Ook Duitse organisaties die indirect, met subsidie van de Duitse overheid, instellingen in Israel subsidiëren werden echter genoemd. Die kritiek betrof onder meer de organisatie 'Misereor' die subsidie geeft aan Breaking the Silence', de ''Heinrich Böll Stiftung'' en de linkse 'Rosa Luxemburg Stiftung', die mede het platform van kritische bloggers in Israel, +972 Magazine, op de been houden, of de christelijke organisatie ''Brot für die Welt' die mede B'tselem en Women for Peace subsidieert.
Volgens de Tageszeitung stond dit allemaal in een schrijven van zeven kantjes, dat de krant onder ogen kwam, maar dat merkwaardig genoeg geen afzender of ondertekenaar vermeldde. De Duitse regering, om commentaar gevraagd, kon niet bevestigen of ontkennen, dat de boodschap uit Israelische overheidskringen afkomstig was, maar er waren redenen om aan te nemen dat dit wel degelijk het geval was.
Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigde dat er contact was met de Israelische regering over de onderwerpen die genoemd worden in de brief. Breaking the Silence en B'tselem zorgden trouwens al eerder voor wrijving tussen Israel en Duitsland. Vorig jaar zegde premier Netanyahu een ontmoeting met de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel af, omdat deze weigerde tijdens zijn bezoek aan Israel ontmoetingen met vertegenwoordigers van deze beide organisaties te laten vallen.
Het Israelische ministerie van Strategische Zaken van minister Gilad Erdan ontkende dat de brief van dit ministerie afkomstig was. In Berlijn werd gespeculeerd dat mogelijk de Israelische regering niet zelf de betreffende brief heeft verstuurd, maar dat de rechtse organisatie ''NGO-Monitor'' die warme betrekkingen met de Israelische regering onderhoudt, daarvoor verantwoordelijk was. NGO-Monitor is speciaal opgericht om buitenlandse subsidies aan Israelische mensenrechtenorganisaties en andere kritische instanties die buitenlandse bedragen ontvangen, aan de kaak te stellen als ''buitenlandse agenten'' van anti-Israelische of 'antisemitische' instanties in Europa. De organisatie doet niet anders. De oprichter en directeur van NGO-Monitor, Gerald Steinberg, is adviseur geweest zowel van Netanyahu als van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De brief was dus voor een deel niets nieuws. Maar wat beslist opzien baarde in Berlijn, was dat ditmaal ook een aanval werd gedaan op de blogsite + 972 Magazine ''omdat daar,'' zo heette het, ''regelmatig op wordt gemeld dat in Israel apartheid heerst''. Dat was niets meer of minder dan een directe aanval op de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. De site +972 is een bundeling van diverse Israelische blogs en als zodanig één van de weinige plekken waar vaak goede journalistieke achtergrond van het nieuws uit Israel te vinden is. De site wist echter meteen zelf te melden dat de twee stichtingen waar het subsidie van ontvangt, de Rosa Luxemburg- en Heinrich Böll stichtingen, gewoon zullen doorgaan met subsidiëren. Overigens is die bijdrage slechts 9% van het totale budget van +972, aldus de site
Omhooggetrokken wenkbrauwen werden ook veroorzaakt doordat de brief uiterst merkwaardige aanvallen deed op het beroemde Berliner Filmfestival (omdat dit ''regelmatig aanhangers van BDS, de boycotbeweging van Israel, een platform geeft''), of aan het Joodse Museum in Berlijn, dat onder meer een tentoonstelling over Jeruzalem had gehad ''waar het grotendeels de Palestijns-islamitische-zienswijze had laten zien''. Ook in deze gevallen werd vermindering van de subsidie bepleit. Het filmfestival kon niet worden benaderd. Maar het museum zei desgevraagd dat het niets anders had gedaan dan de verschillende zienswijzen op Jeruzalem te laten zien, zodat bezoekers zelf hun oordeel konden vormen.
Nederland heeft een vergelijkbare aanval meegemaakt als die nu gedaan werd in Berlijn. Dat was in in 2010, toen NGO-Monitor in samenwerking met de krant The Jerusalem Post, een scherpe aanval lanceerde op het feit dat de kerkelijke hulporganisatie ICCO met Nederlandse overheidsgelden een deel financierde van het budget van de internetkrant ''Electronic Intifada''. Dat liep toen uiteindelijk niet goed af, want Nederland had in die tijd Uri Rosenthal als minister van Buitenlandse Zaken, en die was niet alleen VVD-er maar ook een uitgesproken rechtse zionist. Ook ditmaal werd Nederland overigens aangesproken, alleen voor zover bekend niet rechtstreeks zoals in Duitsland, maar via de Israelische spreekbuis in Nederland, het CIDI. Wat schreef, heel toevallig net zo'n beetje op hetzelfde moment als het arriveren van die brief in Berlijn, het CIDI op haar site? Dit:
''De Israelische organisatie Breaking The Silence heeft dit jaar 191.840 euro toegekend gekregen door de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah. Eén van de doelstellingen die BTS wil bereiken met behulp van deze subsidie is “het vergroten van de oppositie in de internationale arena tegen Israel’s langdurige bezetting op basis van wereldwijd gedeelde waarden.” Meer specifiek wil BTS dit doel vervullen door “Joodse gemeenschappen in de diaspora aan te moedigen hun oppositie tegen de bezetting uit te spreken.”
''Door middel van subsidies probeert Nederland dus de opvattingen van de Joodse diaspora te beïnvloeden. Een bepaalde mening wordt aangemoedigd en door middel van financiële ondersteuning versterkt om druk uit te oefenen op een soevereine staat.''Ook dit is dus gericht tegen Israelische NGO's. Met, dat moet gezegd, heel merkwaardige argumenten. Het beïnvloeden van de Joodse diaspora? Breaking the Silence is er vooral op gericht in brede zin kenbaar te maken met wat voor oorlogsmisdaden de voortgaande bezetting van de Westoever gepaard gaat. In Israel zelf wordt dat krachtig tegengewerkt,. Zo mag de organisatie sinds halverwege dit jaar bijvoorbeeld niet meer optreden op scholen. Optreden in het buitenland is een nevendoel, maar kennelijk moet de organisatie dus ook in het buitenland de mond worden gesnoerd.
En:
''Door middel van subsidies aan NGO’s tracht Nederland ook de Israelische rechtsgang te beïnvloeden. Yesh Din, een Israelische organisatie die zegt te bestaan uit “advocaten en mensenrechten-experts,” ontvangt dit jaar 169.400 euro van de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah. Eén van de doelstellingen van het gesubsidieerde project is het indienen van petities bij het Israelische Hooggerechtshof, het starten van juridische procedures en “het dwingen van de Israelische overheid een duidelijk standpunt in te nemen over ongeautoriseerde nederzettingenbouw en landjepik.”
Waarom moet de Israelische regering gedwongen worden tot het duidelijk maken van een standpunt met behulp van Nederlands belastinggeld? De Nederlandse regering zou dit via directe kanalen met de Israelische autoriteiten moeten kunnen vragen. Met de andere genoemde doelstellingen lijkt Nederland daarnaast weinig vertrouwen te hebben in de Israelische rechtsgang.
En Yesh Din (="er is recht'') is er helemaal niet in de eerste plaats om de Israelische overheid te dwingen duidelijke standpunten in te namen, maar gewoon om te proberen het tekort aan wettelijke voorzieningen voor Palestijnen in de bezette gebieden, die onder speciaal Israelisch 'militair recht' vallen, een beetje aan te vullen. Voor Palestijnen is de weg om aanklachten in te dienen of om pasjes te krijgen om Israelische gerechtshoven te kunnen bezoeken, door allerlei belemmeringen meestal vrijwel onbegaanbaar. Procederen is en trouwens ook vaak onbetaalbaar. Wie daarover meer te weten wil komen moet maar eens op de site kijken van Yesh Din. Daar staat van alles te lezen over bijvoorbeeld de magere 3% van alle klachten uit de bezette gebieden waar überhaupt ooit iets mee wordt gedaan, of over de gang van zaken in de militaire gerechtshoven waar bijna 100% van de aanklachten leiden tot veroordelingen. Even tot je laten doordringen en het wordt snel duidelijk waarom het beter is dat Yesh Din blijft bestaan, dan dat de Nederlandse regering ''via directe kanalen aan de Israelische regering over haar standpunten vragen gaat stellen''. Vertrouwen in de Israelische rechtsgang, met name die in de bezette gebieden, is nu eenmaal totaal misplaatst.
Ook deze oprispingen van het CIDI waren natuurlijk, net zo als die brief in Duitsland, gericht tegen de vrijheid van meningsuiting. Het was ook zeker niet toevallig dat dit allemaal net op hetzelfde moment kwam als die zeven kantjes in Berlijn. Het is trouwens ook niet voor het eerst. Toen Rosenthal in 2010 tekeer ging en de Electronic Intifada antisemitische uitlatingen in de mond legde, koos het CIDI ook al zijn kant. Het uitbannen, deligitimeren en onmogelijk maken van discussie en kritiek is, zo weten we, afkomstig uit de handboeken van autoritaire staten en rechtse dictaturen. Het CIDI, dat zich intussen trouwens een houding aanmeet dat het zelfs al antisemitisch is om erop te wijzen dat kritiek de nederzettingen of de bezetting van Oost-Jeruzalem in strijd is met het internationale recht, doet er dapper aan mee.Vrijheid van meningsuiting, de internationale rechtsorde, democratie. Blijkbaar zijn dat begrippen waar de Nederlandse Israel-lobby netzomin als de regering-Netanyahu veel raakpunten mee heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten