dinsdag 14 september 2010

B'tselem: Het doden van Palestijnen door het Israelische leger wordt nooit onderzocht











Op 20 en 21 maart van dit jaar werden twee keer twee Palestijnse tieners in respectievelijk de dorpen Iraq Burin en Awarta op de Westoever door legerpatrouilles gedood. In het ene geval werd met scherp geschoten ondanks beweringen van de militairen dat ze alleen rubberkogels hadden gebruikt. In het andere werden twee jongens afgeslacht, die waren aangehouden en op de grond zaten, afgeslacht omdat de patrouillecommandant ineens bang werd. In geen van beide gevallen volgde een strafrechtelijke vervolging. Op de foto hiernaast: de vader en andere familieleden van één van de slachtoffers rouwen. Onder foto's waarop te zien is dat de twee slachtoffers in Iraq Burin door scherpe munitie werden gedood.   

B'tselem, de Israelische mensenrechtenorganisatie, heeft een rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat het doden door het Israelische leger van Palestijnen in bezet gebied die niet deelnamen aan gevechtshandelingen, nagenoeg nooit worden onderzocht. Dat betekent uiteraard dat de betreffende soldaten nooit worden vervolgd. Nu was het feit dat het doden van Palestijnen door Israelische militairen altijd volstrekt straffeloos kan plaatsvinden een feit dat iedereen die de zaken een beetje volgt zelf al had kunnen constateren.Maar het is altijd goed als een mensenrechtenorganisatie - en nog wel een Israelische - dat ook met cijfers staaft.

B'tselem heeft in de periode 2006-2009 148 keer gevraagd om een onderzoek naar de omstandigheden waaronder (niet aan gevechtshandelingen deelnemende) Palestijnen omkwamen als gevolg van geweld van het leger. In slechts 22 van die gevallen is er inderdaad een strafrechtelijke onderzoek gekomen, hoewel in meer dan een derde van de gevallen pas een jaar of meer later. Van die 22 zijn twee zaken gesloten door de Advocaat generaal zonder dat er een vervolging kwam, terwijl in 20 gevallen niet duidelijk is hoe de zaak erbij staat. In 95 gevallen (waarvan er 61 al dateren uit 2006) moet nog een voorbereidend vooronderzoek worden afgerond, voordat dat duidelijk is of er een strafrechtelijk onderzoek komt of niet.
B'tselem licht dat als volgt toe: vanaf  1987 (het uitbreken van de Eerste Intifada) tot 2000 (het jaar waarin de Tweede Intifada begon) onderzocht de Onderzoekseenheid van de Militaire Politie (IUMP) alle gevallen waarbij ongewapende Palestijnen gedood werden. In 2000 werd echter de situatie in de bezette gebieden gedefinieerd als 'een gewapend conflict'. Dat betekende dat het doden van Palestijnen alleen nog in uitzonderlijke gevallen werd onderzocht, namelijk alleen in gevallen waarbij 'misdadige opzet' werd vermoed. De zaak werd verder gecompliceerd doordat het leger een procedure invoerde die zij 'vooronderzoek' noemde, die de bedoeling zou hebben de snelheid te vergroten, maar in de praktijk het onderzoek vooral blijkt te hebben vertraagd.
De belangrijkste mededeling  uit het B'tselem rapport (dat hier te vinden is) lijkt me dat het Israelische leger nog steeds de situatie definieert als die van een 'gewapend conflict', terwijl het in feite optreedt als een politiemacht tijdens een bezetting. Dit lijdt tot de volstrekt onzinnige en misdadige situatie dat - volgens de interne legerinstructies - iedere Israelische militair ongeacht welke Palestijn ongestraft mag doodschieten als hij zich maar 'bedreigd voelt', wat dat laatste ook moge betekenen.
Kan Israel echt nog volhouden dat het een rechtsstaat is? 

Geen opmerkingen:

Israel werkt in Gaza samen met plunderaars van vrachtauto's

  Een intrigerend bericht twee dagen geleden was dat UNRWA en The World Food Program 100 vrachtauto's Gaza hadden binnengereden en dat d...