vrijdag 7 februari 2014

Poetins Olympische dorp ligt pal boven massagraf van de verdreven Circassiërs

Embedded image permalink
Circassiërs protesteren bij de Russische ambassade in Amman (Jordanië) tegen de opening van de Poetin-Winterspelen op de plaats vanwaar hun voorouders dit jaar precies 150 jaar geleden werden verdreven. Er wonen naar schatting 200.000 Circassiërs in Jordanië. 

Op de dag dat de Olympische winterspelen van start gaan in Sotsjie, kan het geen kwaad even stil te staan bij de geschiedenis van deze badplaats aan de Zwarte Zee. Daar, op de plaats waar de Russische president Poetin voor ongekend veel geld een Olympisch dorp uit de grond liet stampen (waarbij een deel van de oorspronkelijke plaats letterlijk in de prut kon zakken), woonde namelijk ooit een ander, Kaukasisch, volk, de Circassiërs,  waarvan men de nazaten  nu verspreid over de wereld kan terugvinden. Men vindt ze vooral in landen die vroeger behoorden tot Ottomaanse Rijk, zoals  Turkije, Syrië, Libanon, Jordanië en Israel-Palestina, maar ook in de VS en Europa wonen Circassïers. De organisatie van niet-vertegenwoordigde naties en volken schat hun aantal op 3,7 miljoen, van wie er nog 700.000 in de Russische federatie wonen, en twee miljoen in Turkije.   
De geschiedenis gaat terug tot de 16e eeuw. Rusland begon toen geleidelijk aan een verovering van de Kaukasus en de gebieden die grensden aan de Zwarte Zee. Dat was het begin van een voortdurende wedijver met het Ottomaanse Rijk die eeuwen van steeds weer oplaaiende strijd zou gaan duren. Onder het regime van Katherina de Grote in de 18e eeuw begon een politiek van pacificatie, waarbij het de bedoeling was de diverse Kaukasische bergvolken te assimileren, onder meer door hen te dwingen te verhuizen uit de ontoegankelijke bergen naar plaatsen waar ze makkelijker konden worden getemd.   
Een eeuw later tijdens de Krim-oorlog van 1853-1856, toen het Russische rijk het moest opnemen tegen een gecombineerde strijdmacht van Ottomanen, Fransen en Engelsen, was die ''pacificatie'' nog steeds niet volledig geslaagd. Het lukte de Circassiërs in het Westen gehoor te vinden voor hun zaak en zij hoopten tijdens deze oorlog op interventie te hunnen gunste. Ook de Russen schijnen daar rekening mee gehouden te hebben. In ieder geval drukte het hen met hun neus op het feit dat de regio een risicogebied was. En dat deed hen besluiten drastische maatregelen te nemen. 
Tsaar Alexander II besloot daarom, toen de Krim-oorlog eenmaal achter de rug was, om korte metten met de Circassiërs te maken. Pacificeren was nu niet meer aan de orde. Hem ging het erom voorgoed met ze af te rekenen. Wat volgde was een van de eerste genocides, zoniet de allereerste, 0uit de moderne geschiedenis. De Circassiërs kregen een ultimatum: ze konden een vrijgeleide krijgen als ze vrijwillig vertrokken naar het Ottomaanse Rijk, zoniet dan zouden ze als vijanden worden beschouwd. In 1859 begonnen de Russen een campagne van de ''verschroeide aarde'' waarbij volledige dorpen werden vernietigd en de inwoners gedood. Niemand weet hoeveel slachtoffers er tijdens deze campagne zijn gevallen aan Circassische kant. Het waren er in ieder geval honderdduizenden, en sommigen komen zelfs tot een schatting van 1,5 miljoen. De laatste veldslag vond plaats in 1864, toevallig net precies op de plaats waar Poetin nu het Olympisch dorp heeft laten verrijzen. De Circassiërs hebben dus het volste recht van spreken als zij woedend zijn dat atleten feest komen vieren op de graven van hun groot- en overgrootouders en wel nou net in het jaar dat herdacht wordt dat zij 150 jaar geleden werden gedood.

Circassiërs nadat ze in 1864 waren verdreven.  

In Turkije en Jordanië, maar ook op andere plaatsen in de wereld staan daarom demonstraties op stapel. In Turkije in samenwerking met Tsjetsjenen, Abchaziërs, Ossetiërs en Dagestanen, wier voorouders eveneens door de Russen zijn verdreven en die in Turkije samen met de Circassiërs in één federatie van verenigingen van Kaukasiërs zijn verenigd. 
Wat de Circassiërs betreft kan ik het intussen niet nalaten te vermelden dat hun taal een heel bijzondere is. Zelf noemen de Circassiërs zich Adyghe en dat is ook de naam van hun taal, die een record aantal van niet minder dan tussen de 60 en 70 medeklinkers bezit. Alleen de Adyghe zijn in staat die allemaal uit te spreken. In de Kaukasische contreien zijn nog maar weinig mensen over die die taal beheersen, al wordt er wel onderwijs in gegeven. Jelle Brandt Corstius die een serie reportages voor de VPRO maakte, wijdde er in één ervan aandacht aan. Daarbij vermeldde hij overigens niet dat wij die groep mensen kennen als de Circassiërs, mensen die ruim voordat de Turken hun slachting van de Armeniërs begonnen, te maken kregen met het fenomeen genocide. 

Geen opmerkingen:

Israel werkt in Gaza samen met plunderaars van vrachtauto's

  Een intrigerend bericht twee dagen geleden was dat UNRWA en The World Food Program 100 vrachtauto's Gaza hadden binnengereden en dat d...