De familie kijkt toe hoe hun huis ontoegankelijk wordt gemaakt. (Foto Demotix)
De Israelische autoriteiten hebben woensdag het huis verzegeld van één van de twee Palestijnen die in november een synagoge in Har Nof (Jeruzalem) overvielen en vijf Joodse bezoekers doodden. Het ging om het huis van Uday Abu Jamal in Jabal Muqaber, een dorp dat in 1967 werd bezet en bij Jeruzalem werd ingelijfd. De Israeli's kwamen vroeg in de ochtend met een grote politiemacht, zetten de familie uit het huis en plaatsten vervolgens stalen platen voor de ramen en deuren. Uday Abu Jamal voerde de aanval in november uit samen met zijn neef Ghassan Abu Jamal. Beide mannen werden bij de aanval doodgeschoten door de Israelische politie. De Israelische minister van Binnenlandse Zaken heeft als strafmaatregel het inwonerschap in Jeruzalem van de weduwe van Ghassan ingetrokken. Zij zal waarschijnlijk binnen een paar dagen worden verbannen naar de Westoever, nadat een verzoek om de maatregel in te trekken door de rechter is verworpen. Haar kinderen kunnen in Oost-Jeruzalem blijven, maar wat hen betreft zijn al hun sociale voorzieningen, zoals hun recht op gezondheidszorg, ingetrokken.
Israel stopte in 2005 met het vernielen van huizen van mensen die van gewelddaden werden verdacht,maar voerden de praktijk vorig jaar weer in. Israels hooggerechtshof keurde de maatregel, die in strijd is met het internationaal recht, een half jaar geleden goed, toen het een verzoekschrift afwees van vier families tegen het Israelische voornemen om hun huis te vernielen. Behalve de huizen van de families Abu Jamal ging het daarbij om de huizen van de families van Ibrahim al-Akkari uit het Shu'afat vluchtelingenkamp, die met opzet een politieman doodde door hem met zijn auto te overrijden, en van Mu'ataz Hijazi uit Abu Tor, die een aanslag pleegde op Yehuda Glick, één van de ijveraars voor het herstel van een Joodse eredienst op de Tempelberg in Jeruzalem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten