De uitreiking van de PEN Awards. Vlnr Jennifer Clement, de voorzitter van PEN Internatuional, Gioconda Belli, Dareen Tatour en de directeur van Oxfam Novib Michiel Servaes. (foto Serge Ligtenberg).
In januari was Dareen Tatour ineens in
Nederland. Vanuit het niets stond ze op 17 januari in het oog van de
schijnwerpers op het “Winternachten” festival in Den Haag. Net
uit de Israelische gevangenis waar ze twee maanden in had gezeten –
van de vijf – was
ze uitverkoren om, samen met de Nicaraguaanse Gioconda Belli op dit
festival de ''Oxfam Novib PEN Award'' in ontvangst te komen nemen.
Een derde PEN Award ging naar de Italiaanse schrijver Roberto
Saviano, maar die kon niet aanwezig zijn,omdat hij sinds de
publicatie van zijn boek Gomorrah in 2006 onder
politiebescherming leeft.
''De prijs was voor mij ook een
verrassing,'' zegt Dareen als ik zeg dat ik pas op de dag dat ze hem
kreeg ervan hoorde. ''Ik hoorde het ook heel kort van tevoren. Maar
PEN International heeft zich wel voor me ingespannen de tijd dat ik
gevangen zat. En PEN en Oxfam Novib hebben een band met elkaar.''
We ontmoeten elkaar in een hotel in Den
Haag. Tijdens één van de dagen die ze daarna nog in Nederland is
gebleven. Ze had onder meer een ontmoeting met de Palestijnse
gemeenschap in Vlaardingen en ook bracht ze een bezoek aan Jadaliyya
Groningen. Ze is klein, tenger, en bescheiden en ze praat zacht, maar
is beslist in haar woordkeus.
Het verhaal van Dareen is wonderlijk,
eigenlijk haast te bespottelijk om waar te kunnen zijn. Zij is een
Palestijnse dichter, wonend in Israel, in het dorp Raineh bij
Nazareth. In 2015 plaatste ze een gedicht ''Qawm ya sha'abi,
qawmhum'' (Strijdt mijn volk, bestrijd hen'') op Facebook. In Israel,
waar ook gedichten en andere publicaties strafbaar kunnen zijn
(vooral als ze afkomstig zijn van Palestijnen), leidde dat tot haar
arrestatie. Ze werd opgepakt en zat 22 dagen in voorarrest, in een
isoleercel, waarbij ze mentaal mishandeld werd.
Haar familie wist in die drie weken
niet waar ze was en ze mocht geen bezoek ontvangen. Ze had geen
schone kleren en moest wat ze aan had zelf wassen en nat weer
aantrekken. Ze was aan handen en voeten geboeid. In de cel was alleen
een ijzeren stoel of de harde grond om op te zitten. Om te slapen was
er een ijzeren bed met een heel dun matrasje erop. Er waren
kakkerlakken en het was er heel vies. Ook het eten was uitgesproken
smerig. Het bestond uit aangebrande pasta. En als ze werd verhoord
gebeurde dat in een ijskoude cel. ''Het soort cel waar ze ook lijken in
bewaren'', zegt Dareen.
Maar dat was alleen nog maar het begin.
Wat daarna volgde was een proces dat verliep als een ware nachtmerrie.
Het duurde om te beginnen drie jaar en het was een
aanfluiting. Bij haar voorgeleiding werd een kreupele vertaling van
het gedicht gebruikt, die was gemaakt door een politieman die wat
Arabische lessen had gevolgd op de middelbare school. Hij maakte
vertaalfouten die de betekenis van het gedicht radicaal omver
wierpen. Zo 'vertaalde hij ''ghazawat'' met Gazawat. ('ghazawat betekent raids, rooftochten in de zin zoals Bedoeïenen die vroeger uitvoerden. Het sloeg op Israelische
rooftochten in Palestijnse dorpen. Maar met de vertaling ''Gazawat'' ging het ineens over vrouwen van Gaza. Van de regels "''Vrees niet de tongen van de Merkava tank/ De waarheid in je hart is
sterker/ Zo lang je rebelleert in een land / dat razzia's heeft beleefd
maar niet is uitgeput'', maakte hij:
''Zo lang je verzet biedt/ lang leve de Gazawat, ze zullen niet versagen''. Waarbij de slachtoffers dus werden verwisseld met de daders.
Met het zinnetje ''volg de shuhada'' (volg de martelaren/slachtoffers) gebeurde ongeveer hetzelfde. De politieman maakte ervan ''volg de shahidim''. Wat in het Hebreeuws, waarin het Arabische woord shahid niet bestaat, een heel andere connotatie heeft, omdat het Arabische shahid nagenoeg alleen wordt gebruikt om mensen aan te duiden die (zelfmoord)aanvallen op Israeli's willen ondernemen. En dat is dus heel iets anders dan bij Dareen , waar het woord shuhada' verwees naar drie met name genoemde Palestijnse slachtoffers van Joden: de ontvoerde en verbrande tiener MohammedAbu Khdeir, de eveneens verbrande baby Dawabshe, en het bij een checkpoint gedode meisje Hadil Hashlamoun.
De verdediging, de Israelische advocate Gaby Lasky, riep de hulp in van een hoogleraar Arabisch, en een hoogleraar Hebreeuws. De hooglaraar Arabisch, tevens kenner van Arabische poëzie, vertelde hoe het gedicht paste in een Arabische traditie. De Hebreeuwse hoogelaar gaf voorbeelden van Hebreeuwse gedichten die vaak heel wat militanter en zeker veel bloeddorstiger waren. Er kwamen 1.000 (internationale) steunbetuigingen, PEN bemoeide zich ermee, en ook de Organisatie van Palestijnse Schrijvers liet van zich horen. Het hielp allemaal niets. De rechters konden niet tot een beslissing komen. Drie jaar en meerdere zittingen waren daar voor nodig en in die tijd had Dareen huisarrest. Eerst een half jaar van huis, in Kiryat Ono, later, de rest van de tijd, in haar eigen dorp, Raineh. Ze mocht geen telefoon hebben en ook geen internet, voorwaarden die - tussen haakjes - die hele tijd dus ook voor haar broer en verdere familie golden. Ze mocht maar zes uur per week naar buiten. En ze droeg een enkelband.
''Zo lang je verzet biedt/ lang leve de Gazawat, ze zullen niet versagen''. Waarbij de slachtoffers dus werden verwisseld met de daders.
Met het zinnetje ''volg de shuhada'' (volg de martelaren/slachtoffers) gebeurde ongeveer hetzelfde. De politieman maakte ervan ''volg de shahidim''. Wat in het Hebreeuws, waarin het Arabische woord shahid niet bestaat, een heel andere connotatie heeft, omdat het Arabische shahid nagenoeg alleen wordt gebruikt om mensen aan te duiden die (zelfmoord)aanvallen op Israeli's willen ondernemen. En dat is dus heel iets anders dan bij Dareen , waar het woord shuhada' verwees naar drie met name genoemde Palestijnse slachtoffers van Joden: de ontvoerde en verbrande tiener MohammedAbu Khdeir, de eveneens verbrande baby Dawabshe, en het bij een checkpoint gedode meisje Hadil Hashlamoun.
De verdediging, de Israelische advocate Gaby Lasky, riep de hulp in van een hoogleraar Arabisch, en een hoogleraar Hebreeuws. De hooglaraar Arabisch, tevens kenner van Arabische poëzie, vertelde hoe het gedicht paste in een Arabische traditie. De Hebreeuwse hoogelaar gaf voorbeelden van Hebreeuwse gedichten die vaak heel wat militanter en zeker veel bloeddorstiger waren. Er kwamen 1.000 (internationale) steunbetuigingen, PEN bemoeide zich ermee, en ook de Organisatie van Palestijnse Schrijvers liet van zich horen. Het hielp allemaal niets. De rechters konden niet tot een beslissing komen. Drie jaar en meerdere zittingen waren daar voor nodig en in die tijd had Dareen huisarrest. Eerst een half jaar van huis, in Kiryat Ono, later, de rest van de tijd, in haar eigen dorp, Raineh. Ze mocht geen telefoon hebben en ook geen internet, voorwaarden die - tussen haakjes - die hele tijd dus ook voor haar broer en verdere familie golden. Ze mocht maar zes uur per week naar buiten. En ze droeg een enkelband.
Dareen Tatour bij het aanhoren van haar vonnis. Naast haar het parlementslid Haneen Zoabi van de Tajammu (Balad)-partij, waar Tatou ook lid van is. (Foto ActiveStills.org)
Pas in juli 2018 hoorde Dareen eindelijk haar vonnis: vijf maanden gevangenisstraf wegens aanzetten tot terrorisme. Pas in het najaar kwam ze weer vrij. De tweede gevangenisperiode was in de Sharon vrouwengevangenis, zegt ze nu, en het was was minder erg dan de eerste keer. Ze kon schone kleren aantrekken. Het eten was er beter, omdat de vrouwen er zelf konden koken. Maar ze zaten wel met zijn achten in een kleine kamer. Als ze bezoek kregen, mocht je dat alleen zien vanachter glas. Je kon elkaar niet aanraken en met elkaar praten moest door een telefoon. ''Dat niet aanraken was vooral erg en pijnlijk voor kleine kinderen,'' zegt ze. ''En de medische zorg was er heel slecht. Ze lijken het leuk te vinden als Palestijnen lijden.'' Luchten gebeurde op een heel klein binnenplaatsje.
En nu?
Nu staat ze ingeschreven voor een fotografie-opleiding en een opleiding tot regisseur. Vóór de arrestatie deed ze een journalistieke opleiding, maar dat heeft ze eraan gegeven. Nu ze eenmaal voor terrorisme veroordeeld is zal ze toch nooit meer een perskaart kunnen krijgen. Verder leest en schrijft ze veel. Dat deed ze trouwens ook in de drie jaar dat ze huisarrest had en niet met de buitenwereld mocht communiceren. In die tijd schreef ze niet minder dan twee dichtbundels, plus een roman over haar arrestatie en gevangenschap, die in het Hebreeuws en het Engels wordt vertaald. Gepubliceerd is er nog niets, maart dat hangt ook samen met haar veroordeling.
''Ik ben voorwaardelijk vrijgelaten,'' zegt ze, ''en zodra ik publiceer ga ik terug naar de gevangenis. Dat zal waarschijnlijk toch wel gebeuren, want ik kan het nu eenmaal niet laten.'' Het is ook de reden dat ze, met de huklp van advocate Gaby Lasky, in beroep is gegaan tegen het vonnis. ''Ik kan het niet verkroppen dat mijn vrijheid van meningsuiting is ingeperkt. Dat is mijn recht. Het si ieders recht om zich vrijelijk te uiten. Bij de rechtszaak werd me gevraagd om excuses te maken, maar dat heb dus ook daarom geweigerd.''
Maar hoe zat dat dan, hanteerden ze bij de uitspraak nog steeds die foute vertaling?
''Nee, de rechter gaf toe dat de vertaling van die politieman niet goed was geweest. Maar hij hield staande dat de bedoeling van het gedicht zoals hij die had weergegeven dezelfde bleef."
''Ik heb dan ook weinig vertrouwen in de Israelische rechtspraak. Er is zeker kans dat het hoger beroep wordt afgewezen. Maar het is een persoonlijke zaak. En in dat geval kunnen we aan de wereld laten zien dat de democratische waarden in Israel niet gelden als het om Palestijnen gaat.''
Op de site Mondoweiss stond kortegeleden een verhaal van Dareen Tatour over haar verblijf in de gevangenis en de tekeningen die zij daara(met twee of drie pennen) had gemaakt. Dit is er één van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten