Israelische ''prijskaart terroristen'' beschadigen opnieuw auto's, nu zeven aanvallen in korte tijd

 Beschadigde auto in Rammun (foto YNet)

Israelische kolonisten, leden van de ''Prijskaart'' terreurgroep hebben in  de nacht van zondag op maandag in twee Palestijnse dorpen de banden van auto's doorgesneden en leuzen op auto's en muren aangebracht. Het aantal van de ''prijskaart'' aanvallen in recente weken is daarmee gestegen tot minstens zeven. Er is nog geen enkele verdachte opgepakt.
De ene aanval vond plaats in het dorp Beit Iksa, meldt het persbureau Wafa. Daar werden van een twintigtal auto's de banden doorgeprikt en werden leuzen aangebracht als ''Dood aan de Arabieren'', ''Prijskaart'' en oproepen aan de 2.000 inwoners om te vertrekken. Beit Iksa is een dorp in het noordwesten van het door Israel geannexeerde gebied van Oost-Jeruzalem ligt, maar het is volledig geïsoleerd doordat het aan alle kanten is omsloten door de ''Afscheidingsmuur''.  De inwoners vrezen dat het dorp uiteindelijk zal moeten wijken voor uitbreiding van de Joodse nederzetting Ramot, één van de nederzettingen die Jeruzalem tegenwoordig omringt.

De andere prijskaartaanval vond plaats in Rammun, een dorp ten noordoosten van Ramallah.
Ook daar werden banden doorgeprikt en leuzen aangebracht, zoals ''We nemen ons lot in onze eigen handen'' en ''Laat ons met hen afrekenen''. YNet dat dit meldt, zegt echter niet om hoeveel auto's het hier ging.

Er hebben nu in korte tijd zeven aanvallen plaats gevonden: de eerste in Aqraba (waar de moskee werd beschadigd bij een poging tot brandstichting), en vervolgens een drietal dorpen in de buurt van Nablus, Burqa bij Ramallah en nu deze laatste twee. YNet meldt dat de Shin Bet, de Israelische binnenlandse inlichtingendienst, denkt dat het aantal te maken heeft met orders om weg te blijven van de Westoever die zijn uitgereikt aan extra hardline kolonisten. Vorig jaar werden er 63 van die orders uitgereikt, dit jaar werd het in 13 gevallen gedaan.