het idee ervoor ingefluisterd hadden gekregen van de Palestijnse grootmufti Haj Amin al-Husseini. Iets later herhaalde Jansen dat verhaal nog eens wat uitgebreider in een stukje op de site Geen Stijl. 
Jansens stukje deed hier en daar wat stof opwaaien. De mufti was van 1921 tot 1937, het jaar waarin hij moest vluchten om aan Britse arrestatie te ontkomen, de belangrijkste geestelijke en politieke leider van de Palestijnen. En in 1941 verruilde hij inderdaad Beiroet en Baghdad waar hij tijdelijk zijn toevlucht had gezocht, voor Berlijn, waar hij vervolgens een soort propagandarol voor de  nazi's ging vervullen. Maar inspiratiebron voor de Holocaust? Echt? De mufti als instigator van de Wannsee conferentie, zoals Jansen suggereerde. Zou het werkelijk?
Nu zijn er niet heel veel mensen meer die Jansen serieus nemen. Terecht natuurlijk, een islam-kenner die het bestaat om als getuigedeskundige in een proces - het Wildersproces - te beweren dat de Quran meer antisemitische uitlatingen bevat dan Mein Kampf, en zich daarbij beroept op de een of andere obscure Amerikaanse natuurkundeleraar die dat statistisch zou hebben aangetoond, kan moeilijk nog worden geloofd. Onder meer op de site Sargasso werd zijn verhaal onderuit gehaald.  
Maar zie, intussen had Jansen steun gekregen. Jan Jaap de Ruiter, docent Arabisch in Tilburg en  een man die zich de laatste tijd steeds vaker manifesteert als iemand met een mening, viel op de site The Post Online (TPO) zijn ''collega'' Hans Jansen bij. Sterker, De Ruiter deed er nog een schepje bovenop.
De mufti was iemand die ''schaamteloos zijn bewondering uit[sprak] voor de genocidepolitiek van de nazi’s'', volgens De Ruiter. ''Een verschrikkelijke jodenhater met bloed aan zijn handen'', die de kampen Auschwitz en Maidanek zou hebben bezocht, en er hoogstpersoonlijk voor hebben gezorgd dat 4.000 joodse kinderen uit de Balkan niet naar Palestina werden gestuurd, maar naar vernietigingskampen in Polen.
De Ruiter vertelde er ook bij hoe hij aan die wetenschap was gekomen. Hij had dit uit De schijn élite van de valse munters, het meesterwerk van PVV-ideoloog Martin Bosma, en bovendien uit een boek van nazi-jager Simon Wiesenthal, en een biografie van de mufti, The Mufti and the Fuehrer, uit 1965 van de hand van Joseph B. Schechtman. Zelfs concludeert De Ruiter op grond van deze werken dat Hans Jansen maar ''een schim van de waarheid'' had verteld. De mufti was een oorlogsmisdadiger en zou eigenlijk in Neurenberg terecht hebben moeten staan, vindt De Ruiter. Maar Frankrijk (waar de mufti na 1945 een tijdje verbleef) en Engeland zouden dat hebben verhinderd. Omdat het hun belangen in het Midden-Oosten niet ten goede zou zijn gekomen.
Dat gezegd hebbende valt De Ruiter zijn collega Jansen toch weer een beetje af. Want Jansen, deed zijn mededelingen over een band tussen nazi's en islam om te laten zien ''hoe onzalig moslims zijn''. Dat gaat De Ruiter echter te ver en daarom presenteert hij ons ook een paar voorbeelden van moslims die geen nazi waren. Uit een boek van Emerson Vermaat (!) haalt hij de voorbeelden van de toenmalige koning van Marokko en de leider van Tunesië die zich tijdens WO II hadden ingespannen om Joden te redden.
Een beetje een kinderachtige wending van De Ruiter, deze redenering dat de mufti dan wel fout was, maar dat dit nog niet betekent dat àlle moslims fout waren. Hij laat daarmee ook blijken dat hij er niet van op de hoogte is dat het hele verhaal van de mufti als auctor intellectualis van de Holocaust en iemand met bloed aan zijn handen een opgeklopte, zionistische propagandaversie is van de werkelijkheid, een mythe die al veel langer een schimmig bestaan leidt naast de werkelijkheid zoals hij is opgediept door historici. Die werkelijkheid was, zoals gezegd, dat de mufti inderdaad in 1941 naar Duitsland is gegaan en inderdaad Hitler om hulp heeft gevraagd bij het oplossen van zijn eigen problemen met de Joden in Palestina. Maar concrete toezeggingen kreeg hij niet van de Führer. Die had op dat moment andere dingen aan zijn hoofd. Of de mufti tijdens zijn verblijf in Duitsland op de hoogte is gebracht van wat de Endlösung concreet inhield is onduidelijk. Dat hij vernietigingskampen zou hebben bezocht is op zijn minst onwaarschijnlijk. De nazi's lieten daar geen pottenkijkers toe. Er is slechts één bron voor dit verhaal, een medewerker van Eichmann, Dieter Wisliceny, die in Neurenberg is opgehangen (hij wordt geciteerd door Wiesenthal). Maar concrete bewijzen zijn nooit gevonden.
Ook aanwijzingen voor een actieve rol van de mufti, behalve het houden van radiopraatjes, en pogingen, waarvan niet duidelijk is hoe succesvol ze waren, om in de Balkan een moslim strijdmacht voor de nazi's te vormen, waren er niet. Vandaar dat de geallieerden wel hebben overwogen hem in Neurenberg te laten terechtstaan,  maar dat idee lieten varen. Hij was gewoon niet schuldig genoeg.
Het verhaal over de actieve rol van de mufti komt dan ook pas om de hoek kijken in 1961, tijdens het proces van Adolf Eichmann in Jeruzalem. We kunnen onder meer bij Hanna Arendt (Eichmann in Jeruzalem) nalezen hoe pogingen werden gedaan om de mufti voor te stellen als een belangrijke schakel in het proces van de Jodenvernietiging. Idit  Zertal, schrijver van het boek Israel's Holocaust and the Politics of Nationhood, beschrijft in detail hoe de openbare aanklager probeerde aan te tonen dat de mufti, die inderdaad contact had gehad met Eichmann, bewerkstelligd had dat een geen Joden meer uit nazi-Duitsland mochten vertrekken. En ook dat hij had geprobeerd een kindertransport uit de Balkan tegen te houden. "Ernstige zaken'', om Zertal aan te halen. ''maar geen van de documenten die de aanklager inbracht bewees dat de mufti de redding van de kinderen had voorkomen, noch kon worden bewezen dat hij een belangrijke bijdrage aan de Endlösung had gehad''.
Dat wilde echter niet zeggen dat de pogingen waren mislukt om tijdens dit proces een verbinding te leggen van de nazi-Holocaust naar Palestijnen en andere Arabische vijanden van Israel die er eveneens op uit zouden zijn om Joden uit te roeien. De Israelische pers mat het verhaal van de mufti breed uit, alsof de bewijzen wèl waren geleverd. Haj Amin al-Husseini kreeg met zijn foto een eigen plaats in het monument voor de Holocaust in Jeruzalem, Yad waShem. En in de Encyclopedia of the Holocaust van Yad waShem kreeg hij een eigen vermelding. Het stuk dat in de Hebreeuwse editie aan hem is gewijd is nagenoeg even lang als dat over Hitler.
Degene die ervoor gezorgd dat de mufti in het Eichmann proces ten tonele werd gevoerd was dan ook niemand minder dan David ben Gurion, de toenmalige Israelische premier. Ben Gurion kende aan dit proces - terecht - een geweldige propagandistische waarde toe, onder meer als rechtvaardiging voor Israels bestaan. En hij vond het een uitstekend moment om ook een verband te leggen tussen de nazi-vijanden van toen en de meer eigentijdse Palestijnse en Arabische vijanden van de staat Israel van dat moment. Zertal heeft hier een naam voor. Ze noemt het de ''nazification of the enemy''. En de mufti was daarvoor een bij uitstek geschikt object.   

Latere generaties zionisten hebben die nazificering doorgezet. Al moet gezegd dat vooral de mensen aan de  uiterste rechterzijde van het zionistische spectrum Ben Gurions aanpak hebben overgenomen. Zo komen we dan bij de door De Ruiter genoemde Schechtman. Schechtman was het prototype van een representant van zionistisch rechts. Hij was medeoprichter van de Revisionistische Zionisten, de groepering waaruit uiteindelijk de Likud-partij van Benjamin Netanyahu is voortgekomen, en schreef een biografie van Jabotinsky, de eerste revisionistische leider. Verder was hij bezeten van het idee dat de instroom van Joden uit Arabische landen in feite een uitwisseling was met de Palestijnen die uit Palestina waren verdreven of gevlucht, zodat de twee stromen tegen elkaar konden worden weggestreept. Hij schreef een boek over vluchtelingenstromen in Europa. Sommigen (onder meer de Palestijnse wetenschapper Walid Khalidi) denken dat hij de uitvinder was van het verhaal (dat nog altijd onuitroeibaar de ronde doet onder de meest trouwe Israel-supporters) dat de Palestijnen in 1948 door hun leiders via de radio waren opgeroepen om even weg te gaan, teneinde de Arabische legers de gelegenheid te geven het karwei tegen de nieuwe Joodse staat af te maken. Hij zou de anonieme schrijver zijn geweest van een pamflet waarin dit voor het eerst voorkwam. Het is een verzinsel dat pas in de jaren '90 eindelijk definitief werd ontmaskerd.
Zijn biografie van de mufti schreef Schechtman in 1965, dus kort na het Eichmann-proces. Het werk wordt sindsdien veelvuldig aangehaald, maar dan wel nagenoeg uitsluitend in de meest rechtse zionistische kringen en op sites van het geharde, zogenoemde ''pro-Israel kamp''. Alleen daar is het een onomstreden zaak dat Haj Amin gezien moet worden als ''one of the initiators of the systematic extermination of European Jewry ..... collaborator and advisor of Eichmann and Himmler in the execution of the plan'', zoals bijvoorbeeld niemand minder dan Benjamin Netanyahu in 1993 schreef in zijn boek A Place among the Nations. En alleen daar wordt Haj Amin ook beschreven als de geestelijke vader van Yasser Arafat en andere leiders van de PLO die zijn gedachtegoed zouden hebben overgenomen. Buiten deze kringen is Schechtman onbekend. Er is vrijwel geen enkele serieuze historicus die Schechtman zelfs maar noemt. In Raoul Hilbergs standaardwerk over de Holocaust komt hij niet voor, en ook bij Idit Zertal, aan wie ik voor dit stukje veel heb ontleend, blijft hij ongenoemd. 
Kortom: Jan Jaap de Ruiter mag wel wat voorzichtiger zijn voor hij zich mengt in discussies over onderwerpen waar hij geen verstand van heeft en zich beroept op bronnen die de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. Het is natuurlijk geen punt van discussie dat de mufti hoogstwaarschijnlijk een antisemiet en in ieder geval hartstikke fout was. Daarmee heeft hij de Palestijnse zaak (en ook zichzelf) geen dienst bewezen. Maar je blindelings voor het karretje laten spannen van diegenen die het aandeel van de mufti tot mythische proporties opblazen, om toch vooral te laten zien hoe moslims in het algemeen en Palestijnse leiders in het bijzonder eigenlijk niets anders zijn dan bloeddorstige nazi's die Hitlers werk willen voortzetten, dat is - om een bekende allochtone Nederlandse te citeren - op zijn zachtst gezegd toch wel ''een beetje dom''.

8 opmerkingen:

Hans Moll zei

Dalin & Rothmann schrijven in 'Icon of evil' dat de mufti 'secretly inspected Treblinka, Majdanek and Auschwitz'. Hun bron is 'Eichman in my hands' van Malkin & Stein. Ook gaan zij in op de antisemitische inhoud van zijn radiotoespraken.

Abu Pessoptimist zei

Misschien is de bespreking door de Israelische historicus /journalist Tom Segev in de New York Times een antwoord op je opmerking. Hij schrijft:
"The lack of solid evidence is the main problem throughout the book. While the authors do cite prominent scholars like Martin Gilbert, Bernard Wasserstein and Rashid Khalidi, some of the most outrageous quotations come from quite arguable sources."
De bespreking - uit 2008 - staat hier: http://www.nytimes.com/2008/09/28/books/review/Segev-t.html?_r=0

Abu Pessoptimist zei

Hans Moll,
Nog een aanvulling: ''Eichmann in my hands'' van Malkin en Stein kende ik niet. Ik kan wel vermeldingen, maar geen review (nou ja, eentje dan) vinden. Maar ik begrijp dat Malkin een van de geheime agenten was die Eichmann ontvoerde en Stein een romanschrijver die zijn co-writer was. Niet echt historici dus. Niet de meest voor de hand liggende bronnen als het over de mufti gaat.

Elisabeth zei

Het opvoeren van deze grand mufti als ‘bewijs’ voor betrokkenheid van de Palestijnen bij de Holocaust, zoals je vaak tegenkomt, slaat nergens op, alleen al omdat Al Husseini nooit door de Palestijnen is gekozen maar door de Britten (in de persoon van Sir Herbert Samuel) benoemd:
Elections were then held, and of the four candidates running for the office of Mufti, al-Husseini received the LEAST NUMBER of votes, the first three being Nashashibi candidates.
Nevertheless, Samuel was anxious to keep a balance between the al-Husseini’s and their rival clan the Nashashibi’s. A year earlier the British had replaced Musa al-Husayni as Mayor of Jerusalem with Ragheb al-Nashashibi. They then moved to secure for the Husseini clan a compensatory function of prestige by appointing one of them to the position of mufti, and, with the support of Ragheb al-Nashashibi and Sheikh Hussam Jārallāh, prevailing upon the Nashashibi front-runner, Sheikh Hussam ad-Din Jarallah, to withdraw.
This automatically promoted Amin al-Husseini to third position, which, under Ottoman law, allowed him to qualify, and Samuel then chose him as Mufti

Anoniem zei

Elisabeth, heb je misschien een "bron"?
Alvast bedankt,
Herman

Elisabeth zei

Beste Herman,
Ik heb al eerder wel eens dingen over Husseini opgezocht, en toen gelezen dat hij nooit door de Palestijnen zelf verkozen was. Maar deze beschrijving was gedetailleerder (met name over de overwegingen van de Britten over een machtsbalans tussen de verschillende Palestijnse clans). En dit was gewoon van Wikipedia. (Misschien dat het Wikipedia artikel er eerder nog niet was, of minder details bevatte toen ik eerder zocht.)
Hier is de link:
http://en.wikipedia.org/wiki/Haj_Amin_al-Husseini

Anoniem zei

Dank je wel Elisabeth.
Herman

Gied ten Berge zei

Er is een historische discussie, die zijn eigen relevantie heeft. Je zou je zo bijvoorbeeld ook de vraag kunnen stellen of Mussert en Van Geelkerken, de NSB dus, die in de jaren 30 hoog scoorde veel stemmen in Nederlands Indie kreeg, de uiteidelijke inspirator was van de politionele acties, en de toenamalige KVP en VVD? Deze vraagstelling zou de opvatting inhouden dat het CDA en de VVD als zodanig suspect zijn. Waanzin natuurlijk. Feitenpluizerij dient geen enkel wetenswchappelijk doel, alleen een politiek doel: verdachtmaking door middel van associatie. Ik heb maar een vraag: waarom doet deze premier van Israel dit? Een antwoord ligt er dus bovenop: verdenking zaaien Omdat hij gestoord is. Zertal noemt het hier concreet 'nazification of the ennemy'. Maar als de ma bezig zit voor de VN en in het Congres, dan bekruipt me ook de vraag: hoe in orde is de man. Nu zit er aan iedereen wel een steekje los, maar over Netanyahu is er bekend onderzoek. De Israëlische psycholoog Shaul Kimhi stelde al in 2001 een karakerterprofiel op: The psychological profile of Benjamin Netanyahu using behavior analysis. Ik citeer uit de conclusies: "His character traits-ambition, determination, excellent media skills, superb
rhetoric, and personal charm - were highly suited to the achievement of top political
office. However, these traits are not sufficient for an effective administrator. Furthermore, additional traits that did not hinder his rise to the top-lack of credibility, impaired ability for interpersonal relationships, megalomania, aggression,suspicion, and egocentricity- represent a serious obstacle for a successful prime minister." En dat is hij steeds minder. Hij is volkomen vast gelopen. De rel is er een van een kat in het nauw. http://www.researchgate.net/publication/235330077_The_psychological_profile_of_Benjamin_Netanyahu_using_behavior_analysis

Een debat waar Israel tevreden op mag terugkijken, maar verder niemand

  Gottogottogot, wat een debat was dat debat in de Tweede Kamer over de gebeurtenissen van afgelopen donderdag. Het begint er al mee dat er ...