Israel sloopt gebouw en 20 winkels in Shu'afat kamp

(Foto's Ma'an)

Updated. Israelische sloopmachines vergezeld van een politiemacht van zo'n 300 man met honden zijn woensdagmorgen het Shu'afat vluchtelingenkamp bij Jeruzalem binnengetrokken. De troepen verspreidden zich door de straten en op de daken van hoge gebouwen werden scherpschutters geposteerd.
De Israeli's begonnen daarna met graafmachines het zogenaamde ''Cola''-gebouw af te breken, evenals 20 winkels die aan het gebouw grensden, nadat zij met springstof de deuren eruit hadden geblazen en de winkels leeg hadden gemaakt.

Het gebouw en de winkels waren eigendom van de familie Dajani, een prominente Palestijnse familie in Jeruzalem. Eén van de leden van de familie, Abu al-Walid al-Dajani, vertelde Ma'an dat de sloop werd uitgevoerd zonder dat de eigenaars van tevoren bericht hadden gekregen. Het gebied dat gesloopt werd omvatte 800 vierkante meter. Dajani zei dat het gebouw en de winkels waren gebouwd in 1963, vier jaar voordat Israel de Westoever veroverde. De Israelische bewering dat zij zonder vergunning waren gebouwd wees hij dan ook zonder meer van de hand.
Het gebouw was bewoond tot eind jaren '80, toen de Eerste Intifada uitbrak. De Israelische autoriteiten verhinderden de familie daarna het gebouw te gebruiken. Dajani zei dat zijn familie oorspronkelijk 11,500 vierkante meter aan grond in het Shu'afat kamp in eigendom had, maar dat Israel daarvan 2,000 vierkante meter in beslag had genomen voor de aanleg van ''de Muur'. In 2008 werd nog eens 6,000 vierkante meter afgepakt om er een militair checkpoint op neer te zetten.

In 2012 werd de rest geconfisqueerd, inclusief de gebouwen die erop stonden. Dajani probeerde het land via de juridische weg terug te krijgen, tot en met het hooggerechtshof, maar zonder succes. Er worden dan ''veiligheidsredenen'' aangevoerd en daar gaan de Israelische rechters altijd in mee, aldus Dajani. We kreeg hij nog een vordering aan eigendomsbelasting van 485,000 shekel (een kleine 100.000 euro) van de gemeente Jeruzalem, zei hij.
De woordvoerder van de Fatah-beweging in het kamp, Thaer Fasfous, vertelde Ma'an that 10 van de afgebroken winkels open waren tot het moment dat zij werden vernield. Het ging onder meer om een coffee shop, een auto-reparateur, een taxi-onderneming,  een kruidenier, een kippenslachter, een winkel voor bevroren vlees, een winkel waar stekjes voor bomen werden verkocht en twee zaken die als opslagruimte dienden voor de Al-Khatib Supermarkt.