BosKalis Westminster en diverse andere bedrijven trekken zich terug uit Israelische havenprojecten

De haven van Ashdod. (Wikimedia)

(Update: BosKalis ontkent bericht). De krant Haaretz meldt een nieuwe ontwikkeling aan het BDS-front. Volgens de krant hebben diverse bedrijven zich teruggetrokken als potentiële uitvoerders van havenprojecten in Israel, omdat het politiek te gevoelig ligt. Bij een recente tender voor het uitbreiden van havens in Haifa en Ashdod om de druk op de bestaande havens te verlichten blijven uiteindelijk maar twee bedrijven over, aldus de krant. De inschrijving sloot deze maandag.
Eén van die bedrijven die afhaakte is Koninklijke Boskalis Westminster, een Nederlandse baggeraar en constructiefirma. BosKalis had in december een plan in gediend dat het ''Holland Terminal'' noemde, maar trok zich later terug. De Italiaanse firma Condote de Agua heeft zich ook teruggetrokken nadat zij al had voldaan aan de eisen voor kwalificatie.

Update. Nu.nl   meldt dat BosKalis heeft zich NIET teruggetrokken uit de bieding voor de bouw van de havens in Haifa en Ashdod. Het bedrijf werd door de opdrachtgever afgewezen in de zogeheten pre-kwalificatie, zei een woordvoerder van het bedrijf. Volgens Haaretz bracht BosKkalis in december een bod uit onder de naam Holland Terminal, maar dat klopt niet volgens deze woordvoerder. Dat was BosKalis niet, volgens hem. Ook de Israelische Haven Autoriteit ontkent het bericht van Haaretz. Het project van BosKalis voldeed niet aan de specificaties volgens een woordvoerder van de Autoriteit. Er zijn nog drie kandidaten over, aldus deze woordvoerder.

Verschillende andere firma's die vorig jaar april in een beginfase interesse hadden getoond, hebben zich onder de groeiende druk om Israel te boycotten teruggetrokken. Niet alleen trokken bieders zich terug, de de Belgische firma Jan De Nul was alleen bereid aan de inschrijving deel te nemen als zij dat kon doen via een dochteronderneming in Luxemburg met de naam Ludreco.
Haaretz noemt drie andere bedrijven die zich de gedurende de laatste paar maanden terugtrokken: twee Spaanse bedrijven, FCC en Cyes, en het Duitse Möbius Bau. Maar bij deze drie zou het gegaan zijn om financiële problemen of omdat zij het niet eens konden worden met Israelische partners over de wijze van indiening van de plannen. De Israelische Haven Autoriteit die over de tender gaat heeft overigens - wegens de politieke gevoeligheid - elke publiciteit gemeden over de firma's die interesse getoond hadden. De Autoriteit weigerde maandag de namen van de overgebleven bieders bekend te maken.

Update 2. Haaretz blijft bij het verhaal, ondansk de ontkenningen van de Haven Autoriteit en van BosKalis (ik neem aan dat Haartez ook van het standpunt van de laatste kennis heeft genomen). De enige aanpassing die Haaretz later dinsdag aan het verhaal heeft gedaan, is dat het nu spreekt van drie overgebleven  bedrijven bij de tender. De krant noemt ook de namen: een Israelische joint venture bestaande uit Shapir Engineering en  Ashtrom; Ludreco, dat bij dit project samenwerkt met de Israelische bouwer Solel Boneh, en de Chinese firma China Harbour Engineering.

De perikelen rond de inschrijving voor de havenprojecten is niet de enige ontwikkeling aan het BDS-front van de laatste dagen. Maandag werd ook bekend dat Deutsche Bank, de grootste Duitse bank, Bank Hapoalim op de lijst heeft gezet van objecten die investeerders beter kunnen mijden. Aangenomen mag worden dat dit was omdat Bank Hapoalim actief is in de nederzettingen. Eerder besloot het Nederlandse pensioenfonds PGGM om investeringen terug te halen uit vijf Israëlische banken, waaronder Bank Hapoalim, besloot de Deense bank Danske Bank zijn investeringen uit Bank Hapoalim terug te trekken en besloot de Noorse regering haar overheidspensioenfonds niet langer te laten investeren in de firma's Africa Israel Investments en Danya Cebus.