Israelische eenheden hebben donderdag onderkomens, tenten en stallen voor het vee vernield in het dorp al-Aqaba ten oosten van Tubas in het noordoosten van de Westoever. De gesloopte structuren waren eigendom van Deifallah al-Faqih and Khaled Sbeih.
Een dag eerder vernielde het Israelische leger 20 woontenten en stallen voor de dieren het dorpje Bardala in de Jordaanvallei. Daardoor raakten 50 mensen dakloos, van wie meer dan de helft kinderen. Deze structuren waren eigendom van de families Daraghma and Sawafta. Behalve de tenten en stallen vernielden de bulldozers ook gewassen en groenten op nabijgelegen landbouwgrond, om er zeker van te zijn dat de plaatselijke families ook geen eten meer hadden.
Deze sloopacties vinden plaats in het kader van Israels niet aflatende acties die de bedoeling hebben de Bedoeïenen uit deze gebieden te verdrijven, teneinde het land gebruiksklaar te maken voor uitbreiding van de nederzettingen.
Bardala, in het noorden van de Westoever, wordt bewoond door ongeveer 1.800 Bedoeïenen. Al-Aqaba is een dorp dat aan twee zijden is ingesloten door militaire bases, waarvan de een 50 dunum (5 hectare) en de andere 150 dunum (15 hectare) grond van het dorp heeft opgeslokt, terwijl het ook nog eens is afgesloten door een checkpoint. Aqraba is verder van het regionale centrum Tubas gescheiden door ''de Muur'', waarin een doorgang zit die maar beperkt open gaat. Het dorp leeft van de landbouw en bezit 250 hectare grond, waarvan 200 hectare, oftewel 77% door de Israelische autoriteiten tot ''gesloten militair gebied'' is verklaard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten