Palestijnen krijgen grond terug acht jaar nadat de erop gebouwde nederzetting was ontmanteld

Het waterreservoir en funderingen van de gesloopte huizen die nog in de grond zitten zijn het enige dat nog over is van de afgebroken nederzetting Homesh. (Foto AP)

Palestijnse boeren uit het dorpje Burqa, 18 kilometer ten noordwesten van Nablus in het noorden van de Westoever, hebben donderdag land opnieuw in bezit genomen dat 35 jaar geleden van hen afgenomen. De grond was in 1978 tot militair gebied verklaard. Daarop werd in 1980 de nederzetting Homesh gebouwd, maar die werd in 2005 ontruimd, tegelijk met de Israelische terugtrekking uit de Gaza Strook en de ontruiming van nog drie andere nederzettingen op de Westoever.  
 Nadat de nederzetting Homesh in 2005 was ontruimd en afgebroken, hield het militaire bestuur toch nog de oorspronkelijke militaire order in stand waarbij in 1978 de grond onder het aanroepen van een 'militaire noodzaak' was onteigend. De inwoners van Burqa hadden daarom nog steeds geen toegang tot hun land. Advocaat Michael Sfard van de mensenrechtenorganisatie begon daar in 2010 een procedure tegen. Maar pas vorige week, net voordat een hoorzitting zou plaatsvinden voor het Israelische hooggerechtshof, besloot generaal Nitzan Alon, de militaire commandant van de Westoever (commandant van Israels 'Centrale Commando' zoals het in Israel heet) de order in te trekken. 
De teruggave van de grond was een uiterst zeldzame gebeurtenis. Donderdag was de eerste dag dat de dorpelingen na 35 jaar hun land weer konden betreden. Het weer in bezit nemen van de ongeveer 500 hectare grond werd feestelijk gevierd. Dorpelingen die nu in de zestig of zeventig zijn, hadden niet verwacht hun eigendom ooit nog terug te krijgen. Sommigen waren tot tranen toe geroerd.